Mensen vertellen over de meest onprofessionele streken die ze uithaalden onder werktijd

De kans dat je jouw droombaan gaat vinden is behoorlijk klein. Een onderzoek uit 2012 laat zien dat ongeveer 9 procent van de ondervraagden de carrière hebben waar ze van droomden toen ze nog jong waren, en dat 30 procent werkzaam is in een gerelateerd werkgebied. Bovendien is het plezier op de werkvloer de afgelopen jaren flink gekelderd, want uit een recente enquête die werd afgenomen in de VS blijkt dat maar liefst 70 procent van alle werknemers hun baan vreselijk vinden. Ze vallen zelfs in de categorieën ‘niet betrokken bij hun baan’ of ‘actief ontkoppeld’. In Nederland is 40 procent van alle werknemers ontevreden met hun baan, en dat aantal is in 2016 zelfs met 14 procent gestegen.

Volgens cijfers van onderzoeksbureau Gallup haat 19 procent van de Amerikaanse werknemers zijn of haar baan zo erg, dat ze met opzet fratsen uithalen, of hun werk niet doen. Volgens analisten gaat het daarbij om “contraproductief werkgedrag” dat kan bestaan uit vroeg weggaan en expres niks doen, tot het vervagen van grenzen zoals stelen (uit een Amerikaans onderzoek is gebleken dat 80 procent van de werknemers steelt op hun werkplek), seks hebben of drugs gebruiken tijdens werktijd.

Videos by VICE

Hieronder lees je de verhalen van mensen die een gloeiende hekel hebben – of hadden – aan hun baan, en die een hoop ongein uithalen om het allemaal nét even wat minder saai te maken.

Jennifer, werkte bij een ngo

“Ik was ooit de baas van een non-profitorganisatie. Dat was saai, dus ik besloot te masturberen op de wc terwijl een groep vrijwilligers buiten stond te wachten op een rondleiding. Ik was hartstikke zwanger, de hormonen gierden door mijn lijf en mijn libido was torenhoog. Ik keek even naar mezelf in de spiegel en toen dacht ik: mijn God, doe in hemelsnaam wat met je leven.

Kevin, medewerker bij de radio

“Dit was ik niet zelf – ik zou er de ballen niet voor hebben – maar het verhaal is de moeite waard om te vertellen omdat het zo over the top was. Er werkte een stagiair bij ons die dacht dat hij slecht behandeld werd door onze leidinggevende. Op een dag besloot hij ontsmettingsalcohol in de koffie van onze leidinggevende te gieten. Mijn leidinggevende kotste alles uit over zijn bureau. De jongen raakte in paniek en biechtte alles op. De beveiliging heeft hem toen naar buiten begeleid. Ik was diep onder de indruk. Het heeft maar een maand geduurd tot hij klaar met die stage was en eruit werd gegooid. Ik zit hier al negen jaar, en ik maak alleen maar stiekem grapjes en ontken daarna pertinent dat ik überhaupt iets zei. Ik wou dat ik zo stoer was zoals hij.”

Jennifer, werkt in de toerisme-sector

“Ik werkte ooit bij een pretpark. Op een nacht gebruikte ik samen met vrienden wat paddo’s. Een van die vrienden had een bad trip, dus ik ontwaakte uit de mijne om te helpen, en om ons veilig thuis te brengen. De volgende dag moest ik kinderen schminken. Ik droeg een ouderwetse outfit met een hoed en een paraplu. Het was best lief, en gewoon prima. Maar toen ik er ‘s ochtends een tijdje zat, en ik de gezichten van kinderen aan het schminken was, kwam ik terug in mijn high. En niet zo’n beetje ook. Ik moest me inhouden om de gezichtjes van de kinderen niet vol te kladderen met psychedelische tekeningen. Ik viel flauw, precies op de dag dat mijn baas aanwezig was, en het allemaal kon zien.”

Ron, leraar

“Ik was een jonge leraar, en werd tijdens mijn werkweek regelmatig dronken. Een paar jaar geleden werd ik dronken op een woensdagavond. Ik kon met geen mogelijkheid naar huis rijden, dus ik besloot om terug te lopen naar mijn klaslokaal en daar te slapen. Ik ging op de vloer liggen van mijn klaslokaal en viel binnen een paar seconden in slaap. Toen ik de volgende ochtend weer bijkwam zaten mijn leerlingen al netjes aan hun bureaus op instructies te wachten. Ik kwam moeizaam overeind en probeerde een les over poëzie te geven die uiteindelijk nergens op sloeg. Ik moest mezelf excuseren – je begrijpt vast wel waarom, en de kinderen ook, zonder twijfel. Toen ik terugkwam zei ik de kinderen dat ze iets moesten gaan doen, het maakte niet uit wat, zolang ze maar stil waren. Ik kon mezelf niet wakker houden en zodra de les voorbij was belde ik naar de administratie om te zeggen dat ik ziek was en vertrok ik op mijn fiets om het restje waardigheid en zelfwaarde dat ik nog bezat op te halen.”

Sandra, gids

“Tijdens de zomer nam ik een paar mensen mee op een tour door de Zwitsere Alpen. Toen we bij de top aankwamen, die het hele jaar door besneeuwd is, sloop ik weg, trok ik mijn kleren uit, en rende ik rond met alleen mijn schoenen en handschoenen aan en een muts op. Ik rende naar de vlaggenmast met de Zwitserse vlag en deed een onsierlijke, naakte paaldans. Koude berglucht op een naakt lichaam voelt een beetje als skinnydippen, en dit keer was er ook nog eens publiek. Het beste gedeelte was toen een deel van de groep met me meedeed. Dus uiteindelijk renden er zestien van ons naakt door de sneeuw en konden de toeristen niet ophouden met foto’s maken.”

Terry, winkelier

“In de jaren tachtig werkte ik in een vintage kledingwinkel in Toronto. In onze winkel sorteerden we stapels kleding die door een vrachtwagen vanuit verschillende plekken gebracht werden. Op een dag ontvingen we een grote order leger- en camouflagekleding. Sommige broeken misten een broekspijp, het materiaal was gescheurd en overal zaten bloedspetters. Het was smerig. De eigenaar zei tegen ons: “Oké. Dit is wat we gaan doen. Alles met bloed erop gaat naar de kleurstofmachine. Elk kledingstuk wat een deel mist wordt een korte broek en al het andere wordt gewassen. Hup! Aan de slag.” We gingen erin mee. We sorteerden en kleurden de hele lading, zonder handschoenen of mondkapje. Nog steeds als ik nu iemand in een zwarte korte broek zie vraag ik me af wie hem daarvoor heeft gedragen, en of diegene een vermoeden heeft waarom die broek zwart is.”

Laura, manager van een speelgoedwinkel

“Op mijn achttiende werd ik manager van een speelgoedwinkel. Soms had ik seks achter de toonbank. Ik trok dan een jongen mee naar achteren, en deed het vervolgens op een stapeltje knuffels. Heel vaak, met heel veel jongens. Niemand is er ooit achtergekomen.”

Sophie, callcentermedewerker

“Ik werkte in een verschrikkelijk callcenter waar ik klachten afhandelde van een mobiele provider. Ik werkte er alleen zodat ik mijn studie kon betalen, maar voor veel mensen was het een fulltime baan. We werkten in een grote loods, en alles wat we deden werd opgenomen: hoe lang je naar de wc ging, of je te vroeg inlogde op je computer, alles. Op een dag – ik had een helse kater na een avond drinken om de ellende van deze baan te vergeten – was ik aan het luisteren naar een ontevreden klant. Zoals gewoonlijk was de klant aan het klagen. Opeens moest ik overgeven – het soort dat ineens op komt zetten, en dat je niet kan stoppen, omdat je een kater hebt. Ik had ongeveer een seconde om na te denken over wat ik kon doen. De toiletten waren ook nog eens hartstikke ver weg. Ik kapte de beller af, zette hem in de wacht, en gaf over onder mijn bureau. Ik maakte daarna het telefoontje af. Een week later nam ik ontslag.”