Drugs

Mensen vertellen ons over hun naarste ervaringen met paddo’s

Ik haat paddo’s. Ik snap dat drugservaringen subjectief zijn en dat er veel mensen dol zijn op paddo’s (‘want ze zijn natuurlijk’), maar ik kan er niks mee. En ja, ik heb ze in de natuur gebruikt. Ik heb ze gebruikt met mensen die ik vertrouw. Ik heb een lagere dosering geprobeerd. Maar telkens kom ik in een vicieuze cirkel terecht vol nare gedachten. Het enige wat ik denk als ik paddo’s heb gebruikt is: ik wil dat het voorbij is. Ik wilde dat het voorbij was toen ik in Laos in de spiegel keek en mijn huid was veranderd in boomschors. Ik wilde dat het voorbij was toen een vriend dacht dat hij een hond was en me probeerde te bijten.

Ik ben echt niet de enige die een hekel heeft aan paddo’s. Als je me niet gelooft, lees dan de drie onderstaande horrorverhalen.

Videos by VICE

Ik dacht dat ik in de hel was
Ik was in een klein stadje in Laos, waar backpackers naartoe gaan om drugs te gebruiken. Er waren restaurants waar je een geheim wachtwoord moet gebruiken, zoiets van ‘ik wil drugs’, en dan brengen ze je een menu vol illegale en geestverruimende middelen. Ze hadden coke, hasj en zakjes heroïne. We bestelden de pizza funghi. Ik at een stuk en omdat mijn brein niet onmiddellijk begon te smelten, bleef ik eten.

Toen we naar buiten gingen, dacht ik dat ik weer thuis was in Vancouver. Ik snapte niet waarom er een standbeeld stond van een half-man-half-kip. Dat standbeeld staat er overigens echt, wat misschien niet de handigste plek is, zo vlak naast een plek waar ze hallucinerende dingen verkopen. We gingen terug naar het hutje dat we hadden gehuurd en ik bracht zes uur schreeuwend door. Non-stop, zo hard als ik kon. Ik was ervan overtuigd dat ik dood was. Ik was een dood lichaam in het bos en er waren krekels om me heen. Ik was in het hiernamaals: in de hel.

Ik was zo ver heen dat ik vergat dat ik paddo’s had gebruikt. Er was geen verschil tussen wakker zijn en slapen. Ik was nog steeds in de hut, de muren begonnen te smelten, ik was levend maar ook dood en in de hel. Ik realiseerde me pas dat ik had geslapen toen ik wakker werd, op mijn knieën ging zitten en weer begon te schreeuwen. De persoon waar ik mee was rolde met haar ogen en zei: “Ik dacht dat we dat wel hadden gehad.” Uiteindelijk namen de effecten af en kwam ik weer bij zinnen. De volgende ochtend werd ik wakker en was het klaar. Eindelijk.

Ted*, 38

Het kunstproject
Ik gebruikte vaak paddo’s toen ik nog op school zat. Elke keer was vreselijk. Ik dacht dat ik een enorme loser was en dat de wereld verging. De enige keer dat het goed ging, tekende ik urenlang samen met een vriend in de sneeuw. Ik dacht dat we een prachtig kunstwerk maakten, maar toen we weer nuchter waren, bleek dat we alleen heel groot het woord ‘POEP’ hadden geschreven. Het was gigantisch, we waren er heel lang mee bezig geweest.

Emma, 28

Hersenschudding
Het ding met hallucinerende drugs is dat je ze niet uit kunt zetten. Eén nare gedachte en er kan een lawine van ellende volgen. Ik gebruikte vroeger best vaak paddo’s. We hadden ze een keer gebruikt toen er vuurwerk zou worden afgestoken. Ik had een sick dakterras en daar gingen we hangen en naar de zonsondergang kijken. Ik nam ongeveer twee handenvol paddo’s. Het was fijn, de zon ging onder, ik hing met wat vrienden en we moesten veel lachen. Mijn vriend John* had een thermos vol whisky met limonade waar hij de hele tijd van dronk en we keken Dave Chappelle. Op een gegeven moment kreeg ik het vreselijk warm. Ik liep naar mijn kamer en trok al m’n kleren uit. Toen ik rondkeek, zag ik dat de muren begonnen te smelten. Ik dacht dat het kwam omdat ik onaardig was geweest tegen mijn moeder, dus ik stuurde haar een berichtje om te zeggen dat ik van haar hield. Ik stuurde nog dertig berichtjes, maar kreeg geen reactie. Ik dacht: oké, prima, dat is uit mijn systeem.

We besloten om naar een café te gaan. We zijn allemaal flink van de kaart, maar John, die de hele tijd aan het zuipen was, is er nogal slecht aan toe. Hij zegt: “Jongens, ik moet kotsen,” en hij loopt de bosjes in. We horen hem kotsen. Vervolgens horen we een geluid dat onmiskenbaar klinkt als een hoofd dat op het beton smakt. Als we gaan kijken, zien we John bewusteloos op de grond liggen. We slaan hem in zijn gezicht tot hij bij kennis komt. Hij kijkt scheel en zegt: “Laten we naar het café gaan.”

Dat doen we niet. We brengen hem naar huis en leggen hem op de bank. Hij is aan het raaskallen. We houden hem zes uur lang wakker tot we zijn vriendin te pakken krijgen, en zij hem komt ophalen. De volgende dag is hij de hele tijd aan het braken en blijkt dat hij een zware hersenschudding heeft. Het was doodeng en ik heb nooit meer zoveel paddo’s gebruikt als toen.

Andrew*, 34

*Deze namen zijn veranderd vanwege privacy-overwegingen.