FYI.

This story is over 5 years old.

misdaad

Ik hield als undercover FBI-agent Wall Street en de maffia voor de gek

Van pronken met juwelen tot in luxeauto’s rijden en Frans praten op cruciale momenten, er kwam meer planning bij kijken dan je zou denken.
Lia Kantrowitz
illustraties door Lia Kantrowitz
MARC RUSKIN

Alex Perez was een voortvluchtige uit Florida die een paardenstaart had en overdreven veel sieraden droeg. Zijn dagelijkse outfit bestond uit ten minste twee of drie kettingen om zijn nek, en meerdere gouden armbanden om zijn polsen. Hij kleedde zich als een hustler uit het zuiden en reed in de dure auto's – een Mercedes 500SEL, een Chrysler Imperial – die je bij zo'n gangster zou verwachten.

Maar alle sieraden die hij droeg, waren sieraden van drugsdealers die eerder door de politie in beslag waren genomen. En hoewel zijn kentekenplaat uit Florida kwam, was de auto nooit ten zuiden van Brooklyn geweest. Dit waren gewoon rekwisieten die de man hielpen een rol aan te nemen. Perez stapte nonchalant uit zijn auto's, en zelfs voordat hij zijn mond had geopend, was hij al voor 90 procent geslaagd in zijn rol. Iedereen dacht dat hij precies was wie hij claimde te zijn – een gangster uit de Sunshine State.

Advertentie

Uiteraard was Alex Perez eigenlijk een undercover FBI-agent.

Het kostte Marc Ruskin ongeveer zes maanden om een volledig fictieve identiteit te ontwikkelen die niet alleen geloofwaardig zou zijn, maar ook extreem moeilijk om te ontmaskeren. Je moest grondig zijn. En dan vooral als een maffiabaas nieuwsgierig werd, want kogels discrimineren niet. In de schaduwen van een duistere onderwereld, waar de enige regel was om niemand te verraden, hing Ruskin's leven af van zijn vermogen om in zijn rol te blijven.

In zijn nieuwe boek The Pretender: My Life Undercover for the FBI, beschrijft Ruskin hoe het was om de aliassen op te bouwen die hem twee decennia met tientallen overlappende onderzoeken hielpen. Van Wall Street tot La Cosa Nostra tot wapenhandelaars en oplichters en heroïnebendes, Ruskin bouwde relaties op met allerhande criminelen. We belden hem even op om te vragen hoe hij aliassen als Alex Perez ontwikkelde, hoe hij in zijn rol bleef en hoe het was om in een leugen te leven.

VICE: Tijdens je 27-jarige FBI-carrière was je betrokken bij veel undercoveroperaties. Hoe bedacht je de valse identiteiten of de personages die je speelde?
Marc Ruskin: Een fictieve identiteit moet waterdicht zijn. Vooral nu mensen gewoon kunnen googlen en allerlei gegevens kunnen checken om te zien of je niet pas twee weken geleden bent ontstaan. Om overtuigend te zijn moet je heel secuur een verifieerbare geschiedenis samenstellen, die zo ver mogelijk terug in de tijd gaat. Je moet creditcards hebben, bankrekeningen, echte rijbewijzen en Social Security-kaarten. Geen fictieve. Het moet door een overheidsinstantie gemaakt zijn met de fictieve naam. Als het mogelijk is, moeten je bankrekeningen oud zijn, zodat het lijkt of je al langer bestaat.

Advertentie

In een van je eerste undercoverzaken infiltreerde je een grondstoffenmarkt op Wall Street. Vertel ons eens over de uitgebreide details die nodig waren om je identiteit overtuigend te maken.
Het was een onderzoek naar fraude. Het duurde ongeveer zes maanden om de identiteit voor die zaak te ontwikkelen. Ik moest bedenken: wat kunnen deze mensen controleren om te verifiëren of ik echt ben of niet? Ik deed alsof ik in een ander land was geboren en opgevoed, want dat maakt het verifiëren een stuk moeilijker. Als ik geboren ben in Argentinië, dan zijn mijn geboortecertificaat en schooldossiers heel moeilijk te vinden voor iemand die in New York woont. In de grondstoffenzaak deed ik alsof ik voor het grootste deel van mijn leven in Puerto Rico had gewoond.

Om de geveinsde identiteit geloofwaardiger te maken liet ik een bank in Puerto Rico een rekening openen, die ze toen gelijk twaalf jaar oud maakten. Ze hebben zelfs een softwareontwikkelaar hun eigen programma laten omzeilen om deze bankrekening te kunnen maken. In New York kreeg ik een Social Security-kaart en opende ik een bankrekening bij een lokale bank. Ik vulde de formulieren in met al mijn fictieve informatie. De bankmedewerker ging mijn informatie na en keek me een beetje raar aan. "Hoe komt het dat een man van uw leeftijd een Social Security-nummer heeft dat twee maanden geleden is aangemaakt?" vroeg hij.

Ik had me niet gerealiseerd dat ze dat zomaar konden zien. Ik schrok, maar ik redde mezelf met een onzinverhaal: ik zei dat ik recentelijk een rommelige scheiding achter de rug had en dat mijn vrouw mijn krediet kapot had gemaakt. Mijn advocaat had een nieuw Social Security-nummer voor me kunnen regelen zodat ik een verse start kon maken. De man keek me een soort van aan, liep weg, maar toen hij terugkwam was het oké, alles was prima. Hij opende de rekening.

Advertentie

In films krijgt een undercoveragent gewoon een pakketje met een nieuwe identiteit. Jij moest echt veel tijd stoppen in het ontwikkelen van je personages, toch?
Door de jaren heen heeft het agentenbureau het verstrekken van een identiteit makkelijker gemaakt, maar zelfs dan moet je de identiteit nog naar de specifieke zaak kneden, en rekening houden met de doelwitten die je probeert te vangen. Ik werkte aan een zaak met twintig Afrikaanse wapenhandelaars, en om het scenario geloofwaardig te maken was ik een louche financieel figuur gevestigd in Frankrijk met banden in Afrika en minimale connecties met de VS.

Aangezien ik gevestigd was in Parijs moest ik Franse telefoonnummers en emailadressen hebben. Ook moest ik een bedrijf verzinnen dat gevestigd in Parijs zou zijn op een echt adres. Je hebt een plausibele identiteit nodig die je zelf op maat maakt. Je moet de doelwitten bestuderen, ontdekken met wie ze om zouden willen gaan en waarmee ze zich zullen identificeren.

Je hebt ook La Cosa Nostra geïnfiltreerd. Hoe werd je geaccepteerd in de kringen van snoeihard maffiavolk?
Dat was 2004 en 2005. We richtten ons op de misdaadfamilie Genovese en hun partners. Aangezien ik met echte Sicilianen omging, kon ik absoluut geen Italiaanse naam gebruiken – deze jongens zouden dan direct weten dat ik niet een van hen was. Dus moest ik iemand selecteren met wie ze zaken zouden willen doen. Ik ging voor de internationale hoek. Een andere undercoveragent vertelde de maffiajongens dat hij een partner gevestigd in Parijs en Buenos Aires had, maar dat hij af en toe naar New York zou komen. Voor die identiteit ontwikkelde ik een geraffineerde look. Ik had niet veel bling, alleen een een Rolex-horloge van twaalfduizend dollar.

Ik droeg bijvoorbeeld een mooi blauw pak, een grijze trui en geen stropdas, want dat zou niet gepast zijn bij deze jongens. Ik zag eruit als iemand waar ze zich tot konden verhouden. Als ik met deze jongens afsprak dan zorgde ik ervoor dat ik na tien minuten een belletje kreeg van de andere agenten. Ik nam op en deze jongens hoorden me dan vloeiend Frans spreken. Even later kreeg ik een ander telefoontje, en schreeuwde ik wat dingen in het Spaans. Dan hing ik op en zei ik: "Ik heb een grote deal gesloten in Buenos Aires die ik in de gaten moet blijven houden." Omdat ik zoveel werk stopte in het creëren van een personage, kostte me het geen moeite om die rol te spelen.

Je moest veel liegen en bedriegen in jouw functie. Hoe maakte je onderscheid tussen je gespeelde personages en je echte leven? Bleef je altijd in je rol?
Mijn eerste opdracht was in San Juan, Puerto Rico. Ik had verwacht dat de FBI een heel gereguleerde organisatie met een strak management zou zijn. Maar het enige dat mijn leidinggevende me vertelde was: "Om dit werk te doen, moet je liegen. Kijk wel uit dat je jezelf niet laat meeslepen of grenzen overschrijdt, want voor je het weet lieg je tegen je leidinggevende of zelfs je familie." Het is belangrijk dat je leert omgaan met zo'n grote brei van onwaarheden.

Ik had vaak drie identiteiten tegelijkertijd lopen, en die levens moest ik alledrie leven. Je kan niet zomaar ergens een verhaal ophangen, naar huis gaan, en je normale leven leiden. Je leeft eigenlijk een bestaan dat niet het jouwe is. Je hebt een andere persoonlijkheid aangenomen, een andere identiteit, een andere set van gedragskenmerken. Je doelwitten hebben je snel genoeg door, en dan is er stront aan de knikker. Lees hier meer over Marc Ruskins boek 'The Pretender'.