Katia Simone Lessa de Freitas (55) groeide op bij haar grootouders in Brazilië. Tot op haar twaalfde dacht ze dat dit haar ouders waren.
Toen Katia’s moeder zwanger werd, was ze een sekswerker vol ambitie. De toekomstige vader, daarentegen, was een 17-jarige die haar aan het lijntje hield met valse beloftes van een beter leven. Het waren de sixties en in die tijd was het een schande om als jongste in het gezin een kind te hebben met een arme, oudere, zwarte vrouw. Doordat een abortus op dat moment onmogelijk was, kon een tante de ouders van de jongen overtuigen om de baby – geregistreerd als hun eigen dochter – op te voeden. Katia’s biologische moeder had daar geen bezwaar tegen. Al snel leerde ze een Zweedse klant kennen die ze uiteindelijk volgde naar Europa, waar ze later van hem scheidde en opnieuw aan de slag ging als sekswerker.
Videos by VICE
Op haar 16de – een aantal jaren nadat ze ontdekt had wie haar biologische moeder was – ging Katia naar haar moeder in Zweden, hoewel ze niet wist dat deze een sekswerker was, noch dat ze betrokken was in louche zaakjes.
Voor het eerst in haar leven vertelt Katia haar verhaal, zonder namen te noemen, alsook die van de moederfiguur die lange tijd haar grootste angst was.
Ik groeide op zonder iets te weten over mijn echte herkomst. Twaalf jaar lang geloofde ik dat mijn grootouders mijn ouders waren en dat mijn vader mijn broer was, hoewel zij allemaal wit waren en ik niet. Vaak kwamen de mensen uit de buurt naar me toe en zeiden ze dat mijn ouders eigenlijk mijn grootouders waren. Ik begon ze erover te vragen tot ze me uiteindelijk de waarheid vertelden. En hoewel ik begreep waarom er tegen me gelogen was, voelde ik me in de steek gelaten – want iedereen wist ervan, behalve ik zelf.
Later vroeg mijn grootmoeder aan mijn biologische vader om uit te zoeken waar mijn echte moeder was, en omdat hij wist welke plekken ze vaak bezocht en haar vrienden kende die ook sekswerkers waren, was het niet moeilijk haar adres in Zweden te achterhalen. Zonder dat ik het wist werd er haar een brief gestuurd en kreeg ik een jaar later antwoord. Het was een enorm lieve brief in woorden, maar die tederheid schoot aan mij voorbij. Kort daarna begonnen we elkaar te bellen. Mijn grootmoeder vormde de brug tussen mijn moeder en ik, om ervoor te zorgen dat alles goed verliep. Al snel begonnen we grapjes te maken aan de telefoon en kreeg ik zelfs enkele dollars toegestuurd in enveloppen – geld dat ik gebruikte voor mijn onderwijs.
In het begin van 1984 vertelde ze me dat ze het volgende jaar naar Brazilië ging komen; ik ging eindelijk mijn moeder in het echt zien. Ik ervaarde een hele hoop gevoelens. Haar aankomst was gek; ze had zich opgekleed om indruk te maken, met een designer jasje, een bloes van zijde en cadeautjes voor het hele gezin. Nadat ze afgewezen was in het verleden door haar geliefden, wou ze tonen hoe goed ze het voor mekaar had.
We gingen op reis, uit eten in chique restaurants, naar het strand, en we praatten over onze levens. Ze had toen al een tweede scheiding achter de rug, een Zweedse klant die ze had gevolgd naar Europa en twee kinderen van had.
Tijdens een van onze uitstapjes besloot ze om bezoek te brengen aan een oude vriend, in het centrum – een verschrikkelijke plek waar vrouwen schaars gekleed gingen en me vreemd bekeken. Dit bleek de plek te zijn waar het bordeel was, waar ze woonde voor ze naar Zweden vertrok. Dat ontdekte ik pas later. Ik was 15 en haar leven was zo anders van het mijne dat ik geen besef had van waar we ons bevonden.
Tijdens een van onze vele gesprekken, vertelde ik haar hoe graag ik een sneeuw zou willen zien, zoals in de films, en dat ik graag in het buitenland wou gaan studeren. Kort gezegd, ik wou een goeie opleiding krijgen, elders. Daarop zei ze onmiddellijk: “kom mee met me naar Zweden, daar kun je al die dingen doen en zien!” Ik stemde in en kon het me al inbeelden, ik met een buitenlands diploma op zak, om dan terug te keren naar Brazilië en een geweldige carrière te starten. Ik had geen besef van wat me te wachten stond.
Eerst vertelde ze me dat ze geen paspoort voor me kon regelen om Zweden binnen te raken, omdat er op mijn geboorteakte stond dat ik de dochter van mijn grootouders was. Dankzij haar (louche) contacten bij het bureau voor burgerlijke aktes, kon ze een nieuwe geboorteakte verkrijgen met haar meisjesnaam als mijn familienaam – met een vermelding van een ‘niet gekende’ vader. Mijn geboortejaar was ook veranderd van 1969 naar 1968 om enige verbintenissen te vermijden. Dan kreeg ik een paspoort met de naam Katia Simone Oliveira de Souza erop. Ze had de hele reis voorbereid; ze wist hoe ze iemand uit het land moest krijgen met valse documenten. En dat had ze niet klaar kunnen krijgen zonder de steun van een netwerk. Mijn moeder vertrok voor mij naar Zweden, en ik volgde haar een tijdje later na.
Toen ik aankwam wachtte mijn moeder me op in Göteborg met mijn halfbroer en halfzus – een jongen van 11 en een meisje van 10. Het was best wel een spannende periode in mijn leven. In de herfst in 1985 was het koud, maar doenbaar. Van het vliegveld namen we een taxi terug richting haar huis, een simpel appartement in een residentie. De eerste week was rustig, maar ze maakte wel gebruik van die tijd om mijn naam te veranderen, deze keer een Zweedse. Ik heette nu Katia Simone Lundqvist, de familienaam van haar ex.
Beetje bij beetje veranderde haar hele gedrag: ze was veel meer autoritair en ruw met me. De andere twee kinderen waren bang van haar, vooral mijn halfbroertje die ze sloeg. Misschien was ze haar frustraties over mannen aan het uiten op hem, maar ze bedreigde mij ook constant.
Elke avond ging ze uit, uitgedost en met make up op. Ik dacht dat ze werkte als receptioniste omdat ze Engels praatte. In Götenburg was de drukste plek toen McDonald’s, de rest was triest, grijs, de mensen waren precies futloos. Er was niets om je mee bezig te houden. De televisie had maar twee zenders en stopte met uitzenden om middernacht. Ik ging er ook naar school, en m’n moeder leerde me ook m’n huiswerk te maken. Ze vertelde me dat mijn luilekkerleventje voorbij was, dat er in Zweden geen kuisvrouwen waren en dat iedereen er zelf z’n huis poetste, ook de mannen. Al snel moest ik alles zelf beginnen te doen, en werd ik gestraft als ik het fout deed. Mijn routine bestond eruit het huis op orde te houden, naar school te gaan en Zweeds te leren samen met andere buitenlandse personen in een gratis integratieprogramma van de overheid.
Op het einde van 1986 na een ruzie met een aantal politiemannen in de residentie waar we woonden, verhuisden we naar Stockholm. Dat was ook de eerste keer dat ik een van haar ‘liefjes’ leerde kennen, ze maakte ons duidelijk dat hij bijdroeg aan ons onderhoud aangezien we veel kosten en ze weinig verdiende. Ze stak in feite altijd de hoge rekeningen op ons, hoewel school werd betaald door de overheid en ze zelfs kindergeld ontving – vandaar waarschijnlijk ook mijn nieuwe familienaam.
“Ik was ervan overtuigd dat ze ons meenam naar dat strand om ons af te maken.”
Op een gegeven moment, moest ik een taak schrijven over het beroep van mijn ouders. Toen ik mijn moeder nadrukkelijk vroeg wat ze precies deed, vertelde ze me dat ze een ‘prostituee’ was, en dat ze dat deed om te overleven en ons te onderhouden. Ze maakte er nogal een schouwspel van. Ik was geshockeerd. Ik besefte al snel waarom haar Braziliaanse vrienden altijd bij ons thuis zaten en waarom ze meerdere liefjes had. Na dat moment, ging onze relatie van kwaad naar slechter. Dat ze me haar geheim vertelde was zogezegd mijn schuld, ik had haar geforceerd het te vertellen. Ze keerde m’n broer en zusje tegen me en manipuleerde sommige situaties zodanig dat zij altijd werd gezien als “de moeder die haar lichaam verkocht om haar kinderen de beste kansen te geven”.
Kort daarop verhuisden we opnieuw. We woonden nu in Tullinge, maar dan in een penthouse van twee verdiepen. Dat had ze gekocht. De aankoop van een moderne duplexwoning met de nieuwste snufjes was best een verbetering voor iemand die altijd klaagde over de kosten van haar woning. Haar vrienden ‘van dezelfde achtergrond’ brachten soms dagen lang door in ons huis. Ik begon te denken dat zij hun pooier was geworden, want sommigen waren veel jonger en bescheidener.
Ik herinner me ook hoe ze eens een Braziliaanse probeerde aan te zetten tot sekswerk. Maar toen het meisje besefte wat er aan de hand was, is ze weggelopen. Deze vrouw was verscheurd door de dood van haar jonge zoon. M’n moeder zocht toenadering, deed alsof ze haar vriendin was, nam haar zelfs mee op een reisje en een aantal weken later zouden ze samen gaan dineren. Toen ze in de auto stapten die hen naar het restaurant zou brengen, zat er een Zweedse man in de auto die het meisje meteen vertelde – terwijl hij z’n broek afstak – welke seks hij met haar wou, een blowjob.
Op een dag hoorde ik een gesprek over een affaire die ze had geregeld. Ik zat in de keuken toen ik haar hoorde praten met enkele vriendinnen. Ze vertelde hen hoe ze, tijdens haar reizen naar Brazilië, rond ging zoeken in arme wijken naar vrouwen – moeders met meerdere kinderen – om ze te overtuigen hun kinderen aan buitenlandse koppels te geven voor een financiële compensatie. Ze beloofde hen dat het kind een betere toekomst en een betere familie zou hebben, betere kansen op onderwijs in een ontwikkeld land. Natuurlijk haalde ze zo veel geld binnen met deze zaken, maar voor die moeders was het een kwestie van liefdadigheid. Ze stak niet weg dat ze er geld voor kreeg. Integendeel, ze praatte erover met een trotse ondertoon, alsof ze iedereen succesvol had opgelicht.
Ik werd steeds banger van haar. Ik wist nu dat mijn moeder mensen smokkelde. Erger nog, enige tijd later vertelde ze me over een Turkse vriend van haar die moest trouwen om een Zweeds visa te kunnen krijgen. Ze vertelde me dat ik een nephuwelijk kon aangaan met deze man, omdat hij er goed voor wou betalen. Ik was doodsbang, maar uiteindelijk bleek het dat de onderhandelingen niet meer zijn verdergegaan, en het voorstel verdween al snel.
Met kerst, datzelfde jaar nog, wilden we graag met z’n vieren naar Tenerife gaan, in de Canarische Eilanden. De reis was een geschenk van een van haar liefjes, we waren echt enthousiast. Toen we daar aankwamen, zag ik al snel dat dit geen plek was voor kinderen, maar eerder voor single mannen op zoek naar plezier, een beetje zoals Ibiza. Ik was toen 17, en mijn halfbroer en halfzus waren niet oud genoeg om zo te gaan feesten; naar Disneyland leek me veel toepasselijker, niet dat het m’n moeder kon schelen.
We gingen elke dag naar het strand. Alles leek in orde tot we op een avond in ruzie kwamen omdat ik een jurkje niet wou dragen. Ze sloot ons toen op in de hotelkamer terwijl zij uitging ‘om te werken’. De volgende dag was ze terug in een goeie bui en zei ze dat Tenerife een geweldige plek was om een zaak te starten, dat ze jonge vrouwen vanuit Brazilië kon brengen (of lokken) en veel geld verdienen.
Die ochtend zaten we op een rustig stukje strand zonder golven, perfect voor toeristen. Mijn moeder was enorm stil, alsof ze iets van plan was. Plots stelde ze voor om naar een ander stukje strand te gaan, waar de surfers vroeger vaak gingen, want hier was het te stil. Ik zag het niet zitten, maar uiteindelijk zijn we haar toch maar gevolgd. Daar stond ik dan, samen met mijn zus, voeten in het water, wachtend totdat de zee wat rustiger zou worden voor we verder konden wandelen – ze was nogal bang van de golven. Mijn broer was aan het terugzwemmen naar ons toen mijn moeder – die best ver weg was – naar mijn zus roepte om haar te komen redden. Ik hield haar tegen en riep naar m’n zus om diep onder de volgende golf te duiken. We werden aan een hele hoop golven onderworpen, terwijl we ons vasthielden aan het zeewier van de rotsen. We geraakten er uiteindelijk weg, met heel wat verwondingen. Twee surfers hadden ons uit de zee geholpen. Mijn moeder kafferde me uit. Na die dag werd ze alleen maar killer tegenover mij.
Terug in Stockholm dacht ik dat dit niets meer was dan een anekdote om te vertellen. Wat ik niet wist, was dat de Zweedse overheid de ouders van een kind dat overleden was aan een ongeval, compenseren. Een soort van verzekeringsvoordeel. Ik kon me opeens inbeelden wat het plan was in Tenerife. Vanaf we terug waren bleef ze maar zeggen dat haar leven zoveel gemakkelijker zou zijn zonder ons, zonder dat ze voor iemand zou moeten zorgen. Ik was ervan overtuigd dat ze ons meenam naar dat strand om ons af te maken. Met het geld van de verzekering had ze een bordeel kunnen openen in Tenerife. Ik had niemand verteld wat er gebeurd was, behalve mijn taaldocent, een Braziliaanse vrouw die al enkele jaren in Zweden woonde. Ze was de enige vrouw die ik kende die geen sekswerker was. Ze deed me terugdenken aan de normale mensen waarmee ik samenwoonde in Brazilië.
“Mijn moeder heeft me zelfs nooit aangegeven als vermist: het was alsof er niets aan de hand was.”
Toen ik 18 werd, bleef mijn moeder maar herhalen hoe duur ik wel niet was om te onderhouden, en dat ik een job moest zoeken. Ik vond het niet erg een job te zoeken, hoewel ik wist dat ze extralegale voordelen had als ik naar school zou blijven gaan. Ik veronderstel dat ze wou dat ik hetzelfde zou gaan doen als zij. Ze had ook echt een obsessie met mijn maagdelijkheid; ik mocht niet omgaan of daten met jongens, laat staan praten met iemand over mijn leven of gezin. Ik kon nergens gaan waar ik wilde, ik mocht alleen maar naar schoolfeestjes. Ik leefde eigenlijk gewoon in een privé gevangenis. Ik had enkel mijn Zweedse identiteitskaart en een kaart voor het openbaar vervoer, zelfs mijn paspoort had ze afgenomen.
Mijn Latinx uiterlijke kenmerken trokken wel de aandacht van jongens, ik was jong, aantrekkelijk en anders dan andere meisjes. Maar in tegenstelling tot haar, dacht ik helemaal niet aan seks. Ik was in de fleur van mijn leven terwijl zij ouder werd. Volgens mij was ze van plan om met pensioen te gaan als mijn madame, mijn pooier; zodat ik zou werken en het gezin onderhouden. Zo geobsedeerd was ze door mijn maagdelijkheid.
Maar mijn doel was om school af te werken, een job te vinden, weg te gaan bij haar. Maar ik kon niet langer wachten, ik was zo bang van haar. Dus op een dag besloot ik om weg te lopen van huis, naar dat van mijn leerkracht. Ik vreesde voor mijn leven.
Diezelfde dag nog belden mijn leerkracht en ik naar een Zweedse overheidsdienst* die doodsaktes, geboorteaktes, huwelijks- en scheidingsattesten uitgeeft, en die ook helpt met problemen omtrent immigratie. Een maatschappelijk werker kwam de situatie onderzoeken en bespreken wat de volgende stappen waren. Ik verbleef die tijd in het huis van mijn leerkracht. Mijn moeder heeft me zelfs nooit aangegeven als vermist: het was alsof er niets aan de hand was. Ik ontdekte later pas – dankzij mijn leerkracht – dat de maatschappelijk werker ook bij mijn moeder op bezoek was gegaan. Ze deed alsof ze wanhopig was, huilend en bezorgd over mijn verdwijning. Ze deed alsof ze niet zo goed Zweeds sprak. En ze geloofden haar. Na een aantal dagen voelde ik me steeds veiliger en nam ik het heft in eigen handen, ik vertelde de maatschappelijke werkers de volledige waarheid over mijn moeder.
Ik had geen job, geen geld om voor mezelf te zorgen, ik was helemaal alleen in Zweden. Na verschillende keren samen gezeten te hebben met beide partijen, via de sociale dienst, werd ze verplicht mijn paspoort terug te geven. Maar ik werd voor een moeilijke keuze gezet: terug gaan naar mijn moeder of terug naar Brazilië. Ik opteerde voor dat tweede en vertrok in december 1988 terug naar mijn land. De maatschappelijke werkers wisten hoe gevaarlijk ze was, dus hadden ze haar niet verteld over mijn vertrek. Enkele maanden later werd mijn broer gearresteerd omdat hij met een motor – een cadeau van haar – rondreed, terwijl hij daar te jong voor was. Ze claimde dat het mijn motor was. Dan pas ontdekte ze dat ik een maand eerder vertrokken was uit Zweden. Ze heeft nooit achter me gezorgd, nooit bezorgd geweest over waar ik was.
Ik probeer al jaren mijn schoolcertificaat gecorrigeerd te krijgen via de Zweedse overheid, want de naam en geboortedatum erop kloppen niet. Ze stuurden me onlangs mijn puntenkaart, maar die draagt nog steeds de naam Lundqvist. Ik weet helemaal niet hoe ze het geregeld heeft om de familienaam van haar ex op mijn identiteitskaart te zetten toen ik nog maar net in Zweden was. Ik ben nooit Lundqvist geweest. Ik ben niet geboren in 1969. En desondanks mijn herhaalde pogingen om die zaken recht te trekken, blijven die verzoeken genegeerd worden. Het gebrek aan Zweedse certificaten met mijn echte naam op is echt nadelig voor mij. Hoe kan ik bewijzen dat ik gewoond en gestudeerd heb in Zweden met een familienaam die nooit de mijne was? Het is precies alsof ik verdwenen ben van de planeet tijdens die periode. Ik het het morele recht om die naam uit te wissen; niemand kan zomaar vier jaar van mijn leven stelen. Ze hebben mijn probleem onder een tapijt geveegd, maar ik laat me niet doen.
Mijn halfbroer en halfzus zijn me komen bezoeken in 2002 en vertelden me een jaar later dat onze moeder overleden was aan een longaandoening. Een andere verwante – zelf ook een sekswerker – vertelde me echter dat ze overleden was aan AIDS. Ondertussen heb ik me erover gezet, haar vergeven en kan ik erover praten zonder pijn of tranen. Ik kan oprecht zeggen dat ik gelukkig ben, en trots ben op mezelf. Als ik vandaag in de spiegel kijk ben ik blij met wie ik geworden ben.
*Katia vertelde ons de naam van deze organisatie, maar verkiest om de naam niet publiek vrij te geven.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.