Mensen vertellen over de klunzigste keren dat de brandweer ze moest komen redden

Als klein kind hoefde ik niet zo nodig brandweerman te worden. Het ene moment zit je een beetje in de kazerne te klaverjassen met je brandweercollega’s, het andere moment moet je in moordtempo naar een brandend huis, waar je een of andere naïeve kleuter mag redden die het briljante idee had om naar de allerhoogste etage te vluchten. Het is dus óf heel erg saai, of meteen levensgevaarlijk.

Later besefte ik dat dit toch wat kort door de bocht was, en dat het af en toe best vermakelijk werk kan zijn. In het Engelse Bristol was laatst nog een vrouw vast komen te zitten in een raamkozijn nadat ze haar eigen drol naar buiten had gegooid, en afgelopen vrijdag vond een Duitse man het blijkbaar nodig om z’n piemel in een gewicht van 2.5 kilo te steken, waarna hij ‘m er niet meer uit kreeg. De brandweer gelukkig wel.

Ook in Nederland laten we het af en toe flink uit de hand lopen. We vroegen mensen naar de klunzigste redenen waarom ooit de brandweer voor hen moest komen opdagen.

Wesley (24)

Samen met een paar maten van me brak ik een keer in bij een leegstaand pand, en daar hielden we een klapper van een rave. Iedereen was flink uit z’n reet en het was geweldig, maar rond een uurtje of acht moesten we weg, want de politie kwam de boel verpesten.

We hadden mooi wel een boel apparatuur geleend – een rookmachine, stroboscopen, dat soort dingen. Zonde om niet te gebruiken, dus we gingen naar het huis van een vriend waar ik op paste. Daar hebben we de rookmachine aangezet. Het hele huis stond blauw, je zag geen hand voor ogen. Van buiten leek het net alsof er brand was, dus de buren hadden de brandweer gebeld. Ze stonden al klaar om met hun slang alles onder te sproeien, maar toen we naar ze toe liepen snapten ze dat er niks aan de hand was, en hebben we er flink om gelachen.

Inmiddels was het maandagochtend en een vriend van me begon out te gaan. We besloten wat pizza’s te halen. We pleurden ze in de oven, en vonden het eigenlijk wel lekker warm, dat oventje. We hadden geen verwarming in dat huis, dus we lieten het deurtje openstaan.

We vielen in slaap, en toen we zo’n vijf uur later wakker werden schrokken we ons helemaal de pleuris: de fucking keuken stond in brand! We belden de brandweer, maar die dachten dat we een grapje maakten, vanwege die rookmachine. Gelukkig geloofden ze onze buren wél en waren ze alsnog snel ter plaatse.

Videos by VICE

Foto door Joost Boers via Flickr

Kaj (23)

Begin vorig jaar was ik op uitwisseling in Hong Kong. Ik woonde in een studentenflat van dertig verdiepingen. Ergens in de eerste week kwam ik ‘s nachts thuis na een avondje stappen, en omdat ik honger had ging ik dumplings bakken. Ik was helemaal gesloopt van de jetlag en al die nieuwe indrukken, en ik was vooral ook nogal lam.

Ik werd wakker in mijn bed. Ik wist niet wat er gebeurd was, maar ik voelde dat er iets niet helemaal klopte. Op Facebook zag ik filmpjes voorbijkomen van mensen die uit een gebouw werden geëvacueerd. Mensen stonden buiten in hun pyjama terwijl brandweerauto’s met loeiende sirenes kwamen aangereden. Op de achtergrond hoorde je het brandalarm. Er begon iets te dagen.

Ik herinnerde me weer dat ik door een brandweerman van de keuken naar mijn bed was gebracht. Het water in de pan met dumplings moet zijn verdampt, daardoor ze waren aangebrand. Alle ramen waren dicht en er was geen afzuigkap en de keuken stond blauw. Echt brand was er niet, maar het zorgde voor veel onrust. Niemand mocht de lift gebruiken, dus de mensen die bovenin woonden moesten tientallen verdiepingen met de trap naar beneden.

Het vreemde is dat ik er daarna eigenlijk niks meer van heb gehoord. Het hele studentencomplex kreeg nog een mailtje met een waarschuwing voor ‘unattended cooking,’ maar bijna niemand wist dat ik het had gedaan. Behalve de brandweerlieden dan, maar die geloofden het verder blijkbaar wel. Tijdens dat semester kwam het verhaal nog vaak voorbij, en dan was het altijd een interessant moment als ik verklapte dat ik dat allemaal had veroorzaakt.

Tim (24)

Op mijn achttiende werkte ik bij een restaurant, en op een avond besloten we bij de nazit dat het wel lollig zou zijn om in het goederenliftje te stappen. Dat liftje was ongeveer één bij één meter, en is bedoeld om kratten, flessen en voedsel naar verschillende verdiepingen te transporteren. Nu klom ik erin. Ik ben twee meter lang.

Toen ik ergens halverwege de begane grond en de eerste verdieping vast kwam te zitten, dacht ik eerst dat mijn collega’s een grapje maakten. Dat was niet zo. Mijn telefoon had nog maar één procent batterij over, en viel al snel uit. Gelukkig kon ik de rolluiken van het liftje van binnenuit openen, waardoor ik een beetje kon communiceren. We zagen geen andere uitweg dan de brandweer te bellen. Het was inmiddels tegen zeven uur ‘s ochtends, en onze bazin zou bijna komen.

Nadat ik ongeveer een half uur had vastgezeten, hoorde ik dat de brandweer de kleppen op de eerste verdieping open had gekregen, die normaal gesproken alleen open gaan als de lift er is. Ik werd verzocht om via de schacht (die trouwens zo’n twintig meter diep is) naar boven te klimmen. Hoe hoger ik kwam, hoe meer stemmen ik hoorde, en toen ik eenmaal boven was stonden er een stuk of tien brandweermannen en twee politieagenten me op te wachten. Een van die brandweermannen, die bijna een halve meter kleiner was dan ik, keek me woedend aan. “Weet je wel hoe gevaarlijk dit is?,” zei hij. “Je denkt zeker dat je volwassen bent!”

Gelukkig werd ik niet ontslagen, maar ik moest wel de schade vergoeden. Die hele schacht was kapot.

Foto via PxHere

Gaia (26)

Toen ik achttien was en nog thuis woonde, ging mijn moeder tijdens oud en nieuw een weekje weg. Ik nodigde al mijn vrienden uit en toverde ons huis om tot een halve discotheek. We rookten binnen en werden al snel aardig dronken. Van tevoren had ik een stuk of vijftig toiletrollen gekocht, waarvan ik een piramide had gebouwd in de wc.

Die piramide vloog dus in de fik, waarschijnlijk omdat iemand er een sigaret tegenaan had gehouden. Gelukkig konden we hem redelijk snel blussen. Dat gold niet voor de elektrische kerstboom van onze buren die op de gang stond. Rond een uurtje of één werd ik aangetikt door een paar vriendinnen: je gang staat in brand! Dat was inderdaad zo, en niet veel later stond ook de keuken in de fik.

Toen de brandweer arriveerde, stonden er iets van dertig mensen op het balkon. Ondertussen probeerde ik met een paar vrienden zelf wat te blussen door pannen water over het vuur te gooien.

Op een gegeven moment had ik teveel rook ingeademd, en ben ik nokkie gegaan. Toen ik weer wakker werd, was ik buiten, en lag ik in de armen van een knappe brandweerman. Het huis was ondertussen zwart vanbinnen. Twee dagen later kwam mijn moeder terug, en ze was compleet in shock. Ik mocht nooit meer een feestje geven. Sommige ouders verboden hun kinderen om nog langer met me om te gaan. Zelf vonden we het natuurlijk ook eng, maar op die leeftijd vonden we het stiekem ook wel avontuurlijk.

Hans (28)

Toen ik nog thuis woonde, gingen mijn ouders een keer een avondje weg: er was kermis in de stad. Dus ik had bedacht om een romantisch avondje te organiseren voor mijn vriendin. Voordat ze kwam, had ik alvast een kaars aangestoken, en die neergezet op de vensterbank in mijn slaapkamer. Het raam stond op een kiertje.

Toen ik even later mijn kamer weer binnenliep, stond mijn bed in de fik. De kaars moet erop zijn gevallen toen ik de deur dichtdeed, waardoor het raam door de tocht naar binnen was geklapt. Ik ging water halen in de badkamer, maar toen ik weer terugkwam werd ik compleet achterovergeslagen door de rook.

Ik bracht de hond buiten, belde de brandweer en werd opgevangen door mijn buren. Mijn hele kamer was weg, vooral van mijn bed en gordijn was nauwelijks meer iets over. Toen mijn ouders aankwamen, was het eerste dat mijn vader zei: “Zo, dat is nog eens van een koude kermis thuiskomen!”

De weken daarna sliepen we met het hele gezin in een bouwkeet voor ons huis. De rook was door het hele huis getrokken. Een schoonmaakploeg ging druk aan de slag om alles te reinigen. Gelukkig hebben mijn ouders het me verder nooit kwalijk genomen. Met mijn vriendin ben ik nog steeds samen, maar mijn romantische kaarsjes zet ik sindsdien slimmer neer.