Eten

Levenslessen van de Amsterdamse barvrouw die zal blijven tappen tot haar dood

Welkom bij Last Call, een rubriek waarin we bij doorgewinterde barmannen en -vrouwen aan de bar hangen om wat van hun levenswijsheid op te doen. Van hoe je over een gebroken hart geraakt tot welke drankjes je niet moet bestellen als je niet uitgelachen wil worden.

Deze keer gaan we langs bij het altijd propvolle Café Sientje in Amsterdam, waar de legendarische cafébaas uitlegt hoe ze jong en oud aan het dansen krijgt, hoe je als barvrouw het best een bargevecht kan voorkomen, en waarom er af en toe een dildo aan haar bar bungelt.

Videos by VICE

Cafe Sientje - 1

Alle foto’s door Rebecca Camphens

Als ik Café Sientje binnenstap, is het eerste dat er op z’n plat Amsterdams naar m’n hoofd wordt geslingerd: “Je mag nog geen foto’s maken hoor, m’n haar is nog niet gedaan.” De woorden zijn afkomstig van Roelie Vontstee (beter bekend als Sientje), mede-eigenaresse van Café Sientje. Leeftijd: geheim.

Sientje staat al zeven jaar achter de bar van het café en ze is precies wat je van een Amsterdamse barvrouw verwacht: recht voor z’n raap. Het café is er één uit duizenden: de bar is versierd met rood fluweel en ook de porseleinen engelen en paarden ontbreken niet.

Jan Boeree, haar zaken- en partner zonder seks (zoals ze zelf zegt), komt binnen en begint Sientjes haar te krullen: “Dat doet-ie elke avond. Ik ben soms weleens bang dat het er van ellende afvalt. Bijna alle vrouwen die hier komen doen dat hoor – bussen haarlak gaan erin. Sommigen gaan ook naar de kapper voor ze hier komen. Typische Sientje-kapsels.

MUNCHIES: Waarom denk je dat mensen steeds terugkomen naar Café Sientje? Sientje: Het is hier altijd feest. Die Hollandse gezelligheid heb je nergens anders. We doen er ook alles aan om dat te behouden. Zo was hier gisteren een zangertje en die begon Dikkerdje Dap te zingen. Alle mensen hielden direct op met dansen. Ik pak een microfoon en schreeuw: “Het is hier verdomme geen Kabouter Plop; het is café Sientje, er moet gefeest worden. Wat anders opzetten of je vliegt eruit.”

Soms heb je weleens een saai groepje aan de bar zitten, kaktutten met van die gestreken bekkies. Dan hang ik een grote dildo aan de bar en zeg: ‘Gaaf is-ie he?’ Vaak moeten ze toch wel lachen. Overigens is die dildo een keertje uitgeleend aan een vrouw, die zei: “Ik wil hem wel een keer proberen, krijg je ‘m volgende week terug.” Toen ze ‘m daarna gewassen en wel terugbracht zei ze dat-ie toch iets te dik was. Hahahahhahaha.

Cafe Sientje - 7

En ja, iedereen is hier welkom: of je nou homo bent, of pot, of omgebouwd. Je bent toch mens? Als je maar plezier hebt, daar gaat het om.

Wat heeft barvrouw zijn je geleerd over jezelf? Ik ben veel sterker geworden. In het begin stond ik hier als een bange doos in m’n coltrui. M’n man was overleden en ik moest daardoor ineens aan het werk. Dat was wel even wennen. Ik wilde ook door iedereen aardig gevonden worden. Maar die onzekerheid heb ik niet meer. Als je me niet aardig vindt, donder je maar op. Dan kun je een biertje krijgen en weer opzouten.

Cafe Sientje - 4

Wat is het ergste wat iemand in je carrière als barvrouw tegen je zei en hoe reageerde je? Weet je schat, je kan mij niet zo snel boos krijgen. Mensen mogen hier een foutje maken, dan krijgen ze een waarschuwing en daarna nog één, maar bij de derde pleur ik je eruit. Laatst zat hier ook een dronken griet aan de lampen te hengelen – ik vraag twee keer of ze het niet wil doen, maar bij de derde keer vlieg ik achter de bar vandaan. Opzouten. Maar waar ik écht niet tegen kan zijn mensen die me aanspreken met ‘hé’. Als je m’n naam niet weet, zeg je maar mevrouw. Ik ben geen hond.”

[Als er twee mannen ongeduldig op de deur kloppen, loopt ze weg en roept: “Wegwezen, we zijn effe interviewen.”]

Cafe Sientje - 6

Het is natuurlijk een cliché dat cafés er bekend om staan dat mensen in verschillende staten van dronkenschap hun hart luchten bij het barpersoneel. Geef je weleens advies? Ik geef niet zo vaak advies, want het is meer een feestcafé. Met één oude man praat ik wel vaak. Hij kwam hier vroeger regelmatig met z’n vriend. Ik had ze al een tijdje niet gezien, toen bleek dat hij z’n vriend aan hiv had verloren. Met hem praat ik daar weleens over – hij vindt het fijn omdat ik hem ook gekend heb. Maar verder is het een feestcafé, dus daar is niet veel ruimte voor.

Heb je veel vaste of bekende gasten? Ja genoeg. Eén man komt hier al jaren elke week in zo’n lange regenjas. Hij is heel oud, maar zit hier elke week achter de meisjes aan. Laatst kwamen we erachter dat hij gewoon een vrouw thuis heeft zitten – ik lachte me rot. Verder komen Gerard Joling en Patricia Paay ook weleens. [Later komt Michael, de vriend van tv-ster Barbie, ons vergezellen]

Cafe Sientje - 8

Soms denken toeristen dat het hier een bordeel is. Dan komt er ineens tien man binnen die direct naar boven lopen op zoek naar de peeskamers. Vervolgens komen ze verward weer naar beneden. Ze snappen er niks van door al die rode lampen, maar ik lach me rot.

Krijg je weleens te maken met agressieve klanten? Hoe ga je daarmee om? Gevechten gebeuren hier gelukkig bijna nooit. Vaak ben ik er al bij voordat het uit de hand loopt, want ik zie álles. Als ik zie dat het ergens begint te rommelen, loop ik erheen om het te sussen. Daarom drink ik ook nooit zoveel. Nou ja, wel veel, maar ik ben niet dronken. Mijn drankdieet bestaat uit energiedrankjes en malibu-cola. En m’n motor is dropshotjes. Het is denk ik maar drie keer gebeurd dat ik onderweg naar huis moest stoppen omdat ik misselijk was, maar dan neem ik gewoon een Albert Heijn-tassie mee.

IMG_2587

Wat voor wijsheid over het zijn van een goeie barvrouw kan je andere barvrouwen en -mannen meegeven? Je moet gewoon plezier hebben in je werk, dat is alles. Als je dat niet meer hebt kun je beter inpakken.

Kunnen we je hier over een paar jaar nog steeds vinden? Ik zie ons dit samen nog lang doen. Zolang hij m’n make-up en m’n haar doet tenminste, want je moet me niet zonder zien. Weet je, ik denk altijd maar: geraniums zet je maar op m’n graf, daar hoef ik niet achter te zitten.

Jan vult aan: “Als ze ooit doodgaat, leggen we d’r hier op de bar – dan laten we er nog een keer zo’n necrofiel overheen gaan en dan gaat ze de deur uit.” [De twee lachen hard.]

Later op de avond zal Sientje zingen: “C’est la vie, je moet genieten van het leven want het duurt toch maar heel even falderie.”

En zo is het maar net.