In onze nieuwe rubriek Beperkt Houdbaar stoffen we retro kookboeken af om recepten uit te proberen die misschien wel met een goede reden in de vergetelheid zijn geraakt.
De magnetron is een van de mooiste uitvindingen van de moderne tijd. Je stopt er bevroren voedsel in, vervolgens worden er elektronen op afgevuurd die de moleculen in je eten sneller laten bewegen en de hele boel opwarmt en ontdooit. Enerzijds symboliseert het de toekomst, want de magnetron past perfect in een futuristische film waarin koken gereduceerd wordt tot een druk op een knop. Anderzijds symboliseert het mijn onbezonnen jeugd, want er is weinig nostalgischer dan het geluid van een piepende surrogaatmoeder terwijl je op de bank tekenfilms kijkt.
Videos by VICE
De magnetron was lange tijd veel meer dan een ding waarmee je bevroren voedsel kon ontdooien. Toen de magnetron eind jaren zeventig betaalbaar werd voor gewone huisvrouwen, werd het razend populair om er volledige maaltijden mee te koken. Tot diep in de jaren negentig werden er kookboeken gemaakt met recepten waarbij je enkel de magnetron hoefde te gebruiken.
Ik ben best een luie kok. Ik maak altijd dezelfde drie eenpansgerechten, dus een kookboek met magnetronmaaltijden klinkt net bizar genoeg om me te verrassen, en simpel genoeg om me niet te hoeven uitsloven. Doe meer met de Magnetron, heet het kookboek. Het komt uit de jaren negentig en op de cover staat een onherkenbaar moesje, een witlofschotel en een vleeshoop met prikkertjes erin. Een van de eerste recepten is voor kipterrine, waarbij stap vier luidt: warm de gepureerde, rauwe kip een kwartiertje op de magnetron. Ik ben geen fan van salmonella, maar volgens mij is dit gerecht het waard.
Risotto met champignons
Ik kan enorm genieten van pretentieuze Italianen die kwaad worden van fruit op een pizza of een vrouw die de rekening betaalt. Ik denk dat de gemiddelde Italiaan van dit recept voor ‘risotto in de magnetron’ een rolberoerte krijgt. In plaats van parmezaanse kaas vraagt het recept om oude Goudse kaas en in plaats van risottorijst moet ik een kwartier in de winkel zoeken naar ‘droogkookrijst’ (wat ze niet hadden, dus gebruik ik snelkookrijst). Ik kom uit een land waar vooral kapot gekookte aardappelen worden gegeten en zelfs ik word een beetje boos van dit recept.
Toch ben ik ook benieuwd. Misschien ontdek ik wel een manier om een van mijn favoriete gerechten te maken zonder een uur naar een pan te staren. Het proces is in elk geval simpel: ik meng de rijst met wat olie en gesnipperde ui. Dat gooi ik in de magnetron en om de paar minuten moet ik eens het goedje door elkaar mengen en dingen als kurkuma en slagroom toevoegen. Afgezien van het feit dat er in het boekje staat dat je absoluut geen snelkookrijst mag gebruiken, kan er weinig misgaan.
Na een minuut of tien is het gerecht klaar en het is… lekker? Eigenlijk smaakt het naar een iets delicatere mac and cheese, eentje waar je naar verlangt na een wilde avond. Het is een prima gerecht, maar wat het niet is, is risotto.
Witlof met ham en kaassaus
Witlof met ham en kaas is zodanig ingeburgerd dat het bij iedereen wel een mooie of juist traumatische ervaring oproept, afhankelijk van of je ouders konden koken of niet. Ik ben al jaren vegetariër en was eigenlijk vergeten dat dit gerecht bestond, dus het lijkt me leuk om een een vegetarische variant te maken om de vieze smaak van mijn ex-stiefvaders recept voor eens en altijd weg te spoelen. Het is witlof met een plakje ham en wat kaas. Wat kan er in misgaan?
“Zodra ik het deurtje open, ruikt het hele huis naar bejaardenbingo.”
Om te beginnen blijkt vegetarische boterhamworst geen goed alternatief als de namaakham niet op voorraad is. Daarnaast wordt witlof droog en grijs in de magnetron, en zodra ik het deurtje open, ruikt het hele huis naar bejaardenbingo. Kaassaus maken in de magnetron is blijkbaar ook niet makkelijk, omdat je geen controle hebt over de vorm die het krijgt: zodra je het prutje in de magnetron steekt, moet alles al in perfecte balans zijn en kan je niets meer doen dan hopen dat het hoopje bloem en melk verandert in een romig sausje.
Ik kan wel stellen dat dit niet is gelukt. De mosterdgele kaasklonten zijn zo smerig dat ik ze al snel aan de kant van het bord duw, terwijl dat vroeger juist het enige was dat ik opat bij dit gerecht. De witlof smaakt dodelijk vermoeid, en de boterhamworst eigenlijk ook. “Ik zou het eten als dit het enige voedsel zou zijn op een onbewoond eiland,” is ook niet de recensie waar ik hoop als ik mijn vriendje ermee wil verrassen. Dat mijn ex-stiefvader toch aan het langste eind trekt, neem ik maar voor lief.
Bloemkool-broccoliterrine
De afbeelding van dit gerecht uit het kookboek is intrigerend: een drassige, gelaagde, hartige taart waar bloedrood sap uit stroomt. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets uit de magnetron kan komen. Op de foto hierboven zie je waarom.
Het is ook nog eens best complex om te maken, vooral als je bedenkt dat magnetronmaaltijden voornamelijk bestaansrecht hebben vanwege het gemak. Ik moet drie verschillende purees maken in de blender: eentje van broccoli, eentje van bloemkool en eentje van feta. Dat rode is blijkbaar tomatensaus. Ik speel vals en gebruik srirachamayo uit een fles. Op dat moment besef ik dat ik drie prachtige ingrediënten moedwillig heb gemold. Dit voelt als je reinste voedselverspilling.
Maar goed: ik stapel de purees op elkaar en doe het geheel in de magnetron. Na zes minuten loeien mag het eruit. Het resultaat is precies wat je verwacht van een mengsel van drie purees die zijn blootgesteld aan straling, en de poging om een puntje af te snijden eindigt in een slagveld. De smaak is flauw en de structuur heeft iets weg van astronautenvoedsel. Dit is niet iets waar je tijdens een kerstdiner indruk mee maakt, iets wat het plaatje in het boek wel suggereert.
Custardpudding met honing
Na alle teleurstellingen kijk ik erg uit naar het toetje. Omdat het recept vrij simpel is, heb ik er een goed gevoel over. Ik maak de custard zo zorgvuldig mogelijk. Het moet vier minuten de magnetron in.
Als de timer gaat, zie ik dat de boel nog volledig vloeibaar is. Ik zet het nog een minuutje terug. Als ik weer naar het resultaat kijk, heeft het een metamorfose ondergaan. In de magnetron staat een borrelend, bruin goedje met drijvende, sponsachtige stukjes die lijken op ingewanden op sterk water. Het smaakt nog goorder dan het eruitziet: naar een muf omelet en verbrande chocomelk.
Conclusie
Na bijna drie uur geef ik het op. Het begon hoopvol, maar bijna alles wat ik vandaag heb gekookt was goor. Hoe graag dit kookboek het ook zou willen, je zult nooit een lekkere maaltijd bereiden in een magnetron. Toch ben ik ergens ook opgelucht: ik kan met een gerust hart terugkeren naar mijn vertrouwde eenpansgerechten. Koken in een magnetron is niet alleen onvoorspelbaar, het is ook nog eens belachelijk complex.