Christel Hebergement-BXL-Refuges
Identiteit

Christel ving in 1,5 jaar meer dan 50 migranten op in haar eigen huis

Ze betaalde alle kosten op eigen houtje, en werd vervolgens ten onrechte van mensensmokkel beschuldigd. “Ik vond er niks raars aan. Het had me pas raar geleken om ze níet te helpen.”
Clara Montay
Brussels, BE

Volgens de Belgische wet is het niet verboden om vluchtelingen met een verblijfsvergunning op te vangen of mensen te helpen die illegaal in België verblijven – tenzij de “humanitaire redenen” om dit te doen niet duidelijk genoeg zijn. Want dan kan het ook als mensenhandel worden opgevat, wat bestraft kan worden met een boete van 1700 tot 6000 euro of een gevangenisstraf van acht maanden tot een jaar.

Advertentie

Waar zit die grens dan precies? De omschrijving is onduidelijk en veroorzaakt veel verwarring. Het is strafbaar om migranten onderdak te bieden als je ze ook helpt om naar de grens te gaan, of wanneer er financiële belangen zijn. “Naast dat artikel 77 mensenhandel en niet-humanitaire hulp strafbaar stelt, heeft het ook tot gevolg dat solidariteit wordt gecriminaliseerd en burgers worden ontmoedigd om migranten op te vangen,” legde vreemdelingenadvocaat Virginie Sana uit bij Le Vif.

De 52-jarige Christel ving in anderhalf jaar tijd meer dan vijftig migranten op in haar eigen huis, en aangezien ze zich beperkte tot huisvesting heeft ze nooit een wet overtreden. Ze blikt terug op deze ervaring, waarvoor ze verder geen (financiële) steun kreeg vanuit de overheid.

“Ik ben begonnen door voedsel en slaapzakken uit te delen in het Maximiliaanpark in Brussel. Na een tijd was er ook veel vraag naar huisvesting, en dat bood ik aan zodra mijn kinderen uit huis waren, in januari 2018. Ik had een bericht gestuurd naar het burgerplatform, waarna ik gevraagd werd of ik een meisje en haar oom op kon vangen. Ik zei ja. De volgende dag werd ik door dezelfde persoon gevraagd of nóg iemand bij me kon verblijven. Uiteindelijk zijn zowel Woadosa, Ibrahim als Solomon heel lang bij mij gebleven.

Advertentie

De meeste mensen die ik heb opgevangen kwamen uit Ethiopië en Eritrea, en waren tussen de 16 en 29 jaar oud, dezelfde leeftijd als mijn kinderen. Ze waren erg gelovig en baden veel. Er zat maar één moslim tussen: Ibrahim.

Ze sliepen in dezelfde kamer op luchtbedden, en konden de woonkamer als gemeenschappelijke ruimte gebruiken. In de keuken hadden we twee kasten staan, die ik vooral vulde met tomatensaus, sardientjes, conserven, eieren, pikante saus (veel pikante saus!), pasta en rijst. Ze maakten zelf vaak injera’s, een zuur, pannenkoek-achtig brood uit Ethiopië.

Hebergement-1.jpg

Het eerste wat ze meestal deden als ze hier aankwamen was eten, douchen, een was doen en slapen. Soms sliepen ze twee dagen lang, omdat ze dat al vijf nachten niet hadden gedaan. In het begin waren ze vaak voorzichtig, maar het duurde meestal niet lang voordat ze vrolijk aan tafel zaten, en me uitgebreid vertelden over hun reis. We moesten met handen en voeten communiceren, maar dat ging vrij natuurlijk.

“Vaak zijn het alleenstaande vrouwen met kinderen die onderdak aanbieden.”

Toen andere migranten ook hoorden dat ik mensen opving, begon het steeds vanzelfsprekender te worden dat er weer nieuwe kwamen. Ze zeiden dat ze nergens anders heen konden, dus nam ik ze maar mee. Op een gegeven moment zat ik met kerst met zeven migranten in huis, en dat was wel echt te veel. Maar het blijft kerst, dan laat je ook niemand in de kou staan.

Advertentie
Hebergement-3.jpg

Het waren natuurlijk niet alleen maar goede ervaringen – soms maakten ze weleens iets kapot. Een andere gastvrouw vertelde ook een keer dat ze bij haar zomaar waren weggegaan en niks hadden laten horen.

Vaak zijn het alleenstaande vrouwen met kinderen die onderdak aanbieden – die onafhankelijk zijn. Dat staat haaks op de cultuur van veel migranten, waarin de man juist onafhankelijk is. Maar bij mij waren de jongens altijd alsnog heel respectvol, en hielpen ze me constant. En als ze niks uitvoerden omdat er ook vrouwen waren, en dat het “hun taak” was om eten te maken, zei ik dat het bij ons niet zo werkt.

“Wanneer migranten gearresteerd worden en daarna vrijgelaten, worden vaak hun telefoons in beslag genomen – of hun schoenen en kleren. Een keer kwamen er een paar op hun slippers en zonder jas bij me aankloppen, midden in de winter.”

Na anderhalf jaar werd het me toch te veel. Sommige mensen kwamen onaangekondigd opdagen, het was niet meer houdbaar. We waren nooit eens alleen thuis met ons gezin. Ook financieel werd het lastiger: als je vier tot zeven mensen in huis hebt die allemaal één of zelfs twee keer per dag douchen, hun kleren moeten wassen en te eten willen krijgen, dan lopen de kosten flink op. Ik was voor een heel jaar 1000 euro aan waterkosten kwijt en 240 euro per maand aan elektriciteit.

Hulp van de overheid kreeg ik niet, dus ik zocht andere manieren om het geld bij elkaar te vegen. Vrienden sprongen bij, en vrijwilligers gingen langs supermarkten om onverkochte producten op te halen. Zoals brood van een dag oud, dat verder nog helemaal prima is als je het even in de oven doet. Bij groenten snij je gewoon de vieze plekjes eraf, en voila.

Advertentie

Wat ik doe is humanitaire hulp, maar de overheid werkt het behoorlijk tegen. Het is niet zozeer een misdaad als je iemand onderdak biedt, maar je mag ze niet verplaatsen, omdat je anders als smokkelaar wordt gezien. Ibrahim en ik zijn een keer in de problemen gekomen, toen we naar het politiebureau in Antwerpen gingen om zijn telefoon op te halen, die de politie in beslag had genomen. Telefoons zijn erg belangrijk voor ze – het is hun enige manier om met hun familie te communiceren.

Toen we daar aankwamen werd ik meteen in een apart kamertje gezet, en pakte een agent mijn telefoon en vroeg hij om de pincode. Ibrahim werd drie uur vastgehouden. Ze dachten dat er sprake was van mensenhandel. Ik zei: “Smokkelaars verdienen geld – mij kost het juist geld.” Toen we vrij werden gelaten zei een agent tegen Ibrahim dat hij papieren zou kunnen krijgen als hij de naam van een smokkelaar zou geven. Dit was puur machtsmisbruik.

Wanneer migranten gearresteerd worden en daarna vrijgelaten, worden vaak hun telefoons in beslag genomen – of hun schoenen en kleren. Een keer kwamen er een paar op hun slippers en zonder jas bij me aankloppen, midden in de winter. De rest had de politie allemaal afgepakt.

“Soms krijg ik ineens een berichtje: “Mummy, I’m in the UK.” De eerste paar keer huilde ik tranen met tuiten.”

Ze willen vaak zo snel mogelijk naar Engeland, om daar de benodigde papieren te krijgen – dan zitten ze niet meer vast aan Europese landen. Hiervoor moeten ze in een vrachtwagen springen, wegrennen voor de politie, buiten slapen of niet slapen, koukleumen en constant honger en dorst lijden. Het is overleven.

Advertentie

Bijna iedereen die ik heb opgevangen zit nu in Engeland. Ik heb met sommigen nog steeds contact – soms krijg ik ineens een berichtje: “Mummy, I’m in the UK.” De eerste paar keer huilde ik tranen met tuiten. Ze vertellen me dat alles in orde is in Engeland, dat ze de papieren hebben. Als ze minderjarig zijn, kunnen ze daar gewoon naar school. Ik heb de indruk dat de hulp daar beter georganiseerd is.

Of het nu om een economische of politieke aanleiding gaat, migranten hebben altijd goede redenen om te vertrekken. Als ze niet wegvluchten voor het geweld van de politie of het leger, dan is het wel voor de honger. Ze reizen mijlenver en riskeren hun leven op zee – veel van hen kunnen helemaal niet zwemmen. Ze mensen betalen veel geld – soms wel 10.000 euro – aan smokkelaars om in gammele bootjes te zitten die elk moment kunnen zinken. En die smokkelaars kunnen tuig zijn, dat zeker. Maar dat geldt niet voor iedereen die vluchtelingen helpt. Smokkelaars die joden hielpen tijdens de Tweede Wereldoorlog werden later als helden beschouwd – hopelijk dat dat over twintig jaar ook voor ons gaat gelden.

“Smokkelaars die joden hielpen tijdens de Tweede Wereldoorlog werden later als helden beschouwd – hopelijk dat dat over twintig jaar ook voor ons gaat gelden.”

Advertentie

We raken in paniek als er 10.000 mensen aan de grens staan, maar 40.000 mensen in voetbalstadions krijgen is geen probleem. Alleen al in de omgeving van station Brussel-Zuid zijn er zoveel ongebruikte gebouwen. In het slechtste geval gaan we erheen en bouwen we nieuwe logementen. Er zijn zoveel manieren om te helpen, maar de overheid onderneemt niets. België bestaat uit 5 miljoen huishoudens – kan je je voorstellen wat we zouden kunnen bereiken als we per huishouden één iemand in huis zouden nemen?

Ik ben blij dat ik dit gedaan heb, en ik zou het zo weer doen. Sommige mensen bewonderden wat ik deed, anderen zeiden dat ze het zelf niet zouden kunnen. Ik vond er niks raars aan. Het had me pas raar geleken om ze níet te helpen.

Hebergement-4.jpg

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.