Fleur Jong gebruikt haar dansmotoriek om op blades te sprinten

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Fleur Jong gebruikt haar dansmotoriek om op blades te sprinten

Toen ze jong was kon je Fleur Jong bijna altijd op de dansvloer vinden.

Ze zat in een dansteam in Middenbeemster, waar ze woonde. “Ik deed niets liever,” vertelt Fleur. “Dansen was alles voor mij. Ik vond het bijvoorbeeld heerlijk om het dansen te combineren met turnelementen: high kicks, stunts of iemand in de lucht tillen. Ik kon daar alles in kwijt. Toen ik erachter kwam dat ik niet meer kon dansen, moest ik wel even slikken.”

Op haar zestiende kreeg ze last van een bloedbacterie, waardoor haar vingers en tenen geen bloed meer kregen. Haar lichaam moest er alles aan moest doen om haar vitale delen (haar hart en haar organen) in leven te houden. “Het is knap dat je lichaam zo probeert te overleven,” zegt ze. “Ik ben drie weken lang in slaap gehouden, dus ik heb er weinig van gemerkt.”

Advertentie

Uiteindelijk verloor ze haar beide onderbenen en werden er acht vingers gehalveerd. Ze had bijna geen tijd om te bevatten wat er met haar gebeurde. “Alles ging in zo’n hoog tempo achter elkaar door,” zegt ze. “Ik realiseerde pas later wat er precies gebeurd was.”

Ze kan nooit meer dansen op hetzelfde niveau als ze deed voor haar amputatie. “Dansen kan nog wel, maar het is enorm moeilijk met protheses,” zegt Fleur. “Gelukkig heb ik nu een nieuwe liefde gevonden: atletiek.”

Met de steun van haar ouders en haar broer vond ze de kracht om verder te gaan met sporten. “Mijn leven is niet geëindigd, hè,” zegt ze. “Dansen was geen optie meer, dus ik wilde kijken wat ik wel kon doen. Bibian Mentel, de paralympische snowboardster, heeft me erg geïnspireerd. Zij stimuleerde me om verder te gaan met mijn leven. Maar ook Amy Purdy, een andere paralympische snowboardster, is een groot voorbeeld voor mij. Haar is precies hetzelfde overkomen en ze deed daarna mee aan de Paralympische Winterspelen. Ik dacht: als zij dat kan, dan kan ik dat ook.”

Omdat Fleur jarenlang gedanst had, beschikte ze al over een goede motoriek. Daardoor kon ze al snel goed op blades lopen. “Ik voel me vrij op blades,” zegt ze. “Met die dingen onder me ben ik zo dynamisch. Als ik een lang stuk sprint en op topsnelheid kom, heb ik het gevoel dat ik vlieg. Ik ga soms zo hard dat ik mijn eigen benen niet meer bij kan houden. Zo voelt dat in ieder geval. Met blades ga je niet harder dan valide atletes, dat is fysiek onmogelijk,” legt Fleur uit. “Maar hard gaan we wel.”

Advertentie

Onder leiding van bondscoach Guido Bonsen werkt ze nu hard aan haar tijden en techniek. “Ik raad elk mens met prothesen aan om een tijdje atletiek te doen,” zegt Fleur. “Daar leer je zoveel van.”

Fleur loopt de 100 meter nu in 13,52 seconden. Haar concurrente en paralympisch kampioene Marlou van Rhijn heeft daar slechts 12,79 seconden voor nodig. “Zij gaat nog een stukje harder dan ik,” zegt ze. “Maar ik maak me nooit zo druk om mijn tegenstanders. Dat heeft voor mij helemaal geen zin, want ik ga er zelf niet harder van lopen.”

De paralympische atlete traint nu zo’n tien keer per week voor haar prestatie in Rio. Ze deed mee aan het WK en kwalificeerde zich voor de Paralympische Spelen. Op 14 september komt ze in Rio voor het eerst in actie op de 200 meter. Dat is haar beste afstand, dus daar hoopt ze te laten zien wat ze in huis heeft.

“Het gaat echt heel hard nu,” zegt ze. “Soms mag ik daar wel even bij stil staan en genieten. Ik word een beetje geleefd en ga keihard door. De afgelopen tijd zat ik weer in Portugal en bereidde ik me voor op de Spelen. Het is toch mooi dat ik dat voor elkaar gebokst heb, maar je beseft het nauwelijks.”

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.