verloren zus

Ik was vergeten dat ik een zusje had, totdat ze me appte

''Als je geen contact hebt met je vader, is zijn dochter dan jouw zus? Ik wist het niet.''
A Whatsapp From My Estranged Sister iPhone DM

Als je op de hoogte wil blijven van onze beste stukken zonder je suf te scrollen, schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.

Ik kan me eerlijk gezegd niet eens herinneren hoe ik het contact met mijn vader verloor. Het is vijftien jaar geleden. We waren allebei slecht met telefoons, voordat iedereen met hun mobieltjes versmolten raakte. Zijn drankprobleem verergerde mijn angststoornis. We leefden in andere steden. Dit soort dingen gebeuren zonder dat je het doorhebt. Het was gek: het ene moment lag ik op de bank, Nesquik te drinken en Hey Arnold! te kijken, het volgende moment was ik twintig, met enkel vage herinneringen aan hoe het was om een vader te hebben.

Advertentie

Mijn ouders kregen mij toen ze nog tieners waren, dus het is ergens wel logisch dat ze daarna vrij snel uit elkaar gingen. Ik groeide op als het schoolvoorbeeld van een enig kind. Mensen merken dat altijd meteen aan me. Ik schep veel te veel eten op, omdat ik niet heb geleerd om te delen, ik ben graag alleen en ik trek mijn eigen plan. Jarenlang was enig kind zijn een groot deel van mijn persoonlijkheid.

Er klopt alleen geen bal van, want ik ben helemaal geen enig kind. Tien jaar geleden kregen mijn vader en zijn nieuwe vrouw een dochter. Diep vanbinnen wist ik dat wel. Het werd me verteld toen ik een tiener was, maar dit vrij belangrijke feit is gewoon nooit tot me doorgedrongen. Als je geen contact hebt met je vader, is zijn dochter dan jouw zus? Ik wist het niet, dus ik verdrong de gedachte gewoon. Tot haar moeder me een paar maanden geleden toevoegde op Facebook. Ze vroeg mijn telefoonnummer. Twee dagen later kreeg ik een berichtje op WhatsApp. Niet van haar, maar van mijn tienjarige zusje. “Hoi,” stond er. “Hallo!” schreef ik terug.

Ik heb geen idee hoe je met kinderen praat, omdat ik nooit veel tijd met ze heb doorgebracht. Mijn vingers zochten naar de juiste woorden, terwijl ik me probeerde te herinneren hoe het was om tien te zijn. “Wat is je lievelingseten?” vroeg ik uiteindelijk. Ze reageerde direct: “Noedels.” Het bleef eventjes stil. “Kan ik zaterdag met je praten?” vroeg ze, met het soort zelfvertrouwen dat alleen kinderen hebben. “Dat lijkt me heel leuk!” schreef ik terug. “Ik ben heel benieuwd wat je zoal doet.”

De weken daarna spraken we elkaar veel aan de telefoon. In het begin voelde de gesprekken vreemd aan. Ik vroeg haar dingen over school en wat ze in haar vrije tijd deed (zingen, romcoms kijken, logeerpartijtjes) en zij vroeg mij dingen (had ik een vriendje? In welk schooljaar zat ik?). Na verloop van tijd gingen de gesprekken makkelijker. Zij vertelde me de laatste roddels uit de speeltuin of wat voor cadeaus ze wilde voor haar verjaardag. Af en toe vergat ik dat ik met een tienjarige praatte. “Gaan ze daten?” vroeg ik een keer, nadat ze me had verteld dat een vriendin van haar iemand leuk vond. “Misschien als ze twaalf zijn!” antwoordde ze gnuivend.

De telefoongesprekken werden al snel een positieve, haast kalmerende aanwezigheid in mijn leven. We zien er niet echt hetzelfde uit – misschien hebben we dezelfde wenkbrauwen of een bepaalde blik in onze ogen? – maar ze praat zoals ik dat deed toen ik zo oud was. Ze praat razendsnel, heeft droge humor en neemt me in de maling als ik iets niet helemaal begrijp. “Ik ben verloofd!” stuurde ze eens, met een foto erbij van een zilveren ring aan haar vinger. “Wow!”, antwoordde ik. “Grapje,” zei ze. “Ik ben tien.”

Iets wat me bang maakte toen ik dat eerste appje kreeg, is dat tienjarigen niet zo flink zijn als ze lijken. Ze is bijna even oud als ik was toen ik het contact met mijn vader verloor. Ik ben een gelukkig mens met een gezonde relaties en een hechte vriendengroep, maar ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niet door alles geraakt was, diep vanbinnen. Ik kan teruggetrokken en wantrouwend zijn. Ik neem vaak aan dat mensen me in de steek zullen laten. Dus ik realiseerde me dat ik mijn zusje niet in de steek kon laten, nu ze mij had benaderd. Als ik dat wel zou doen, wat zou dat dan over mij zeggen? Ben ik hetzelfde als mijn vader? Dat soort dingen vraag ik me af.

Ik heb mijn zusje nog niet ontmoet, maar ik weet zeker dat het gaat gebeuren. Ik denk dat we dan noedels gaan eten.