Travel

Maak kennis met de struikrovers van Madagaskar

Op de uitgestrekte grond van het eiland Madagaskar, in de Indische Oceaan, wonen struikrovers, bandieten, die erop los roven en moorden zonder daar ooit voor gestraft te worden.

Gewapend met bijlen, jachtgeweren en AK-47’s richten de bendes zich op de kuddes zeboe, oftewel bultrunderen – zo’n beetje het meest waardevolle dat er in de regio te vinden is. Het geweld is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. En naarmate het aantal bultrunderen steeds kleiner is geworden, is ook een leven steeds minder waard geworden. Ik wilde weten of deze schurken, die door het hele land gevreesd worden, hun naam eer aan doen.

Videos by VICE

Volgens de nomadische stammen, die de savanne hun thuis noemen, is het vee in zowel cultureel als economisch opzicht zeer belangrijk. Het stelen van zebu, op kleine schaal althans, is in principe niks nieuws, maar door tientallen jaren van onzekerheid, armoede en een groeiende vraag naar vlees, is er een nieuwe generatie van professionele ‘veedieven’ ontstaan: de malaso.


KIJK:


De malaso zijn actief op de zuidelijke en westelijke vlaktes, in een gebied ter grootte van het Verenigd Koninkrijk. Ze vallen geïsoleerde dorpen en steden aan, en verdwijnen vervolgens weer in de wildernis, samen met het gestolen vee. Ze opereren in bendes en reizen te voet. Door een nauwelijks bestaande infrastructuur en een zwaar onderbemand politieapparaat, staan de dorpsbewoners machteloos. De lokale milities zijn in feite de enige verdediging waar de herders uit de dorpen over beschikken.

Madagaskar is voor de politie zo moeilijk te beheersen dat een derde van het land gemarkeerd is als ‘rode zone’, oftewel als gebied waarvan wordt erkend dat het buiten overheidscontrole valt. Voor de miljoenen mensen die in deze geïsoleerde regio’s wonen is hun bestaan elke dag een onzekerheid.

Nadat ik twee jaar in het zuidwesten van Madagaskar had gewerkt was ik gewend geraakt aan de geweerschoten tijdens de vee-berovingen, het zien van gescheurd vlees van slachtoffers, het luisteren naar de legendes van de onoverwinnelijke bandieten, en aan alle angst en teleurstellingen die bij dit conflict komen kijken. Toch had ik de mannen die hiervoor verantwoordelijk waren nooit ontmoet.

Zodra ik de ‘rode zone’ doorkruis passeer ik een herder die zijn zebu de andere kant op drijft. Op weg naar de veemarkt in het dorpje Ihosy zal deze veehouder zijn erfgoed – en zo’n beetje het enige wat hem status verschaft – verkopen voor eenvoudig geld. Hij hoopt dat hij op die manier zijn familie kan beschermen tegen de mannen die ik juist wil ontmoeten.

Gekleed als een post-apocalyptische krijger arriveert het hoofd van de malaso, rechts op de foto, met een groepje andere struikrovers. Hij spreekt met een zwaar accent en slist een beetje. Hij gunt me nauwelijks een blik, terwijl ik hem probeer uit te leggen waarom het goed zou zijn om ook zijn kant van het verhaal eens te vertellen.

Een fles rum die ik heb meegebracht als cadeau lijkt hem te overhalen. Ik krijg toestemming om de bende te volgen naar hun kamp in de wildernis. Zonder een daadwerkelijk pad te volgen, banen de malaso hun weg door de Savanne, hun geweer op de schouders. Ik heb de grootste moeite om ze bij te houden.

Jammer genoeg is het kamp van de rovers geen gigantisch fort, maar bestaat het slechts uit een paar schuilplaatsen onder een boom. Tussen de plunderingen door leven de malaso hier met hun vrouwen, vriendinnen en kinderen. Kampvuren worden aangestoken voordat de zon opkomt, kort daarna begint het jagen en het foerageren. De namiddagen worden op zeer kalm tempo doorgebracht. De bandieten slapen op de loop van hun geweer, geliefden tatoeëren elkaar met accuzuur, boodschappers brengen nieuws vanaf het grondgebied van de leider. ‘s Nachts drinken de mannen zelfgemaakte sterke drank en schieten ze takken uit de bomen.

Het leiderschap van de leider staat altijd op de tocht. Velen zijn hem voorgegaan en ten prooi gevallen in de handen van moordenaars en muiters. Hij onderhoudt de orde door discipline en een ijzeren vuist. Op ontrouw volgt direct executie. Een ongepast woord leidt tot publiekelijke vernedering. Deze jonge bandiet wordt ten schande gezet voor een klein incident, door zijn geweer in beslag te nemen.

Na een inval hergebruikt een malaso zijn kogelhulzen. Munitie is duur en bandieten hergebruiken kogelhulzen soms wel vijf keer. Ze smeden nieuwe kogels van lood uit oude auto’s en mixen buskruit van de zwarte markt met kaliumnitraat, houtskool en zebupoep.

De zoon van de malaso speelt met zijn schep, terwijl hij mee is op gedwongen excursie. Hij vertelt dat hij moet bewijzen dat hij het waard is om een geweer te dragen en zo in de voetstappen van zijn vader en broers te treden, tijdens plunderingen.

Hier poseer ik met een paar malaso vlak voor ze op plundering gaan. Het doelwit is drie dagen en nachten lopen, in het noorden over moeilijk terrein. Als de plundering succesvol is zal de terugreis uitgelaten zijn, samen met een kudde zebu. Ik wil mee met de groep, maar dat wordt me geweigerd. Er is geen discussie mogelijk. Ik zal hen nooit kunnen bijhouden.

Ik wens de gang veel succes. Kort daarna realiseer ik me dat ik ze succes wens met moorden en stelen. Hoe snel ga ik mee in hun wereld? Dit zijn schurken, moordenaars en dieven. Maar het zijn ook de opportunisten die delen van het land durven te verkennen die de wereld genegeerd heeft.

@shotbyjamespatrick