De liefde voor je buurt gaat door de maag: West-Kruiskade Rotterdam

In De liefde voor je buurt gaat door de maag gaan we op zoek naar restaurantjes, café's en eetschuren in buurten waar recensenten maar nauwelijks komen. Een buurtbewoner met enige kennis van zaken neemt ons mee en vertelt ons waar we moeten eten en drinken. Aflevering 1: West-Kruiskade in Rotterdam met kunstenaar Uriah Arnhem.

Lange tijd stond West-Kruiskade vooral bekend als verzamelpunt voor junkies; op het station was een perron waar ze zich verzamelden, net als bij de Pauluskerk om de hoek. Op de Kruiskade werd gebedeld en de straat lag vol met heroïnespuiten. Leefbaar Nederland installeerde uiteindelijk camera's en de junkies vertrokken naar een ander deel van de stad, waardoor het een stuk rustiger werd.

Een aantal weken geleden presenteerde kunstenaar en cabaretier Uriah Arnhem – samen met Noël Deelen, met wie hij collectief Venour vormt – een kunstwerk aan het begin van de West-Kruiskade in Rotterdam, en de gemeente wil nog meer hebben van de jongens voor in het straatbeeld. Uriah is hier ook opgegroeid, en hij komt er nog steeds graag, vooral om lekker te eten.

Op de West-Kruiskade zijn meerdere Oosterse toko's, maar ook Surinaamse eethuizen, Chinese restaurantjes, een kapperszaak gespecialiseerd in kroeshaar, en een dierenwinkel waar ze kippen en duiven verkopen die mensen zelf kunnen slachten.

MUNCHIES: Vertel, waar zijn we?

Uriah: Dit is China Town en ik kom hier meestal op zondag, want dan heb ik geen zin om te koken. Ik bestel eigenlijk altijd te veel, ze hebben gewoon zo veel lekkere dingen. Maar ze kunnen ook kleinere porties serveren, dat is wel een voordeel. Mijn ouders hebben een paar meter verderop al 45 jaar een eigen kapperszaak, die mijn zus nu heeft overgenomen.

Wat eet je hier graag?

Ik bestel meestal een mix met drie soorten vlees, onder andere met eend en spek. Kippenvleugeltjes zijn hier echt heel erg lekker – ik eet veel kip ja. Maar dit is wel meer een snackje. De garnalen met peper en zout zijn ook lekker. Je moet er wel rijst bij eten, dat is een goede combinatie; dat knapperige, zoute en de peper van de garnalen, en dan dat neutrale van de rijst. En een beetje olie van de sambal.

Waarom is het nou juist hier zo lekker?

Meestal als ik Chinees heb gegeten, heb ik te veel gegeten. Dat speelt dan allemaal in op mijn ingewanden. Maar hier koken ze heel natuurlijk, geen extra smaakstoffen en geen chemische zooi. Het is heel erg vers. Kijk ook hoe mooi het eruitziet, en die paprika is nog lekker knapperig.

Waar zijn we nu?

We zijn bij Kiem Foei, hier eet je lekkere Surinaamse broodjes. In de jaren zeventig kwamen er veel immigranten uit Azië en Zuid-Amerika naar Rotterdam, vooral naar deze wijk. Daarom is deze straat ook zo multicultureel. Je vindt hier veel Surinaamse Hindoestanen die bijvoorbeeld een goudwinkel hebben – het is hier ook een soort Chinatown.

Wat eet je hier graag?

Ze hebben hier van alles, maar ik kom hier voornamelijk voor de Surinaamse broodjes en de bakkeljauw met telo. Ken je dat? Dat is cassave, en bakkeljauw is zoute vis. En ik eet hier ook graag een broodje Tja Saw, maar niet meer zo vaak. Dat is varkensvlees en dat is niet zo goed voor mij, dus dat eet ik alleen in het weekend.

Een hapje met telo én bakkeljauw én sambal is echt heerlijk. Deze sambal is heel anders dan waar we net waren – dit is een soort pasta, terwijl die hiervoor met olie was. Je merkt dat dit ander eten is: dit is heel stevig en je krijgt er een vol en beetje opgeblazen gevoel van. Het is vettig, maar wel echt lekker.

Waar zijn we nu?

Dit is een bakkerij, hier verkopen ze van alles. Het gekke is dat ze aan de overkant precies hetzelfde verkopen. Maar dat maakt niets uit, iedereen loopt gewoon overal naar binnen.

Wat is hier het lekkerst?

Het worstenbroodje. Het lijkt op een zacht wit puntje met een knakworst erin, maar dit is een eigen versie. Het broodje is een beetje zoet. Heel anders dan in Brabant, maar erg lekker. Ook andere dingen zijn lekker – zie je die bal met die sesampitjes? Daar zit een soort vijgenpasta in. Het grappige is dat toen hier nog veel junkies te vinden waren, het hier 's ochtends op straat naar koekjes rook. Als je dan naar buiten liep dacht je dat er flink gebakken werd, maar dat was gewoon de geur van verbrande crack.

Is het niet wat koud voor ijs?

Nee hoor, een ijsje van deze tent is een perfect toetje. Ik kom hier altijd even twee bolletjes halen als ik ergens lekker heb gegeten. In de zomer hebben ze wel veel meer smaken dan nu. Ik eet het altijd uit een bakje, geen hoorntje. Dat verpest de smaak een beetje – ik heb het liever gewoon puur.

Welke smaak is je favoriet?

Als ze het hebben eet ik snickerijs, dat is zo gigantisch lekker. Natuurlijk wel met een koekje erbij. Ik neem meestal twee bolletjes en dan kies ik ook nog voor witte chocolade – een perfecte combinatie.