Albert Einstein schijnt ooit te hebben gezegd dat als de bijen uitsterven, de mens binnen een paar jaar zal volgen. Fotograaf Merel van den Enden wilde daar het fijne wel van weten en startte een onderzoek naar bijensterfte. Dat onderzoek liep een beetje uit de hand, want het veranderde haar van een sociaal geëngageerde fotograaf in een onderzoekende boekenwurm die politieke debatten en imkersbijeenkomsten afstruint.
Het resultaat van dit onderzoek is te zien tijdens het tweejaarlijkse fotografiefestival BredaPhoto, dat dit jaar in het thema staat van technologische vooruitgang en wat dat doet met de mens. Haar kunstwerk heet Zoom, en bestaat uit drie uitvergrote scans van plakjes bij. We spraken haar over de voornaamste doodsoorzaken van bijen, en hoe je koninginnen kunt insemineren met zaad van ‘goede’ darren.
Videos by VICE
Creators: Ik denk dat veel mensen die Zoom zien, niet meteen doorhebben dat ze naar een bij staan te kijken, of wel?
Merel van den Enden: Iedereen ziet er iets anders in, dat is ook het leuke. De een ziet er bergen in, de ander een wereldkaart en weer een ander een vrouwenlichaam. Het is heel interessant om die perspectieven zien. Maar je kijkt dus gewoon naar drie dwarsdoorsneden van een bij. Als je er recht voor staat zie je ook de ingewanden.
Hoe kwam dit project tot stand?
Ik werd samen met dertig andere fotografen geselecteerd om een masterclass te volgen die werd georganiseerd door BredaPhoto. We zijn aan de slag gegaan met het thema van het festival, en ik koos als onderwerp de bijensterfte. Ik ging er destijds vanuit dat het vooral veroorzaakt wordt door het grootschalige gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Daar raakt de bij van in de war en daardoor kan hij zijn kast niet meer terugvinden.
Dus als we de gewasbeschermingsmiddelen zouden afschaffen komt het weer goed met de bij?
Toen ik aan dit project begon, had ik het activistische standpunt ik dat alle gewasbeschermingsmiddelen inderdaad afgeschaft moesten worden. Maar naarmate mijn onderzoek vorderde en ik in gesprek raakte met overheidsadviseurs en wetenschappers, merkte ik dat het niet zo zwart-wit is als ik dacht. Er zijn heel veel mogelijke oorzaken voor de bijensterfte: monocultuur in de landbouw bijvoorbeeld, of parasieten zoals de varroamijt.
Ik ben er vervolgens helemaal ingedoken, heb veel onderzoeken over de bijensterfte gelezen, imkers en adviseurs in gewasbeschermingsmiddelen gesproken en ben naar Tweede Kamerdebatten geweest. Een keer zat ik op woensdag tot twaalf uur ‘s nachts achter mijn laptop, en gingen mijn huisgenoten naar bed. “Ik ga ook zo,” zei ik. “Eerst nog even dit politieke debat over bijen afkijken.” Toen pas had ik door hoe geobsedeerd ik eigenlijk was door dit onderwerp.
Waarom heb je ervoor gekozen dit verhaal te vertellen aan de hand van drie plakjes bij?
Ik werd overspoeld door perspectieven en vond het lastig om nog een standpunt in te nemen. Ik vond dat als ik iets zou vertellen over de bijensterfte, het wel de absolute waarheid moest zijn. Dat bleek onmogelijk, want eigenlijk weet niemand hoe het precies zit. Dus toen ben ik teruggegaan naar de basis, de dode bij. Ik heb de standpunten losgelaten en ben letterlijk gaan inzoomen op die dode bij en daar kwamen fascinerende beelden uit.
En dit speelde zich allemaal af op je studentenkamer?
Nee, ik kwam terecht in het het Rotterdamse Sint Franciscus Gasthuis, waar ze menselijk weefsel zoals stukjes darm ontleden om te kijken of er tumoren in zitten. De plakjes bij heb ik daar met hulp van twee pathologen met paarse kleurstof bewerkt, waardoor je alle onderdelen goed kan zien. Vervolgens heb ik ze tussen twee dekglaasjes gestopt en via een scanner met zes interne hoge resolutie-camera’s ingescand. Die scans zijn mijn uiteindelijke kunstwerk geworden.
Je hebt dus eigenlijk alles gedaan behalve fotograferen?
Haha, dat klopt. Ik heb me meer opgesteld als onderzoeker dan als fotograaf. Ik heb de scans ook weer afgedrukt op plastic folie, dan lijkt het op de dekglaasjes waar de bij tussen zat. Ik wilde de bezoeker dezelfde ervaring geven als ik had achter de microscoop. Door het groot uit te printen kunnen bezoekers hun afstand tot het werk bepalen en hun eigen beeld vormen, net zoals ik met de scan had als ik op mijn computer in- of uitzoomde.
Gaat het werk dan nog wel over de bijensterfte?
Het werk gaat uiteindelijk vooral over mijn eigen leerproces en dat er geen absolute waarheid over het onderwerp bestaat. Ik nodig de mensen die mijn werk bekijken uit om om het zelf te gaan onderzoeken.
Heb je zelf ook niet een beetje bijgedragen aan de bijensterfte door er een in plakjes te snijden?
Deze was al dood. Een van de imkers die ik sprak gaf me een kast met dode bijen, daar zat zij in. Ik heb die kast ook ontleed en onder de microscoop gelegd. Er zat varroamijt in, dus dat is waarschijnlijk de doodsoorzaak. Dat is een klein rood beestje dat al heel vroeg op de bijenlarve gaat zitten en die verzwakt door zich te voeden met haar lichaamssappen. Hierdoor zijn ze later kwetsbaarder voor ziektes, virussen en parasieten.
Heb je nu even genoeg van al die bijen?
Nee, helemaal niet. Toen ik begon dacht ik: hier kan ik nog de rest van mijn leven mee bezig zijn. Zoom heeft de basis gelegd voor verder onderzoek en andere series. Ik ben nu bezig met een project over imker Bart Barten, die aan kunstmatige inseminatie doet, en zo onder andere probeert om de varroamijt uit te roeien. Hij insemineert zijn koninginnen met zaad van ‘goede’ darren, waardoor er werksterbijen worden geboren die de poppen eruit kunnen halen die met mijt besmet zijn.
Hoe doen die werksterbijen dat dan?
De bijen die Bart kweekt kunnen extreem goed ruiken. Ze kunnen door de celdeksel ruiken dat er een moedermijt met nakomelingen in een broedcel zit. De werksters zijn ook hygiënisch: ze ruimen de besmette cellen meteen op en maken ze schoon, waardoor de mijten geen kans krijgen om zich voort te planten. Zelf moet Bart trouwens wel de darren uitknijpen om hun zaad te kunnen oogsten.
Iel!
Precies, en er is ook nog een ethisch dilemma, want hij speelt eigenlijk voor God. Hij creëert een soort superras van bijen. Hij heeft ze ook op aardigheid geselecteerd: ze vallen je niet aan, dus je kan daar bijna zonder pak rondlopen. De darren die zijn uitgeknepen voor hun zaad heb ik allemaal opgevangen en ben ik aan het opzetten om ze later te fotograferen. Dat is een vies karweitje, want ze stinken heel erg. Maar ik doe het graag, want omdat ze worden opgeofferd voor de grotere groep zijn het eigenlijk ook een soort helden. Door ze op te zetten worden ze hun eigen monument.
Zoom is nog tot 21 oktober te zien in de Stadsgalerij in Breda. Bezoek de site van BredaPhoto voor meer informatie.