De bioscoopzaal was leeg, op ons tweeën na. Terwijl de aftiteling over het scherm schoof, gebruikten wij de zaal als onze speeltuin. We dansten op de stoelen, deden radslagen in het gangpad, en lachten tot de lichten aangingen en de schoonmakers naar binnen kwamen. Ik had die ochtend op school moeten zijn, maar mijn moeder stond erop dat we naar de ochtendvoorstelling zouden gaan, die maar één dollar kostte. Ze vertoonden A Little Princess, een van mijn favoriete films. Het hoofdpersonage had, net als ik, geen vader. Aan het einde van het verhaal keert haar vader terug. Die van mij niet.
Misschien was dat de reden waarom mijn moeder na afloop met me ronddanste door de zaal, om me zo af te leiden van het verhaal. Of misschien wilde ze gewoon wat plezier hebben met haar kleine meisje. Hoe dan ook ben ik blij dat ze het deed.
Videos by VICE
Het is een van mijn meest waardevolle herinneringen. Mijn beeld ervan is nog zo levendig, dat ik de popcorn kan ruiken en de buikpijn van het lachen kan voelen, wanneer ik terugdenk aan die middag.
We stopten pas met lachen toen we bij onze zilveren Nissan Altima aan de andere kant van de parkeerplaats aankwamen. Mijn moeder deed haar gordel om en startte de motor, maar de auto kwam niet in beweging. Ze draaide zich om in haar stoel en keek me aan, terwijl ik achterin in mijn kinderzitje zat. Met een rustige stem begon ze tegen me te praten. “Sydni,” zei ze, “als er ooit iets met mama gebeurt, als mama bij papa in de hemel komt, moet je weten dat je veilig bent.”
Ze praatte verder, en vertelde me dat ik van Texas naar Louisiana zou verhuizen om bij haar zus en mijn oudere neef en nicht te wonen. Ik zou dan een broer en zus hebben om mee te spelen. Ik zou mijn grootouders, die in dezelfde stad woonden, zo vaak kunnen zien als ik maar wilde. Mijn hond, Charlie, zou ook meegaan.
Wat vond ik daarvan? Had ik vragen? Eerlijk gezegd had ik helemaal geen vragen. Ik wist zeker dat dit toch nooit echt zou gebeuren. Oké, ze was misschien vaak ziek, maar ze ging niet dood. Mijn moeder was niet stervende – mijn moeder was de vrouw die vlak daarvoor nog op haar tenen, met haar armen boven haar hoofd, als een ballerina door de bioscoopzaal huppelde.
We zouden dit gesprek nog vele malen hebben in de jaren die volgden – als we naar huis reden vanaf de softbalclub, tijdens de reclame op tv, en toen we het spoor van ons modeltreintje rond de kerstboom in elkaar zetten. We hadden hetzelfde gesprek in de wachtkamer bij de dokter, toen ze op de tegels in de badkamer lag en te zwak was om overeind te komen, en in haar ziekenhuisbed waar ik tegen haar aan lag, omringd door het piepende geluid van de monitors en een wirwar van draden.
Op een ochtend in april voerde ik datzelfde gesprek nog één keer met mijn familie, nadat ik wakker werd met het nieuws dat mijn moeder de avond ervoor vredig was overleden, in het bijzijn van haar ouders, broers en zussen.
Er is niets dat een kind kan voorbereiden op het overlijden van een ouder. Niks kan een kind erop voorbereiden om op achtjarige leeftijd wees te worden. Maar mijn moeder, die haar grote liefde en de vader van haar kind de strijd tegen aids had zien verliezen, deed wat ze kon. Terwijl de ziekte ook haar steeds zwakker maakte, leerde ze me hoe ik de dagen, jaren en decennia die op hun dood zouden volgen door kon komen. Mijn moeder probeerde me niet te beschermen tegen het lot dat me te wachten stond, maar moedigde me juist aan om het onder ogen te zien. Toen mijn vader drie maanden voor mijn vierde verjaardag overleed, nam ze me mee naar zijn begrafenis. Ze liet me op het houten knielbankje naast zijn kist klimmen, alsof het een trapje was vanaf waar ik naar binnen kon kijken. In woorden die voor een kleuter begrijpelijk waren, legde ze me uit waarom hij niet meer wakker zou worden. Ook buiten de begraafplaats leerde mijn moeder me met het verlies om te gaan. Hoewel hij niet meer fysiek bij ons was, betrok ze mijn vader in al onze dagelijkse activiteiten. Papa zou trots zijn geweest op mijn nieuwe shirt van Tweety. Papa zou trots zijn op hoe slim ik al was. Mijn papa was de kunstenaar die de zoetroze lucht tijdens onze avondwandelingen schilderde. Ze leerde me dat het belangrijk is om te praten tijdens het rouwproces. En ze verzekerde me ervan dat mijn verdriet en gevoelens van eenzaamheid niet alleen geaccepteerd, maar ook normaal waren.
Tegelijkertijd stimuleerde ze me om onafhankelijk te zijn. Ik mocht mijn eigen kleding uitkiezen en zelf weten aan welke buitenschoolse activiteiten ik wilde deelnemen. Ze vertrouwde erop dat ik wist hoe ik het alarmnummer moest bellen als ze hulp nodig had. Ze gaf me een groot gevoel van zelfvertrouwen. Ik was sterk, dapper en kon alles aan. Het was wij tegen de rest van de wereld.
Maar het belangrijkste was dat ze herinneringen creëerde die ook na haar dood zouden blijven bestaan. We draaiden rond tot we misselijk waren in de theekopjes in Disney World. We bonsden met de steel van een bezem tegen het plafond als de bovenburen weer eens My Heart Will Go On op hun orgel speelden. En we stapelden dienbladen vol met stukken taart in alle smaken tijdens ‘Vrijdag Taartdag’ bij ons koffiehuis. Dat was onze speciale traditie.
Andere herinneringen ontstonden pas later. Zo vond ik een stapel dichte enveloppen tijdens mijn verhuizing naar Louisiana: alle kaarten van geheime aanbidders die we vroeger kregen, bleken door mijn moeder zelf te zijn gestuurd. Een andere keer vond ik een foto van mijn moeder, die al lachend met een stencil en wat talkpoeder probeerde pootafdrukken van de paashaas te maken in ons huis. Ze had stapels met fotoalbums gemaakt vol beelden van ons leven, met bij iedere foto de locatie en datum.
Mijn familie ging door met wat mijn moeder niet langer voor me kon doen. Ze lieten me haar parelwitte kist uitkiezen, en de rode rozen waarmee hij bedekt werd. Ik mocht een afspeellijst voor haar begrafenis samenstellen, vol nummers van Celine Dion en N*SYNC. Ze vertelden me verhalen van toen mijn ouders jong waren, organiseerden herdenkingen en feestjes op verjaardagen, en stonden op feestdagen altijd even stil bij de lege stoelen die ze achter hadden gelaten aan tafel. Ze vertelden me eerlijk waaraan mijn ouders overleden waren toen ik op de middelbare school voorlichting kreeg over aids. Ze begrepen hoe hartverscheurend het voor me was om hier pas als laatste achter te komen, en bezochten ieder evenement dat ik vervolgens organiseerde om bewustzijn rond dit onderwerp te creëren.
De dood van mijn ouders heeft me gemaakt tot wie ik ben. Als ik terugkijk op mijn leven, is het opgedeeld in hoofdstukken van voor en na hun overlijden. Dingen die ik niet onder controle heb, maken me angstig. En achter alle mooie mijlpalen in mijn leven – afstuderen, nieuwe banen, mijn bruiloft – schuilt verdriet. Maar al het harde werk van mijn moeder en de rest van mijn familie, heeft me al van jongs af aan geleerd hoe ik met deze uitdagingen om moet gaan. Zij hebben me gevormd tot de vrouw, de echtgenoot en de vriendin die ik vandaag de dag ben.
Ik ben nu even oud als mijn moeder toen ze erachter kwam dat ze zwanger van me was. Op deze leeftijd leerde mijn moeder wat het precies betekende om hiv-positief te zijn. Ik ben nu even oud als mijn moeder toen ze na moest denken over zowel het begin als het eind van deze nieuwe fase in haar leven. Nu ik zelf nadenk over het krijgen van kinderen, kan ik de emotionele kracht die mijn moeder hiervoor nodig had maar amper bevatten. Ik kan me niet voorstellen hoe het was om aan een ziekte te lijden die niet alleen heel onbekend, maar ook nog eens volkomen onbespreekbaar was.
Ik kan maar niet begrijpen waarom het allemaal zo moest lopen. Daarom denk ik liever aan de dingen die ze me leerde – over het leven en onvoorwaardelijke liefde, en hoe ik dat op een dag aan iemand anders kan geven. Als ik moeder word, zal ik ook alles doen wat ik kan om mijn kind een gezond en gelukkig leven te geven. Ik zal ervoor zorgen dat ze zich begrepen en gewaardeerd voelt. En ik zal nooit een kans laten schieten om met haar te dansen in de gangpaden van een lege bioscoop.