Het was niet alleen de geur, maar vooral de intensiteit ervan. Het eerste vleugje had iets weg van camembert. Maar hoe dichterbij het golfkarretje kwam, hoe zoeter de geur werd; ik werd er misselijk van. Je zou zeggen dat als de dood een geur zou hebben, dat dit het zou zijn. Maar in feite was het de geur van wat er na de dood komt.
In het golfkarretje zat Dr. Daniel Wescott – forensisch antropoloog en directeur van de Texas State Forensic Anthropology Center. Hij vertelde een verhaal over zijn vierjarige dochtertje. Ze had hem ooit gevraagd: “Dus, als ik doodga, word ik dan heel bol? Ontplof ik dan?”
Videos by VICE
“Nee,” had de vrolijke vijftiger gezegd. “Je ontploft niet, maar je loopt leeg. Wel zwel je eerst op.”
“Net als dit lichaam,” zei hij nu. Hij wees naar het lijk aan onze voeten – één van de tientallen donorlichamen die aan de elementen zijn blootgesteld in de bosrijke, 26-hectare grote ontbindingsonderzoeksfaciliteit van Texas State University.
“Wanneer iemand overlijdt vindt eerst de autolyse plaats, waarbij je enzymen je lichaam helpen ontbinden,” legt de wetenschapper uit. De lichaamscellen lopen vol met giftige gassen, waarna ze barsten. De vloeistoffen leiden tot een heel gladde huid, wat een effect geeft alsof de bovenste huidlaag is verbrand. De vloeistof zelf verandert in een rijke bron voor bacteriën – vooral met de darmen kunnen bacteriën hun lol op.
“Als je bacteriën hebt, dan bouwen gassen zich op en blaas je op. Het gezicht is het eerste dat opzwelt, waarna de buik, armen en benen aan de beurt zijn. Dat trekt vliegen aan die eitjes leggen op het lichaam, en als die uitkomen, voeden de larven zich met het lichaam. Na een tijdje daalt de zwelling en begint de vloeistof uit het lichaam te vloeien, wat zwarte vlekken op het lichaam veroorzaakt. Je weefsel wordt opgegeten door dieren en insecten – het enige dat overblijft is een skelet.
Ik wees naar het opgezwollen lichaam dat voor ons lag. “Is dat een vrouw?”
“Nee, dit is eigenlijk een man.”
Het elf dagen oude lijk puilde uit van de larven en lag in een kooi met het gezicht naar beneden. De opgezwollen buik, de houding en de glanzende huid hadden iets weg van een gebraden kalkoen. Het doel van de kooi was om grote dieren te weren, maar muizen konden er nog steeds doorheen.
“Zo nu en dan vinden we een ratelslang in de kooi,” vertelde Wescott. “Ze komen de kooi binnen en eten dan zo veel muizen dat ze te dik worden om de kooi weer uit te kunnen.”
De andere lichamen in de buurt lagen met het gezicht naar boven. Je kon in hun ogen kijken – of op zijn minst in de gaten waar ooit ogen hadden gezeten. Vooral de tanden vielen op. Het contrast van de witheid van de tanden met de donkere en maskerachtige gezichten was enorm. Hun monden waren open en hun lippen teruggetrokken. Het was onmogelijk om de uitdrukkingen op de gezichten te negeren. Ze waren in verschillende staten van ongeloof: shock, verwarring, en angst.
Wescott bracht me naar een hoopje overblijfselen. Het lichaam was er geplaatst om door gieren te worden gegeten. “Zie je de veren?” vroeg hij. “Als de gieren klaar zijn, is er haast niets meer van het lichaam over. Dit hier is bijna allemaal huid. De gieren prikken door de huid en trekken alles door de gaten heen, maar de huid zelf eten ze niet.”
“Ontbindt iedereen op die manier?” vroeg ik.
“Het is in feite altijd hetzelfde, behalve wanneer iemand veel chemotherapie heeft gehad. We gebruiken die lichamen dan ook nooit, omdat de vogels daar ziek van kunnen worden.”
Onderweg naar de uitgang kwamen we langs een skelet dat languit op een veld lag. Ze lag daar al anderhalf jaar. Het lichaam was omringd met dood en droog gras, behalve onder het lichaam zelf, waar de vegetatie in het silhouet van een lichaam omhoog sprong.
“Bij het ontbindingsproces komt er veel stikstof vrij in de aardbodem,” vertelde Wescott. “Planten hebben dat tijdens hun groei nodig.” Het groene gras onder het lichaam was bezaaid met rode, blauwe en gele bloemen.
Eenmaal bij het laboratorium ging ik met de forensisch antropoloog zitten, terwijl hij voorzichtig dozen met botten uitpakte en ze op de tafel voor ons neerlegde. Hij popelde om uitleg te geven over ons lichaam in tijden van leven en dood.
VICE: Wat voor werk doe je hier?
Dr. Daniel Wescott: Natuurlijk doen we veel onderzoek. Met name naar het tijdstip van het overlijden. Ook analyseren we het stoffelijke overschot voor advocaten. Een ander groot deel van ons werk is het identificeren van stoffelijke overschotten van migranten die zijn overleden tijdens het oversteken van de grens tussen Texas en Mexico. Maar er zit ook een educatieve kant aan. Zo bieden we stages aan, en trainen we personeel van rechtshandhaving, medische onderzoekers en hondentrainers.
Welke gevallen die je in je carrière hebt meegemaakt staan je nog het sterkst bij?
Nou, een van de eerste opdrachten waar ik aan heb gewerkt was in Kansas, met een negenjarig meisje. Ze was al een tijdje vermist. Het bleek dat ze voor de eerste keer toestemming had gekregen om alleen te spelen in haar straat. Niet veel later vonden ze kilometers verder haar schedel tussen botten van dode dieren van een boerderij. Ze brachten ongeveer vijf tot tien grote zakken vol botten naar mij, die ze vervolgens uitspreidden op tafel. Mijn taak was dus om haar botten te vinden tussen de resterende botten van dieren.
Met negentien maanden oud had dat jongetje al meer botbreuken dan veel mensen in hun hele leven zullen krijgen.
Hoe raakt dit werk je op emotioneel vlak? Het zijn vooral de kinderen die me raken. Het is moeilijk om te begrijpen dat iemand een kind zo iets kan aandoen. Vaak kom je dan achter een geschiedenis van mishandeling. Ik heb ooit een opdracht gehad waarbij een kindje nog maar negentien maanden oud was. Zijn vader had gezegd dat hij midden in de nacht naar het toilet was gegaan, over het tapijt was uitgegleden en met zijn hoofdje het toilet had geraakt. Toen we de zaak onderzochten, bleek het kind vijf breuken te hebben van verschillende gelegenheden. Hij had een breuk boven zijn pols waar het te hard was verdraaid. Met negentien maanden oud had dat jongetje al meer botbreuken dan veel mensen in hun hele leven zullen krijgen.
Wat zie je hier als je kijkt naar deze botten?
Het is wonderbaarlijk hoeveel je te weten kunt komen over iemands leven door zijn botten af te lezen. De eerste resten die ik onderzocht waren van prehistorische mensen. Ik kon aan hun tanden zien dat één van hen pijp rookte. Ook kun je veel zeggen over waar ze zich mee bezig hielden, of ze hard werkten, wat voor voedsel ze aten en wat voor ziektes ze hadden, zoals syfillis.
Hoe kun je zien wat voor activiteiten ze deden?
Je kijkt naar de doorsnede van het bot. Pak bijvoorbeeld dit dijbeen. Je kan het vergelijken met een balk in een gebouw. Het kan verschillende krachten weerstaan en het past zich gedurende zijn levensduur aan aan alle krachten die het moet doorstaan. Dus als je een hardloper bent, buigen je benen veel op en neer. Om die beweging te kunnen faciliteren worden je botten wat dikker. Maar als je bijvoorbeeld meer een voetbaltype bent, dan draai je veel op en neer, wat botten oplevert die helemaal rondom dikker zijn.
Waar belasten moderne mensen hun botten mee?
We dragen veel onnodig gewicht, wat gevolgen heeft voor onze wervelkolom. Je krijgt daardoor veel fusie van de wervels. Dat zie je ook vaak bij ouderen.
Zie je ook andere verschillen tussen onze voorouders en onszelf?
Nou, het verbazingwekkende is dat ons postuur heel flexibel is. Er is veel veranderd. Onze schedels zijn smaller, hoger en langer geworden. Ons lichaam is ook langer en zwaarder geworden, wat effect heeft op onze botten.
Er komen verschillende kevers op af. Sommige worden aangetrokken door de larven, andere worden aangetrokken door het droge vlees.
Wat motiveert volgens jou de doden die hier liggen om hun lichaam te doneren? Vaak willen ze hun lichaam doneren in de naam van de wetenschap, maar medische scholen wijzen ze af omdat ze te lang, kort, dik of dun zijn. Maar voor ons is dat geen probleem. We krijgen ook veel mensen die hun familie niet tot last willen zijn. Het is een alternatief voor het traditionele begraven.
Worden alle kosten gedekt?
Ja. We doen hier ook onderzoek met gieren en veel mensen laten specifiek weten dat ze gebruikt willen worden voor dat soort onderzoek.
Waarom?
Dat weet ik niet, maar ze willen het gewoon. Ik denk dat sommige mensen het interessant vinden, of vinden dat het de meest milieubewuste manier is om de aarde te verlaten. Ik ben zelf ook donor.
In wat voor soort onderzoek zou je gebruikt willen worden?
Ik zou het niet willen beperken. Eén van de dingen waar we nu op focussen is het begrijpen van de necrobiome. Er is een heel ecosysteem rondom een lijk. Je hebt microben, bacteriën, schimmels en allemaal verschillende soorten insecten. Sommige vliegen landen op je, zodat ze eieren kunnen leggen en de larven aan je lichaam kunnen knagen. Andere vliegen zijn tot je lichaam aangetrokken omdat hun larven de maden kunnen eten. Er komen verschillende kevers op af. Sommigen worden aangetrokken door de larven, andere worden aangetrokken door het droge vlees. Dan heb je ook nog vogels die aangetrokken worden door de insecten. Gieren aan het weefsel. Ook komen er vossen en coyotes op af. Dus we willen in feite weten hoe dit bijzondere ecosysteem in elkaar zit. Wat trekt nou precies die vliegen aan? Welke veranderingen ondergaan de microbacteriën gedurende die tijd?
Welke bevindingen heb je tot nu toe gedaan?
Onze onderzoekers hebben bevindingen gedaan die laten zien dat de bacteriën chemische stoffen vrijgeven die vliegen aantrekken. Als die landen brengen ze andere bacteriën met zich mee. Ook produceren ze peptiden in hun speeksel, dat de groei van sommige bacteriën bevordert, maar ook sommigen doodt. Het hele proces is erg gestructureerd. We weten dat de temperatuur en de vochtigheid ook een rol spelen— temperatuur is één van de drijvende krachten achter de ontwikkeling van insecten. Als we dat eenmaal kunnen bepalen, dan kunnen we ongeveer het tijdstip van iemands overlijden vaststellen. Dat varieert van een paar dagen tot één week en is niet heel moeilijk, maar voorbij een bepaald ontbindingsstadium wordt het wel ingewikkeld. Ik denk niet dat we ooit een precies tijdstip van overlijden kunnen vaststellen, maar ik denk wel dat we een goede schatting kunnen maken. Het is een erg spannende tijd om een forensisch antropoloog te zijn.