Illustratie door Monica Ahanonu
Illustratie door Monica Ahanonu 

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Het model dat barrières doorbrak als eerste zwarte covergirl van ‘Vogue’

Donyale Luna was een van de populairste It-girls uit de jaren zestig, maar ze is volledig in de vergetelheid geraakt.

Voordat Iman en Grace Jones de catwalk domineerden, was Donyale Luna de It-girl van de jaren zestig. Maar tegenwoordig is haar baanbrekende erfenis niet meer dan een obscure voetnoot in de modegeschiedenis. In het begin van de 20e eeuw stonden zwarte modellen alleen in tijdschriften als Ebony en Jet, die zich specifiek richtten op het Afro-Amerikaanse publiek. Maar in de jaren zestig vond er, tegelijkertijd met de zwaarbevochten overwinningen van de burgerrechtenbeweging, een langzame verschuiving in het gangbare schoonheidsideaal plaats. Op dat moment was Luna een tiener in Detroit die experimenteerde met theater op de middelbare school – totdat een toevallige ontmoeting haar leven veranderde. Ze werd geboren als Peggy Ann Freeman, maar nam als middelbare scholier de gekozen naam Donyale Luna aan. In een artikel van The New York Times in 1966 vertelde een familielid over haar dat ze “al vanaf haar geboorte een heel raar kind was, dat leefde in een droomwereld” en dat haar afzondering van de werkelijkheid waarschijnlijk te maken had met het feit dat haar vader een “wrede” man was. Volgens hetzelfde artikel begon Luna op latere leeftijd te ontkennen dat hij überhaupt haar vader was. Als tiener was Luna 1.78 meter lang en woog ze iets meer dan 45 kilo, wat haar een opvallend verschijning maakte. (Ze werd uiteindelijk 1.88 meter). Haar gezicht was even uniek, met hoge jukbeenderen en grote ogen. Ze was 18 jaar oud toen fotograaf David McCabe in Detroit was voor een opdracht van Ford. Hij zag haar de hoek om lopen in een geruite rok en was meteen gefascineerd. “Ze was zo opvallend dat ik haar niet kon laten gaan zonder haar een van mijn kaartjes te geven,” zegt hij in Cutting a Figure: Fashioning Black Portraiture van Richard J Powell. Op zijn advies verhuisde Luna naar New York, waar ze al snel Nancy White ontmoette, de toenmalige hoofdredacteur van Harper’s Bazaar. Volgens Powell was White zo onder de indruk van Luna’s uiterlijk dat ze de geplande cover van januari 1965 weggooide en in plaats daarvan een schets koos van de onbekende tiener, zittend op de rand van een rieten stoel. Vanaf dat moment begon Donyale Luna’s leven in de schijnwerpers. Kort daarna tekende ze een eenjarig, exclusief contract met fotograaf Richard Avedon en later dat jaar stond ze model voor Rudi Gernreich, Paco Rabanne en James Galanos in een zes pagina’s tellende serie in Harper’s Bazaar.

Advertentie

Luna’s maandkindpersona belichaamde de tijdgeest van de jaren zestig: ze experimenteerde met helderblauwe contactlenzen en droeg een gouden bindi als derde oog.

In december van 1965 besloot Luna om New York voor Londen te verruilen. In maart van het daaropvolgende jaar stond ze op de cover van de Britse Vogue, waarmee ze het eerste zwarte model op de cover was van alle edities van het blad. (Pas in 1974 werd Beverly Johnson het eerste zwarte model op de cover van de Amerikaanse Vogue). Luna speelde vervolgens in de Screen Test-serie van Andy Warhol, de film Camp en later had ze een cameo in Who Are You, Polly Magoo? van William Klein, waarin ze een buitenaards model speelde in een jurk van aluminium. In april riep TIME 1966 uit tot “The Luna Year” in een artikel, waarin ze “ongetwijfeld het populairste model in Europa van dit moment” werd genoemd.

Donyale Luna in 1968. Foto van Jack Garofalo via Getty Images

Luna zweefde lenig over de catwalk, waarbij ze zich zelfs soms op haar handen en knieën liet vallen. Haar suggestieve poses in tijdschriften benadrukten haar hoekige gelaat, en haar assertieve lichaamstaal – waaronder haar krachtige blik die “The Look” werd genoemd in modebladen en later door Powell werd beschreven als een “oculaire aanval” – werd haar signatuur. Luna was een persoonlijkheid en mocht Salvador Dalí en Andy Warhol tot haar vrienden rekenen. Haar zelfgestylede maandkindpersona belichaamde de tijdgeest van de jaren zestig: ze experimenteerde met helderblauwe contactlenzen en droeg “voor de lol” een gouden bindi als derde oog, zoals ze aan The New York Times vertelde. Ze was aanvankelijk terughoudend over drugs in interviews, maar haar steeds openlijker wordende enthousiasme voor lsd droeg bij aan haar avant-gardepersona en experimentele imago, zowel op als buiten de catwalks. “Ik vind het echt geweldig,” vertelde ze aan The Times. “Ik hou ervan te voelen dat ik leef, van de liefde bedrijven, bloemen, de lucht en felle kleuren.” Zoals het geval is met elke baanbrekende It-girl, werd Luna niet door iedereen vereerd. Toen een verslaggever van The New York Times in 1975 tegen Beverly Johnson suggereerde dat Luna de weg voor Beverly’s succes als zwart model had vrijgemaakt, maakt Johnson duidelijk dat ze Luna’s eigenaardigheden niet zo behulpzaam vond in het gevecht voor hun zichtbaarheid. “Ze draagt geen schoenen, niet in de winter en niet in de zomer. Vraag haar waar ze vandaan komt en ze antwoord van Mars. Ze ging op handen en knieën over de catwalks. Ze kwam niet opdagen als ze geboekt was. Ze had het niet moeilijk, ze heeft het zichzelf moeilijk gemaakt.”

“In Detroit werd ik niet als mooi gezien, maar hier ben ik anders.”

Daarnaast kreeg Luna succes op het hoogtepunt van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, maar ze leek het allemaal te willen overstijgen, vaak door zich te distantiëren van raciale politiek. “Ik ben een Amerikaan als het gaat om zwart of wit, maar ik ben gewoon mezelf,” vertelde ze aan The Times.

In een e-mail naar The Cut voor een artikel uit 2013 over Luna, zei haar weduwnaar, de Italiaanse fotograaf Luigi Cazzaniga, dat ze zich “afgewezen” voelde door zowel de zwarte als de witte gemeenschap. In de jaren zeventig besloot Luna zich terug te trekken uit de mode-industrie om zich te richten op creatieve bezigheden buiten de catwalk. Ze was te zien in Satyricon van Federico Fellini en Skidoo van Otto Preminger. In 1979 stierf ze in Rome, op 33-jarige leeftijd, aan een overdosis heroïne. Ze liet Cazzaniga en hun drie jaar oude dochter Dream achter. Haar vroegtijdige dood zou een factor kunnen zijn in het feit dat haar verhaal zo vaak over het hoofd wordt gezien: de popcultuur vergat haar veel te vroeg. Bovendien was de Amerikaanse mode-industrie nog niet helemaal klaar voor een zwart supermodel. Dat is een van de redenen waarom Luna liever in Europa woonde. “In Detroit werd ik niet als mooi gezien, maar hier ben ik anders,” legt ze in 1966 uit aan TIME toen ze vertelde over wonen in het buitenland. In de jaren zeventig was er eindelijk een opleving te zien in de hoeveelheid zwarte modellen die op covers en op catwalks verschenen. Donyale Luna, assertief en inventief als ze was, vormde de voorhoede van die verandering.