Drie jonge Koerdische vrouwen poseren met hun wapens voor een controlepost in Al-Malikiyah, in het noordoosten van Syrië, dicht bij de Iraakse grens. Foto’s door Benjamin Hiller.
Avesta, een vrouwelijke sluipschutter, rookt een sigaret in Ras al-Ayn, Syrië. Om haar nek hangt aan een zwart koord een kruis. Andere vrouwen drinken koffie en roken Gauloises terwijl ze hun Kalasjnikovs stevig vasthouden, naast een door modder gecamoufleerde auto. “Als ik een commandant zie, dan schiet ik hem neer,” zegt Avesta, een 27 jaar oude sluipschutter. “Anders schiet ik diegene neer die het dichtst in de buurt is.”
Videos by VICE
Avesta en haar vriendinnen vechten met de People’s Protection Units (YPG), een Koerdische militie die de in het noorden van Syrië gelegen provincie Hasakah verdedigt.
Het grootste gedeelte van het afgelopen jaar waren de strijders van de YPG in gevecht met militanten die verbonden waren aan al-Qaeda—voornamelijk de Islamitische Staat van Irak en Syrië (ISIS) en Jabhat al-Nusra (JN)—en met de militie van het Vrije Syrische Leger, om de controle over de olieproducerende provincie te behouden.
“Al-Qaeda maakt gemakkelijk dingen kapot,” zegt Avesta. “Maar wat al-Qaeda niet weet is hoe dingen weer op moeten worden gebouwd.”
De actieve deelname van een groot aantal vrouwelijke strijders is exemplarisch voor een algemenere trend die te zien is in de Koerdische regio’s van Syrië, waar de cultuur opleeft nadat de regio’s onder het juk van de Syrische overheid ontsnapt zijn.
In scholen worden er Koerdische lessen gegeven, wat een paar jaar terug nog ondenkbaar was. Koerdische kranten worden ondertussen goedkoop gedrukt en tot aan elke hoek van het Koerdische grondgebied verspreid.
Vrouwen in traditionele klederdracht lopen dansend en juichend over straat, achter de trucks aan die hard muziek draaien en versierd zijn met Koerdische vlaggen. Vrouwen maken deel uit van de door de samenleving gesteunde politiemacht, de Asayish, en ze nemen actieve rollen in de politiek in.
Een vrouwelijke Koerdische commandant leidt een aanval op een militaire basis waar soldaten van het Syrische leger zich verscholen houden, juli 2012.
Voor Avesta en haar kameraden is al-Qaeda een directe bedreiging voor de Koerdische droom van autonomie én voor hun wens om een meer gelijke samenleving te creëren.
“Voor de revolutie bleven de meeste Koerdische vrouwen zoveel mogelijk binnenshuis,” zegt de 32 jaar oude Aryan, een andere vrouwelijke strijder, die een uniform draagt en pijnboompitten eet. “Sinds ik voor mijn land [Koerdistan] vecht is die houding veranderd.”
De gevechten tussen YPG aan de ene kant en ISIS en JN aan de andere kant blijven voortduren in de regio, en in Syrië in het algemeen. De Koerden noemen de noordelijke, Koerdische delen van Syrië “Rojava”, en hopen het ooit tot hun eigen land te maken. Het conflict heeft ook buiten de regio gevolgen. Op 29 september werd er door ISIS een zelfmoordaanval uitgevoerd op Erbil, de hoofdstad van het Iraakse Koerdistan, die bedoeld was als waarschuwing voor de Koerdische facties daar. Er kwamen zes mensen om het leven, en veertig anderen raakten gewond.
Rojava wordt door de strategische ligging—het grenst aan zowel Turkije als Irak—als een belangrijk gebied gezien. Wie de controle over het gebied heeft kan niet alleen de winsten van de potentiële smokkel en handel opstrijken, maar ook de inkomsten van de olieproductie in dat gebied.
Als ISIS en JN het gebied weten te bezetten, wordt er daarnaast een doorgang gecreëerd waardoor strijders uit West-Syrië gemakkelijk naar de Soennitische gebieden in Irak kunnen reizen, de thuisbasis van nu al zo’n tienduizend ISIS strijders.
Veel mensen zijn gevlucht voor het geweld in de Koerdische delen van Syrië. Ongeveer vijftigduizend Koerden hebben Syrië in augustus achter zich gelaten, nadat hevige gevechten het gebied verwoestten, en ingeruild voor het Iraakse Koerdistan.
Drie vrouwen van het YPG, ten zuiden van I-Ma’bada, waar ze met ISIS en JL hebben gevochten.
“De meesten van ons zijn moslim, maar de ideeën van ISIS komen niet overeen met de manier waarop we in onze stad leven,” zegt Ibrahim Nasr, een vluchteling uit Yusufiye, een grensstad waar de afgelopen maand hevig is gevochten tussen de YPJ en ISIS en JL. Ibrahims zoon werd in september doodgeschoten door een sluipschutter.
Twee weken geleden verdreef de YPG—naar het schijnt met behulp van Syrische straaljagers en het Iraakse leger—ISIS van Yarubiya naar de Iraakse grens.
ISIS en JN hebben zich herpakt rond Ras al-Ayn, slechts een paar kilometer bij de plek waar ik Avesta interview vandaan.
De gebouwen om ons heen hebben littekens van de gevechten. Er zitten kogelgaten in de muren, ramen zijn kapot en overal licht puin en prikkeldraad. Een markt aan de rand van de stad is in vlammen opgegaan. Er is nu alleen nog maar een ruïne van over.
“Het ergste wat me kan gebeuren is dat ik gevangen word genomen door ISIS,” zegt Avesta. “Ik kan me niet voorstellen wat ze me aan zouden doen.”
De Syrische Koerden die democratische reformaties willen, hebben de Syrische burgeroorlog, die nu al bijna drie jaar duurt, voor het grootste gedeelte ontweken.
“Onze mensen steunden de revolutie eerst, maar toen zagen we in wat er echt gebeurde [de oppositie nam steeds extremere islamitische vormen aan],” zegt Avesta.
In plaats daarvan stelden de Koerdische facties een “derde manier” voor: zorgen dat de PYD—de linkse Koerdische partij die de vrouwelijke milities begeleidt—de noordoostelijke regio’s van Syrië kan versterken, terwijl het Syrische regime hun kruid verschiet in andere delen van het land, door het vechten tegen de opstandelingen.
Het Vrije Syrische Leger en de Turkse overheid—die decennialang tegen de PKK vochten en niet willen dat er een Koerdische staat gevormd wordt op hun zuidflank—zeggen dat de PYD samenwerkt met Assads regime, maar dat ontkent de PYD. De PYD claimt op haar beurt dat de Turkse overheid ervoor heeft gezorgd dat strijders van ISIS en JN via Turks grondgebied naar Ras al-Ayn konden reizen, zodat ze de YPG aan konden vallen.
Ondanks de complexiteit van de situatie ziet Avesta de “Revolutie van Rojava” als een “zonnestraal”.
Dan vertelt ze me plotseling dat ze het interview moet beëindigen. Ze verontschuldigt zich en zegt dat “ze haar werk moet gaan doen”.
De eenheid klimt in voertuigen. Er zullen over een aantal uren weer gevechten uitbreken.
Volg Glen Johnson op Twitter: @GlenAJohnson
Hier kun je meer van Hillers foto’s zien.