Eten

Mijn hoofd zoemde na het drinken van Japanse giftige wespendrank

Het is woensdagavond en aan de bar van bijenrestaurant Suzumebachi in de binnenstad van Fukuoka, Japan, deelt een koppel – zij in wit, hij in pak – een uitgebreide maaltijd. Ze proberen van alles wat: gegrilde riviervis, huisgemaakte beef jerky, geglazuurde kippenvleugeltjes bestrooid met sesamzaad en geroosterde pistachenootjes. Het tentje heeft een geel en bruin kleurenthema, de keuken de vorm van een honingraat en vlakbij de wc’s pronkt een wespennest, volledig intact en zo groot als een strandbal.

De naam van het restaurant – dat chef Kenji Yoshitake opende met zijn broer – betekent ‘Aziatische reuzenhoornaar’. De échte attractie bevindt zich namelijk achter de bar en wordt door Kenji van de planken gehaald wanneer hij voelt dat de tijd er rijp voor is. Of wanneer hij grappen met zijn klanten wil uithalen.

Videos by VICE

Kenji laat het koppel een enorme glazen pot vol troebele vloeistof zien. Grote, donkere klonten dwarrelen in de rondte wanneer hij door de vloeistof roert met een pollepel. De meeste klonten zweven boven het kerkhof op de bodem van de fles; drie zweven als losgelaten ballonnen rond in de top. “Weet je, in die bovenste zit nog gif,” grapt Amanda, mijn gids in de stad. De klonten zijn Japanse reuzenhoornaars, een giftige wesp die wel vier centimeter lang kan worden en in de volksmond bekend staat als horzel.

Kenji giet een grote lepel van de drank in een klein kommetje en overhandigt het aan de vrouw in het wit. Ze trekt een gezicht dat voor tweederde uit walging en voor de rest uit gêne bestaat, en nadat ze het drankje achterover geslagen heeft wordt haar frons alleen maar dieper. Mijn tijd zou komen na twee Suntori highballs, een mix van Japanse whisky en bruiswater, dat Suzumebachi op de tap heeft.

Het brouwsel dat Kenji serveert bevat awamori, een sterke drank die op soju lijkt, en wordt gemaakt in Okinawa. Het recept bevat pepermunt en tien geheime kruiden. En giftige reuzenwespen.

Kenji-and-his-hornet-booze
shochu,

Kenji maakt zijn wespendrank met een snellere gisting. Zijn voorraad wespen kreeg hij van een professor aan de universiteit in Ibaraki. Hij laat me een kleinere pot drank zien, die tjokvol zit met slijmerig uitziende beestjes die een penetrante geur afgeven. Hij vraagt of ik de sprong durf te wagen, en ik – flink aangemoedigd door de drank—besluit dat dit een YOLO-moment is.

Hij trekt de pot naar zich toe en begint te roeren. Ik probeer niet te denken aan gif of angels, of dat het drankje nog het meest doet denken aan rioolwater (en dan ben ik nog netjes). Ik onderwerp mijn glas insectensap aan een grondige inspectie – het is een wonder dat er niet méér pootjes en stukjes vleugel in ronddrijven – en bewonder de gestreepte miniatuurlijkjes. Daarna neem ik het drankje, ad fundum.

Je zou verwachten dat deze cocktail een honingachtige nasmaak heeft, iets wat ik een geruststellende gedachte vond. Maar in werkelijkheid smaakt de drank meer naar houtskool, een beetje alsof je een asbak leeglikt. Hij prikt niet op de tong, maar de kleine stukjes wesp blijven steken in mijn keel en liggen als een baksteen op de maag. Ik vraag of iemand ooit op de wespen gekauwd heeft en Amanda vertelt dat een vriend van haar de smaak en textuur beschreef als ‘garnaal op sterk water’.

Kenji houdt één van de wespen omhoog en duwt zijn puntige angel naar buiten. Ik word onwillekeurig herinnerd aan mijn laatste tandartsafspraak.

Maar Kenji is de beroerdste niet en begint de vele voordelen van het drankje op te sommen. Er zit vitamine C en arginine in, een aminozuur dat je immuunsysteem opkrikt en je een gladde huid geeft, zo beweert hij. Dan grinnikt hij, leunt hij wat dichter naar me toe en zegt dat het goedje ook als afrodisiacum werkt. Hij stelt voor dat ik de rosse buurt een paar straten verderop bezoek. Maar ja, hij beweert hetzelfde over de yamaimo, een Japanse aardappel die in de bergen groeit, die zijn broer staat te grillen.

Een paar dagen later heb ik nog steeds niks gemerkt van de verwachtte bijwerkingen, met uitzondering van een wazig verdoofd gevoel in mijn rechterarm en een stuk van mijn voorhoofd. Maar misschien is dit een placebo-effect afkomstig van het insectensap, en niet zozeer van de wespen zelf. Die drie extra highballs die ik achterover tikte na het shotje wespenlikeur hielpen natuurlijk ook niet echt.

Mijn hoofd zoemt er in ieder geval nog steeds van.