Waar ruikt een avocado eigenlijk naar? Of een kaassoufflé? En hoe zou je de geur van Zwitsal omschrijven zónder het met babybilletjes te vergelijken?
In het Nederlands – en in veel andere westerse talen – hebben we een beperkte woordenschat als het gaat om geuren, waardoor ze erg lastig te omschrijven zijn. Vaak komen we niet verder dan een vergelijking (dit ruikt naar kots), een oordeel (het is vies of lekker) of een woord dat bij een ander zintuig hoort (zoet of zuur).
Videos by VICE
Volgens Ilja Croijmans, junioronderzoeker aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, kent in het Nederlands eigenlijk alleen ‘muf’ als specifieke, abstracte geuromschrijving. Hij vroeg zich af of het experts – mensen die de hele dag door over de geur van bepaalde producten praten – makkelijker afgaat om geuren te benoemen, en of ze door hun ervaring dezelfde termen gebruiken.
Croijmans besloot een onderzoek te doen waarbij hij de geurbeschrijvingen van getrainde en ongetrainde neuzen met elkaar heeft vergeleken. Hiervoor heeft hij 22 wijnkenners, 20 koffiekenners en 21 leken gebruikt als proefpersoon. Hij liet ze aan geurpennen van bijvoorbeeld chocolade, kaneel of kruidnagel ruiken, waarna ze hun waarneming moesten beschrijven.
En wat bleek: de experts herkenden evenveel geuren als de leken. Een getrainde neus hoeft geuren dus niet per se beter te herkennen dan een ongetrainde neus.
Daarnaast waren de experts het ook niet vaker met elkaar eens dan de leken, en verschilden alle drie de groepen onderling sterk in hun geurbeschrijving. Het viel vooral op dat leken de geur evalueerden door te zeggen dat ze iets vies of lekker vonden. Wijnkenners deden dit minder en koffiekenners helemaal niet.
Tegenover Kennislink verklaart Croijmans dat het weinig nut heeft om abstracte termen voor geur aan onze taal toe te voegen, omdat experts toch de taal van de consument spreken. Maar het ontbreken van zulke termen in onze taal betekent volgens hem niet dat geuren niet belangrijk zijn voor ons: “Dat zijn ze wel degelijk, maar we zijn ons daar niet echt van bewust. Zo wordt er bijvoorbeeld in supermarkten vaak opzettelijk de hele dag door brood gebakken, omdat we dat erg lekker vinden.”
Er is al een vervolgonderzoek in gang gezet: “Ik wil weten of de beschrijvingen van koffie- en wijnkenners consistenter zijn als het over hun eigen product gaat. Misschien zijn ze het dan wel vaker met elkaar eens.”
Een of andere dure cursus volgen om je reukzin te optimaliseren heeft dus weinig zin, en mensen die opscheppen als zijnde aroma- of geurexpert moeten gewoon hun mond houden. In het land der geuromschrijving zijn we allemaal één.