geld

Multimiljonair Salar Azimi is zo selfmade dat-ie ook echt alles zelf moet doen

“Toen ik laatst zeventig uur achter elkaar had gewerkt deed mijn voet het niet meer.”
Tim Fraanje
Amsterdam, NL

In de Rijkenfluisteraar vraagt Tim Fraanje aan de rich and famous of het nog leuk is om rijk te zijn in tijden van sociale ongelijkheid, weerstand tegen de elite en laatkapitalisme.

Veel Nederlanders geloven dat Nederland een meritocratie is: hoe verdienstelijker je je inzet voor de samenleving, hoe rijkelijker je wordt beloond. De redenering werkt ook de andere kant op: wie rijk is zal wel iets goed hebben gedaan, en wie arm is heeft gefaald. In de praktijk blijkt dat idee niet te kloppen. Er zijn nog altijd andere factoren dan je eigen keuzes die je kunnen helpen bij het rijk worden (een goede opleiding, een familiefortuin of de juiste connecties) of tegenwerken (discriminatie of vervelende ziektes). Toch zijn ze er wel: mensen die niet de beste startpositie hebben, en toch door hard werken een flink vermogen opbouwen. Dit soort rags-to-riches verhalen worden graag door voorstanders van de meritocratie gebruikt om te laten zien je wel degelijk een sociale klim kunt maken, en de miljonairs in kwestie vertellen hun verhalen meestal graag. Maar is het het wel waard, om al die moeite te doen? En is het niet vermoeiend om een voorbeeldfunctie te vervullen?

Advertentie

Daarover praat ik vandaag met Salar Azimi, die op zijn dertiende van Iran naar Nederland vluchtte. Hij woonde eerst een paar jaar met zijn ouders en broer Sasan in een klein kamertje in een asielzoekerscentrum, ging toen naar school in Zeeuws Vlaanderen, en bouwde na zijn afstuderen samen met Sasan een uiteenlopend zakenimperium op: telefoonbedrijf Trendy Telecom, computerbedrijf Trendy Computers, later ook een hotel, een partyboot, en een eigen Belgische amateurvoetbalclub, Patro Eisden. Nu zijn ze multimiljonair, en woont de hele, inmiddels uitgebreide familie (Salar met zijn vrouw Annika, dochters Princess en Isabelle, Sasan en zijn gezin, en hun ouders) in kasteel de Elderschans in Aardenburg.

Maar in plaats van te genieten van het feit dat hij een maatschappelijke winnaar is, zich lekker terug te trekken in zijn kasteel, en zijn leven te vullen met het slurpen van goede wijn en het bijhouden van de rozentuin, is Salar gewoon blijven werken. Hij regelt zijn zaken zelf, en probeert op de beurs zijn fortuin te vergroten. Salar viert zijn succes af en toe met enorme champagnefestijnen, maar dat lijkt, net als de auto’s, ook onderdeel van het onderhouden van zijn miljonairs-imago.

Dure auto’s, kastelen en met champagne spuiten – zelfs de grootste idioot begrijpt dat Salar rijk is. Het ligt er zo dik bovenop dat het bijna ongeloofwaardig is, en inderdaad, het wordt ook niet altijd geloofd. Salar was al een tijdje een bekende rijkaard voordat Quote hem eindelijk officieel omarmde in hun rijkenlijstje. Toen er een pakketje van Trendy Computers werd geleverd zonder tablet erin, schakelde de besteller het programma Kassa in om zijn geld terug te krijgen. De besteller had het pakket niet verzekerd en de tablet was gestolen door een postsorteerder van PostNL. Uit coulance besloot Salar de klant alsnog te compenseren. Toen Salar in Nederland een voetbalclub wilde kopen, schreef NRC dat de KNVB clubs had gewaarschuwd voor deze zakenman met “dubieuze inkomsten” (volgens Salar heeft de verslaggever een roddel opgevangen en die verkeerd geïnterpreteerd, geen van de betrokkenen heeft uiteindelijk inhoudelijk gereageerd op het artikel). Zoover beweerde dat Salar gesjoemeld had met de recensies voor zijn hotel, maar dat namen ze later terug. En toen het hotel geïnspecteerd werd op illegale werknemers kwam de inspectie het met zestig man uitkammen (ze vonden volgens Salar alleen een ergonomisch onverantwoorde stoel). “De koning heeft ook veel vijanden,” zegt Salar er zelf over, en hij komt altijd persoonlijk opdraven om de misverstanden recht te zetten.

Advertentie

Gelukkig zijn er ook genoeg mensen oprecht geïnteresseerd in zijn leven. Hij krijgt veel cameraploegen over de vloer, en dat merk ik aan de rondleiding die ik van Salar krijg. Smooth ontvangt hij me in de hal met de nepbloemen. Dan leidt hij me langs de woonkamer met de vergulde jaguar, de wijnkelder, de overloop met gouden banken en het dakterras met uitzicht over de tuin, vol buxussen en rozen, en over de gracht, die volgens Salar nog is aangelegd door Napoleon.

Het levensverhaal dat hij vertelt is gepolijst met oneliners die ik al in andere interviews gehoord heb. Ik vraag hem of hij het nooit beu is om het te vertellen. Van asielzoeker tot miljonair, dat is natuurlijk nogal een cliché. “Nee, ik raak dat verhaal nooit beu. Ik ben er trots op dat het gelukt is, het is ons handelsmerk en we verdienen er ook geld mee.” Zijn beroemdheid trekt mensen naar het hotel, en dat hij nog altijd in het hokje ex-asielzoeker wordt gestopt, deert hem niet. “Ik word gezien als een van de beste, zo niet dé beste voorbeeldallochtoon van Nederland, dat doet me veel deugd.” Eigenlijk zou iedereen wat van Salar kunnen leren op het gebied van rijk worden, en vooral ook op het gebied van rijk zijn. Hij maakt van het leven een spektakel, en hangt graag de gulle weldoener uit. Zo geeft hij geld aan allerlei goede doelen en voetbalclubs en hij strooit met gratis hotelovernachtingen.

Tim Fraanje en Salar Azimi

Als ik vraag of hij zelf ook een voorbeeld heeft, blijft het lang stil. “Een verrassingsvraag,” zegt hij. Napoleon? “Ik heb me niet genoeg in Napoleon verdiept om te weten of hij een voorbeeld zou kunnen zijn. Ik weet wel dat hij, net als ik, maar heel weinig sliep.”

Advertentie

Geld slaapt zelfs nooit, wat nadelig is als je er veel van hebt of er veel van wilt verzamelen. Salar maakt dagen van 18 uur, zegt hij. “Vanaf mijn 22ste heb ik dag en nacht gewerkt. Op de momenten dat anderen op stap gingen, zat ik tot vijf uur ‘s nachts te werken. Je moet veel dingen opofferen om miljonair te worden. Ik zie mijn kinderen niet vaak, dat is wel jammer. Ik geef mijn jeugd op, mijn gezin lijdt eronder, en mijn gezondheid ook. Laatst had ik zeventig uur achter elkaar gewerkt, zonder te slapen. Ik kon amper lopen, mijn linkervoet deed het niet meer.”

En dat terwijl Salar al lang niet meer werkt voor zijn bestaanszekerheid. “Als ik nu stop, kunnen mijn achterkleinkinderen er nog van leven. Ik kan als ik wil vanavond een privévliegtuigje pakken naar Ibiza of Marbella om te feesten. Maar het gevoel dat je kunt doen en laten wat je wilt zorgt er alleen maar voor dat je nog harder gaat werken. Het geeft een kick om het onmogelijke mogelijk te maken. Ik wil aan mezelf bewijzen dat ik het kan.”

Ook andere mensen hebben inmiddels ontdekt dat Salar ervan geniet om dingen voor elkaar te krijgen. “Ik word de hele dag gebeld door mensen die iets willen kopen, iets willen verkopen, iets willen vragen. Wie een probleem heeft komt naar Salar. Negen van de tien keer los ik die problemen ook op, maar soms is het wel vermoeiend.” Wat ook vermoeiend is, is onze tocht naar buiten. Is dat kasteel niet een beetje groot? “Hoe meer ruimte, hoe beter. Dat kasteel is leuk voor de kinderen, ze kunnen van de ene kant van het kasteel naar de andere rennen. Het is mooi om zo op te groeien.”

Advertentie

We trappen ontspannen een balletje op het gazon. Hij heeft weinig tijd om te voetballen, maar als hij het doet, doet hij het goed. Hij scoorde eigenhandig een van de drie doelpunten tijdens de kampioenswedstrijd van zijn voetbalclub Patro Eisden. Het werd 3-2. Zo maakte Salar de club kampioen in zijn eerste seizoen als eigenaar, na vele nederlagen en matchfixing-schandalen onder de vorige eigenaar. “Ik houd ervan het onmogelijke mogelijk te maken,” zegt de kasteelheer nog maar een keer. Nadat hij niet onverdienstelijk wat trucjes heeft laten zien maken we een tochtje door de buurt in zijn Lambo. Het merendeel van zijn elf andere auto’s worden gerepareerd, zegt hij.

Salar Azimi in Lamborghini en Tim Fraanje ernaast

Al bij het verlaten van de garage (een op maat gemaakt rechthoekig blok in de achtertuin waar elke erfgoed-deskundige nachtmerries van zou krijgen) begint de auto te brullen. Dat het niet alleen maar loze herrie is, blijkt als Salar vol gas geeft op een rustig weggetje langs de dijk. De bosjes in de bocht komen nogal snel op ons af. Op het laatste moment rukt Salar aan het stuur. “Ben je nooit bang?” vraag ik, terwijl ik wat omhoog gekomen maaginhoud inslik. “Ik ben niet bang voor de dood. Ik heb geleefd voor een honderdjarige.” zegt Salar stoer. Op de terugweg rijden we bijna een oude buurman van zijn sokken, die lacht en zwaait. Ook niet bang voor de dood, blijkbaar.

De Lambo stopt voor de garage. “Ik had altijd gedacht dat ik op mijn veertigste zou sterven,” gaat Salar verder. “Maar nu ik 36 ben, denk ik dat ik de 42 ook wel haal. Van hard werken is nog nooit iemand doodgegaan, zeggen ze altijd. Maar ik zal de eerste zijn.” Nu pas valt me op dat hij best wel een vermoeid, grauw gezicht heeft. “Het klinkt bijna alsof je verslaafd bent.” zeg ik bezorgd. “Dat kan ook niet anders, met de hoeveelheid werk die er is.” Extra personeel om zijn taken over te nemen, is geen optie voor Salar. “Die kunnen niet wat ik kan. Als ze echt goed waren, dan waren ze wel voor zichzelf begonnen.”

Salar is zo selfmade dat hij ook alles zelf moet doen. Zijn bewijsdrang, zijn gulle hart, zijn verlangen naar kicks, het vreet hem op vanbinnen. Het lijkt mij nogal een een offer om te maken voor rijkdom, en het zilver/gouden pantser van de Lamborghini voelt opeens beklemmend.

Ik hoop dat hij vooral stoer doet, dat zijn verhaal over hoe hij eigenhandig zijn fortuin bijeen heeft geschraapt ook een manier is om met die rijkdom om te gaan. Veel rijken doen dat om critici de mond te snoeren, want als je iemand de vruchten van hard werk misgunt moet je wel écht een lul zijn. Toch lijkt het erop alsof Salar zich daadwerkelijk kapot aan het werken is. Hij zwaait ons uit, zijn hele extended family is klaar om aan tafel te gaan. De zon staat laag en in de weelderige tuin is het één en al rozengeur. Moge Salar nog lang onderdeel zijn van zijn eigen sprookje.

Bekijk de video hierboven.