FYI.

This story is over 5 years old.

klimaat

Negen redenen om in 2018 optimistisch te zijn over het klimaat

Tussen al het slechte nieuws zijn er ook wat lichtpuntjes te vinden.
Foto door David McNew/Getty

We kunnen er eigenlijk niet omheen: 2017 was geen al te best jaar voor iedereen die zich zorgen maakt over klimaatverandering. Dat was voor een groot deel te danken aan Donald Trump (alhoewel niet alles zijn schuld was). In zijn eerste jaar als president heeft Trump zijn regering volgepropt met klimaatontkenners en voorstanders van fossiele brandstoffen, begon hij met het intrekken van het Clean Power Plan, is hij uit het klimaatakkoord van Parijs gestapt en deed hij eigenlijk al het mogelijke om vooruitgang tegen opwarming van de Aarde te stoppen, in een tijd waarin dat juist gesteund zou moeten worden. Alsof dat nog niet genoeg was, bleek uit een rapport in november dat de wereldwijde uitstoot is gegroeid nadat het enkele jaren licht was gedaald. Dat is voor een deel te danken aan een piek in het verbruik van kolen in China. Dus ja, het waren twaalf behoorlijk vreselijke maanden.

Advertentie

Hoe slecht dit allemaal ook is, is dit niet het hele verhaal. Onder deze lawine van deprimerend nieuws liggen legitieme redenen voor optimisme begraven. De negen trends en gebeurtenissen hieronder zijn niet alleen een excuus om hoopvol te blijven: elk ding in deze lijst is op zichzelf al een grote stap voorwaarts in het tegengaan van klimaatverandering. Bij elkaar genomen laten ze zien dat we misschien niet zo erg de lul zijn als je zou denken.

1. China zet grote stappen op het gebied van klimaat

China is de grootste koolstofverbruiker ter wereld en het verbruik van kolen is in China het afgelopen jaar omhoog gegaan. Maar het land zet serieuze stappen om te kappen met fossiele brandstoffen. De Communistische Partij heeft alleen al voor dit jaar beloofd om 300 miljard euro te investeren in duurzame energie, wil auto’s die op benzine rijden verbannen, is van plan honderden kolencentrales te sluiten en opende de grootste financiële markt voor het verminderen van uitstoot ter wereld. China ziet het tegengaan van klimaatverandering als een manier om rijker en sterker te worden. Dat zou wel eens de wereldwijde economie kunnen veranderen.

2. Duurzame energie verslaat fossiele brandstoffen

Door alle aandacht die dankzij Trump uit is gegaan naar de kolenindustrie zou je bijna vergeten dat duurzame energie het erg goed doet. Daar is een simpele, economische reden voor: wind- en zonne-energie zijn ontzettend goedkoop aan het worden en zijn de fossiele brandstoffen aan het wegconcurreren. Meer dan twee derde van de nieuwe elektriciteit ter wereld in 2016 was duurzaam. Volgens berekeningen van industrievolger REN21 waren de prijzen van groene energie in Argentinië, Chili, India en Denemarken nog nooit zo laag. Zelfs het International Energy Agency, dat duurzame energie vroeger nogal onderschatte, berichtte in oktober dat “we de geboorte van een nieuw tijdperk meemaken.”

Advertentie

3. Schone energie overleefde de belastingwijzigingen van de Republikeinse Partij

Hoewel de Republikeinen de opwarming van de Aarde ontkennen, betekent dat niet dat ze duurzame energie verwerpen. In Republikeinse staten als Texas, Iowa en Kansas is schone energie enorm in trek en creëert het honderdduizenden nieuwe banen. Dus toen de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat grote bezuinigingen op het gebied van duurzame energie voorstelden, waren sommige Republikeinse congresleden bezorgd. Gelukkig kunnen de uiteindelijke plannen voor schone energie op steun rekenen van Republikeinen én Democraten.

4. Het tijdperk van de fossiele brandstoffen is bijna voorbij

De meerderheid van de voertuigen vandaag de dag rijdt nog steeds op benzine en diesel. Toch zijn er aanwijzingen dat dit snel kan veranderen. Niet alleen omdat Volvo aankondigde in 2019 alleen nog maar elektrische en hybride auto’s te willen verkopen en ook niet omdat China, zoals eerder gezegd, auto’s die op benzine rijden wil verbieden. Er ontstaat een gevoel dat het hele model van de autobranche radicaal begint te veranderen – van privéauto’s naar zelfrijdende, elektrische voertuigen. Of zoals de voormalige vicevoorzitter van General Motors, Bob Lutz, toegaf in een artikel voor Automotive News: “Tot mijn verdriet naderen we het einde van de auto zoals we die kennen.”

5. Kiezers stemmen op klimaatleiders

Hoewel de wereldwijde groei van extreem-rechts het afgelopen jaar in de schijnwerpers stond, is er ook een groeiend progressief antwoord. Allereerst waren er de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk, waar jonge stemmers voor een onverwachte groei van de Labourpartij van Jeremy Corbyn zorgden. Daarna volgde in Amerika een rits aan Democratische overwinningen in lokale- en staatsverkiezingen. Ook al stond klimaatverandering niet centraal in deze verkiezingen, veel van de winnaars hebben beloofd de opwarming van de Aarde tegen te gaan. Een Democratische ‘golf’ in 2018 zou kunnen helpen.

Advertentie

6. Desinvesteringen in fossiele brandstof blijven groeien

Te midden van alle chaos in 2017 ontstond er een beweging die investeerders aanspoorde om afstand te doen van hun investeringen in fossiele brandstoffen. Het kreeg niet erg veel aandacht, maar was wel behoorlijk succesvol. Activisten zorgden er onder andere voor dat steden als Seattle en Santa Moncia hun financiële banden doorsneden met banken die de Dakota Access Pipeline financierden. In november daalde de Europese oliemarkt nadat bekend werd dat het Noorse overheidsfonds erover nadacht om dertig miljard euro uit de olie- en gasaandelen te halen. Tot nu toe hebben instituten meer dan 4 biljoen euro gedesinvesteerd.

7. Steeds meer klimaatrechtszaken

Het is moeilijk om overheden of bedrijven aan te klagen voor het veroorzaken van klimaatverandering. Toch proberen meer en meer mensen het. Onderzoekers van de Verenigde Naties en Columbia University berekenden dat het aantal klimaatrechtszaken wereldwijd is verdrievoudigd sinds 2014, met alleen al 654 zaken in de VS. Experts als Tim Crosland van de Britse klimaatrechtengroep Plan B denken dat er maar één grote zaak succesvol hoeft te zijn om een kettingreactie te veroorzaken die de fossiele brandstofbedrijven omver kan werpen.

8. Staten en steden doen meer hun best

Toen de gouverneur van Californië, Jerry Brown, naar China ging voor een energieconferentie, had hij een privéontmoeting met president Xi Jinping. Het staat symbool voor de klimaatpolitiek van de VS in 2017: staten als Californië komen met enorm ambitieuze nieuwe wetgeving terwijl Trump klimaatverandering blijft ontkennen. Acties van staten en steden kunnen niet het sterke federale beleid vervangen, maar toch helpen ze de VS wel om halverwege de klimaatdoelen van Parijs te komen.

9. Oliebedrijven twijfelen aan hun toekomst

De directeur van Shell deed een wonderbaarlijke voorspelling in juli: de wereldwijde vraag van olie kan gaan pieken, om vervolgens in de komende tien jaar te dalen. Statoil maakte een soortgelijke voorspelling. Hierdoor worden existentiële vragen gesteld aan een industrie wiens winsten afhangen van een continue groei. Andere bedrijven als Chevron zijn deze ideeën publiekelijk aan het afschieten, maar het feit dat grote oliebedrijven hier überhaupt over discussiëren, betekent dat de leiders van de industrie steeds onzekerder worden over hun toekomst. Met Trump als president leek de fossiele brandstofindustrie nog nooit zo sterk. Toch zouden hun dagen zomaar eens geteld kunnen zijn.