Identiteit

Meestersmokkelaar Paul Meyer blikt terug op 20 jaar criminele carrière

Paul Meyer, kopstuk van 'de Bende van 700 miljoen'.

Jarenlang smokkelde Paul Meyer – het kopstuk van ‘de Bende van 700 miljoen’ – illegale goederen ons land binnen. Naar schatting maakte zijn bedrijf zo’n 700 miljoen euro buit, vandaar de bijnaam die de bende van de media kreeg. Wat hij ons land zoal heeft binnengesmokkeld? Wat niet, is een betere vraag. De bende voerde lucratief handel in drank, sigaretten en drugs (hasj, heroïne, cocaïne). Paul was het gerecht lange tijd te slim af, maar in 2007 werd hij in Thailand gearresteerd. Hij werd veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf en een voorwaardelijke straf van vijf jaar. Twee jaar na zijn vrijlating spreekt de meestersmokkelaar met VICE over zijn beruchte carrière – zonder al te veel compromitterende details te onthullen, natuurlijk.


“Negenentwintig jaar geleden ben ik in België komen wonen, in Oostmalle. De zwarte markt voor legale goederen is hier veel groter dan in Nederland. Vroeger ruilde ik beschadigde spullen voor nieuwe, zoals koelkasten en wasmachines. Sommige klanten wilden geen BTW betalen en vroegen om niet gefactureerd te worden, maar mijn boekhouder zei al snel dat dat niet zomaar kon. Dan ga je creatief op zoek naar oplossingen, natuurlijk. Zo ben ik in de smokkelwereld verzeild geraakt.

Videos by VICE

Een smokkelaar moet bepaalde vaardigheden hebben. Smokkelen is een soort van handel, en ik heb een zekere handelsgeest. Op zich een goede eigenschap, maar ik heb ze voor de verkeerde doeleinden gebruikt.

Hoe ik in die milieus ben terechtgekomen? Dat gebeurt niet van de ene op de andere dag. Het heeft jaren geduurd om zover te geraken. Ik denk niet dat het iets met opvoeding te maken heeft, want ik ben vrij streng opgevoed en wij hadden het heel goed thuis. Maar ik was geen goede student. Alles wat ik weet, heb ik voornamelijk op straat geleerd. Destijds kwam je in Antwerpen – als je in de handel zat – gemakkelijk op het Falconplein terecht. Daar was een gigantische vraag naar vanalles en nog wat, allerlei producten. Maar dat waren zeker niet allemaal gestolen spullen, zoals men vaak zegt. Het probleem was vooral dat mensen geen btw wilden betalen.

De producten die je daar kocht, stonden nergens op factuur. Als je daar zaken wilde doen, was je zeker van je geld. Maar voor de facturen moest je op zoek naar een andere oplossing. Zo is het begonnen, ik wilde die klanten niet kwijt. Je legt contacten in dat wereldje en zo gaat de bal aan het rollen.

Door mijn manier van werken en de juiste mentaliteit ben ik snel gegroeid binnen de smokkelwereld. Er werd mij vanalles aangeboden: namaak-Viagra, Spa-water, parfum, autobanden, namaakwaspoeder, namaakkleding,… Er wordt veel meer gesmokkeld dan je denkt. Je hoort wel vaker over iets dat van de vrachtwagen is gevallen, of die ene dokwerker die altijd van alles kan regelen tegen een prijsje – met dat soort verhalen ben ik grootgebracht. Zwart werk, zwarte aankopen, zonder factuur verkopen, factureren naar het buitenland en allerlei dingen ontduiken was hier de sport bij uitstek.

“Mijn gevoel heeft mij nog maar zelden in de steek gelaten. Maar ik wist dat ik op een dag gepakt zou worden. Dat kan bijna niet anders als je zo aan het groeien bent.”

In de lagere school heeft de juf ooit aan mijn kinderen gevraagd wat het beroep van hun ouders was. ‘Mijn vader drinkt koffie’, zeiden ze. Dat was mijn werk. Ik had vaste locaties waar ik koffie ging drinken en daar wist men mij altijd te vinden. Zo zijn verschillende grote spelers tot bij mij geraakt. “Ben jij die lange Hollander?”.

Iedereen wist wat ik deed, ik was daar altijd heel open over. Geen leugens of ingewikkelde verhalen. Nee, ik smokkel. Om welke producten het ging, wisten maar een paar mensen. Ik stond ook graag in de schijnwerpers. Als je contacten wilt leggen is het belangrijk om bekend te zijn. Ik wilde groeien: meer contacten, meer geld. Mensen komen niet bij jou terecht als ze niet weten wat je doet en of je er goed in bent of niet. Dat gebeurt alleen maar als er over jou gepraat wordt.

Het gevaar bestond erin dat justitie wist wat ik deed. Anderzijds smokkelde ik al meer dan twintig jaar voordat ik in 2007 de mokerslag kreeg. Smokkelen was voor mij een kat-en-muis-spel. Op zondag vallen de officiële instanties binnen in een aantal winkels op het Falconplein en worden er goederen in beslag genomen. Maandag liggen diezelfde goederen alweer in mijn magazijn. Ik zie er de humor van in. We hadden heel goede contacten en wisten vaak al op voorhand waar en wanneer ze zouden binnenvallen.

Ik heb zeker het gevoel dat ik mezelf bewezen heb: containers binnenbrengen, documenten vervalsen, belastingen ontduiken,… Daarvoor moet je wel weten hoe alles werkt, je moet wegwijs zijn in de Belgische vennootschappen. En over de juiste portie brutaliteit beschikken, dat ook.

Als je alcohol of sigaretten kunt smokkelen, dan krijg je eigenlijk alles het land binnen. Drugs brengen meer geld op, maar het risico is quasi even groot als bij andere goederen en de werkwijze blijft dezelfde: al je documenten moeten ‘kloppen’ en logisch zijn.

De mensen waarmee je samenwerkt zijn ook belangrijk. Doorheen de jaren leer je met wie je in zee kan gaan en met wie niet. Ik had ooit eens een afspraak met Janus van Wesenbeeck, een bekende drugsbaron. Het eerste wat hij deed was een geweer op tafel leggen, om te laten zien dat het menens was. De boodschap was duidelijk: als je ons belazert, zit je zwaar in de problemen. Ik heb mijn koffie betaald en ben vertrokken. Daar doe ik niet aan mee. Voor mij is dat geen basis om zaken te doen.

Er bestaat geen handleiding over hoe je dit moet aanpakken, je moet echt op je gevoel afgaan. Er zijn veel oplichters in dit wereldje, maar mijn gevoel heeft mij nog maar zelden in de steek gelaten. Ik wist dat ik op een dag gepakt zou worden. Dat kan bijna niet anders als je zo aan het groeien bent.

“Belgen horen het niet graag, maar de Antwerpse haven is zo lek als een zeef.”

Is het dan echt zo gemakkelijk om via de Antwerpse haven te smokkelen? Er komt zo veel binnen in de haven. Het is een belangrijke werkgever die uiteraard zijn goede naam wil behouden in de rest van de wereld. Maar de echte grote bazen zijn de rederijen. Zij willen geen last van de ontelbare controles in de haven. Laat ons zeggen dat bij Albert Heijn de komkommers in promotie staan. Maandag staan die komkommers in de krant en dinsdag moeten ze al geleverd worden in de winkels. Maar met een controle op z’n Belgisch duurt dat gemakkelijk twee dagen. Dan zijn die komkommers er nooit op tijd. Albert Heijn werkt dan gewoon samen met een andere rederij. Rederijen hebben dus een belangrijke stem in de haven.

Anderzijds is het ook echt niet zo moeilijk om die controles beter te organiseren. Het is vooral de mentaliteit die moet veranderen. De boetes voor dit soort fraude kunnen oplopen tot 1.250 euro. Maar wat is 1.250 euro als er voor miljoenen euro’s aan goederen in je container zit? Maak van deze boetes 50.000 of 100.000 euro, dan zal de situatie snel veranderen. Het zal veel moeilijker zijn om een transporteur te vinden die bereid is om dat werk te doen en daarmee z’n eigen bedrijf op het spel te zetten. Maar de meeste transporteurs houdt zich gewoon aan de regels, zij zullen nooit zo’n hoge boete krijgen.

Wat je in de haven van Antwerpen gedaan krijgt, moet je niet proberen in de haven van Rotterdam, bijvoorbeeld. Als je ’s nachts naar de haven van Rotterdam rijdt en twintig meter van het hek gaat staan, staan ze een paar minuten later bij je om te vragen wat je aan het doen bent. Doe hetzelfde in de haven van Antwerpen, ik beloof je dat er niemand zal komen. Al staat er in koeienletters ‘verboden toegang’, het is zo gemakkelijk om de kaaien op te rijden zonder dat iemand er iets van zegt. Belgen horen het niet graag, maar de haven van Antwerpen is zo lek als een zeef. Als je eerlijk bent over het probleem, kun je het ook oplossen.

Maar het kon niet eeuwig blijven duren. In 2007 werd een gigantische lading heroïne en hasj onderschept in de haven van Antwerpen. Mijn kompanen en ik sloegen op de vlucht naar Thailand, waar we net een luxe-resort hadden gekocht. Destijds was er ook nog geen uitleveringsverdrag tussen België en Thailand, ze konden ons dus niks maken. Uiteindelijk werd ik eind 2007 toch opgepakt en heb ik acht maanden in de gevangenis gezeten in Bangkok. Meteen daarna nog zeven jaar in België en nog een voorwaardelijke straf van vijf jaar. Tot 2019 had ik dus bepaalde voorwaarden waaraan ik als burger moest voldoen.

Zo’n gevangenis in Thailand, dat is niet zoals hier. Je gaat daar onmiddellijk in overlevingsmodus en je hebt contacten nodig. In België word je gebriefd over de tijdstippen waarop je te eten krijgt of wanneer je mag douchen. Ze vertellen je waar je schone kleren kan halen, hoe de bezoekregeling eruitziet, er is zelfs psychologische hulp. Binnen een paar dagen ben je daar wegwijs. In Thailand is dat niet het geval: daar zijn dertig cipiers verantwoordelijk voor 10.000 gevangenen. Als je wilt weten hoe het eraan toegaat in de gevangenis, moet je bij de gevangen zelf zijn. Maar door het gebrek aan cipiers, worden er gevangenen aangesteld als hulpjes om conflicten op te lossen. Er is heel veel geweld in zo’n gevangenis.

“Je moet weten waar je mee bezig bent, anders moet je er niet aan beginnen. If you can’t do the time, don’t do the crime.

Zeven jaar vastzitten is uiteraard niet niets, maar ik heb veel geleerd in die periode. Die zeven jaar hadden er ook dertig kunnen zijn, dat hebben ze geprobeerd. Het heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben en daar ben ik gelukkig mee. Teruggaan naar Thailand zit er voorlopig niet in, daar sta ik op de zwarte lijst. Ik vind dat niet zo erg. Dat is inherent aan het spel dat je speelt. Het hoort erbij.

Die redenering is altijd de rode draad geweest in mijn leven: je neemt een beslissing – goed of fout -, je staat ervoor in en je draagt de gevolgen. Je moet weten waar je mee bezig bent, anders moet je er niet aan beginnen. If you can’t do the time, don’t do the crime.

In de podcast van Studio Of Life doet Paul zijn wilde verhaal uit de doeken. Luister naar deel 1 en deel 2.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.