FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Waarom het kwalijk is als homo's homofobe grappen verdedigen

Homoseksualiteit vinden veel mensen nog niet écht normaal, dus moeten we oppassen met het steunen van homofobie – helemaal als je zelf homo bent en er ‘de humor wel van inziet’.
Lisa Lotens
Amsterdam, NL
Screenshot via YouTube
Screenshot via YouTube 

Er is op het internet een ophefje aan de gang over de homo-onvriendelijke grapjes van RTL-programma Voetbal Inside. Veel mensen twitteren hierover, en veel homo’s zijn verontwaardigd. Maar een paar homo’s vinden de ophef totale onzin. Sterker nog: ze vinden de grapjes hartstikke leuk! Satire en flauwe gebbetjes over lhbt’ers is humor waarvoor ik in de diepste bres zou springen, maar de homo-onvriendelijke geintjes van heteroseksuele witte cismannen steunen als je zelf homo bent? Daar is een hoop mis mee. Tijd voor een analyse.

Advertentie

Wat is er aan de hand?

René van der Gijp maakte in een uitzending van Voetbal Inside een gebbetje over homoseksualiteit, namelijk dat hij absoluut geen zin had om Gordon te zien trouwen op televisie. “Ik kon kiezen tussen twee homo's die gingen trouwen, of darten. Ik had die vaselinepot weggezet, ik denk: ik heb even geen trek in die onzin,” zei hij. Dit niet echt grappige en platte grapje staat niet op zichzelf – in Voetbal Inside werden al eerder dingen gezegd over homo’s die stereotyperend of niet door de tolerantiebeugel konden.

Bijvoorbeeld toen René de opmerking maakte dat 14-jarige jongens die stoppen met voetbal in een kapperszaak gaan werken. Johan Derksen noemde de Pride een bloemencorso van mannen met veren in hun reet, en over het verkrachtingsverhaal van Jelle Brandt Corstius hadden de mannen ook een mening: “Hij stak op een gegeven moment zijn pieleman in die jongen z’n mond. Dat vind ik ook smerig. Heel ranzig vind ik dat,” zei René. Waarop Derksen reageerde: “Bah, ik was al even eerder de kamer uitgerend.”

De homo-onvriendelijke en ongeïnspireerde opmerkingen in Voetbal Inside zijn op zich geen nieuws, maar Sunny Bergman vroeg zich op Facebook af of grote adverteerders een programma waarin dit wordt gezegd wel moeten willen sponsoren, want homo-onvriendelijke opmerkingen dragen niet echt bij aan de gedachte dat je normaal bent of erbij hoort als je toevallig op hetzelfde geslacht valt. Bergman kreeg bijval van onder meer Sylvana Simons.

Advertentie

Wat gebeurde er toen?

Je zou denken dat elke lhbt’er hiervan opveert en het hartstikke eens is met de actie van Sunny Bergman – want grote merken die homofobie afkeuren, dat zou een stap vooruit kunnen betekenen in de emancipatie en normalisering van homoseksualiteit. Maar op Twitter verkondigden een aantal homo’s de grapjes van René en Johan juist vreselijk leuk te vinden. De grootste voorstander is Lennard van Mil, voorzitter van de politieke beweging Dutch Gayservatives. Hij plaatste een video – die inmiddels 12.500 keer is bekeken – op Twitter met de volgende tekst:

“Sylvana, wat hoor ik nou!? Wil je Voetbal Inside boycotten? Waarom, omdat ze een paar homofobe grappen maken? Joh, dat maakt toch geen reet uit? We kenne echt wel tegen een stootje hoor, hebben we jou helemaal niet voor nodig om voor ons op te komen, kenne we prima zelf, ja? En over Rene van der Gijp, dat-ie niet van homoseks houdt – ik moet er ook niet aan denken twee van die gezouten zeiksnuiters, gadverdamme. Dus niet zo zuur doen, en lekker van kerst genieten.”

Zijn argument komt neer op ‘Wij homo’s voelen ons niet aangesproken, want wij zijn onafhankelijk en geëmancipeerd, we hoeven ons niet als watjes te gedragen. En: het is juist belangrijk dat zelfspot en de vrijheid om grappen te maken behouden blijft.’

Wat is hier mis mee? Als je homoseksueel bent en je vindt zoiets grappig en je bent geëmancipeerd, dan is dat toch juist goed?

Op zich is er niet veel mis met een beetje zelfspot. Het is zelfs zo dat zelfspot wordt gebruikt als instrument om kritiek te ontwapenen en individuele of collectieve onafhankelijkheid te vergroten in een situatie waarin je eigenlijk niet machthebbend bent. Satire kán een kritische en bevrijdende werking hebben. En als iemand zich prima geaccepteerd voelt in deze maatschappij, dan is dat natuurlijk helemaal toppie.

Maar een hele hoop cijfers laten zien dat lhbt’ers nog lang niet altijd worden geaccepteerd in Nederland. Een op de vijf lhbt’ers maakt weleens geweld mee, 32 procent van de bevolking vindt zoenende mannen ‘aanstootgevend’, en in Amsterdam zijn er per dag één tot twee meldingen van homodiscriminatie.

Advertentie

Je kan als homoseksueel individu zeker moeiteloos door het leven gaan, maar het lijkt me schadelijk om te zeggen dat “we” geëmancipeerd zijn. Er zijn namelijk ook mensen die wel een klap krijgen omdat ze nou eenmaal homo zijn, die uitgescholden worden op straat, of niet zichzelf durven zijn. Dat maakt iemand geen watje, maar misschien eerder zoiets als de pineut van een maatschappij waarin homohaat nog altijd heersend is. Het probleem bij de lhbt-gemeenschap neerleggen (“we zijn toch geen watjes”), waar je zelf onderdeel van uitmaakt, riekt naar de geur die vrijkomt als de emancipatieplank wordt misgeslagen.

En dat niet alleen, ook sluit je het gros van je eigen gemeenschap uit. Het lijkt me namelijk nogal brutaal om te vragen van mensen die (ongevraagd) de sigaar zijn van homodiscriminatie, niet te zeiken en zich te ‘vermannen’. Grappen toejuichen die homohaat in de hand werken, helpt niet om homoseksualiteit te normaliseren. Bovendien geeft het Voetbal Inside een vrijbrief om zonder pardon door te gaan, want als een homo het prima vindt, dan mag het – toch? Niet iedereen ervaart de vrijheid die de homonormatieve Lennard en zijn vrienden schijnbaar wel hebben.

Er zijn nog steeds behoorlijk wat homoseksuele mannen die moeite hebben met uit de kast komen, helemaal op de voetbalclub. Volgens onderzoekstelevisieprogramma Radar ontvangt 17 procent van de voetbalclubs jaarlijks klachten over racisme en homodiscriminatie. En dat zijn alleen nog maar de mensen die het hebben aangedurfd om een klacht in te dienen. De angst om niet geaccepteerd of gepest te worden, wordt alleen maar versterkt als (nog-niet-uit-de-kast) homo’s met hun vrienden of vaders naar de loeileuke geintjes van Voetbal Inside kijken.

Als je als homo grappen aanmoedigt die homo-onvriendelijk zijn, en bovendien vindt dat je daar als lhbt-gemeenschap om moet kunnen lachen, zeg je eigenlijk dat het ook voor homo’s prima is om homoseksualiteit abnormaal te vinden. Het zou hartstikke leuk zijn als er (goeie) grappen worden gemaakt over homo’s in een aflevering van Voetbal Inside, als homoseksualiteit echt geaccepteerd was – zowel in de maatschappij als in de voetbalwereld. Maar zolang dat nog niet zo is, heb ik nog geen zin om een potje te schuddebuiken.