Ondanks de wereldwijde pandemie staat het merendeel van de Molukse gemeenschap op 25 april stil bij de eenenzeventigste viering van de Republik Maluku Selatan (RMS), de onafhankelijke Molukse staat die op 25 april 1950 op Ambon rechtmatig werd uitgeroepen en tot op heden door Indonesië wordt geannexeerd.
In de aanloop naar deze nationale viering staan de Indonesische autoriteiten op scherp. Ieder jaar worden RMS-sympathisanten opgepakt, vastgezet en gemarteld. Ook dit jaar zijn er weer huiszoekingen geweest en arrestaties gepleegd. Amnesty International en Human Right Watch schrijven al jaren rapporten over deze misstanden.
Videos by VICE
Onlangs zijn er vanuit politieke nieuwkomer BIJ1, onder leiding van Sylvana Simons, twee Kamerbrieven geschreven waarin aangegeven wordt dat de RMS erkent dient te worden en dat de mensenrechtensituatie op de Molukken aandacht verdient. Je kunt stellen dat het dekolonisatieproces van en door Indonesië nog niet volledig is afgerond.
Dat de drang naar vrijheid na zoveel jaar nog altijd aanwezig is, bewijzen de uitingen en zoektochten van Molukse jongeren. Er zijn meerdere initiatieven opgestart om het politieke bewustzijn te laten groeien en het welzijn van onze families op de Molukken te bevorderen. Daarbij moet wel gezegd worden dat niet iedere Molukker een RMS-aanhanger is.
In deze drie portretten heb ik bewust gekozen voor het vrouwelijke perspectief. In mijn optiek missen de stemmen van Molukse vrouwen in beslissingen die niet alleen op politiek vlak worden gemaakt, maar ook over onderwerpen als culturele en religieuze activiteiten. Ik wil dat emancipatieproces ondersteunen.
Ivana Sapury (27)
Elk jaar zet ik op 25 april de wekker, om zes uur ‘s ochtend de RMS-vlag te hijsen. Voorheen ging ik met mijn ouders naar de vieringen van onze Onafhankelijkheidsdag in Apeldoorn, maar de afgelopen jaren ging ik minder vaak heen. Vanuit de RMS-regering in ballingschap wordt in mijn ogen te weinig gedaan om initiatieven, die voornamelijk vanuit jongeren komen, te steunen. Wij horen amper iets over wat ze doen. Maar teleurgesteld zijn in de regering kan niet de reden zijn om niet meer achter de RMS te staan.
Sinds de komst van onze zoon, die nu zes jaar oud is, ben ik meer bewust geworden van de Molukse cultuur en geschiedenis. Mijn overgrootvader heeft bijvoorbeeld de RMS-vlag op zijn grafsteen staan, en dan leg ik aan mijn zoontje uit wat dat betekent. Hij weet dat hij een andere afkomst heeft dan Nederlandse kinderen, wij leren hem dat hij alle ouderen met “u” moet aanspreken en niet bij hun voornamen. Hij heeft ook een inzamelingsactie gedaan voor de slachtoffers die waren gevallen tijdens de aardbevingen op de Molukken. Het past ook bij onze Molukse identiteit, om respect te tonen en in nood voor elkaar klaar te staan.
Door de verhalen van mijn opa raakte ik geïnteresseerd in onze Molukse achtergrond. Zo kon hij vertellen over de komst naar Nederland en het leven in de barakkenkampen. Mijn grootouders waren altijd trots als wij de strijd uitdroegen. Onze ouders staan ook achter de RMS, gaven ons de verhalen mee, maar zijn niet erg fanatiek. Op dit moment wil ik me er vooral in verdiepen en me inzetten voor de gemeenschap.
Als we de mensen op de Molukken willen helpen, dan moeten we ervoor zorgen dat we als gemeenschap in Nederland meer gaan samenwerken, dat we ongeacht politieke en religieuze achtergrond de dialoog met elkaar aangaan. In mijn omgeving hoorde ik soms vooroordelen over andere Molukse groepen, maar doordat ik mij aansloot bij een Molukse welzijnsorganisatie en met deze groepen in aanraking kwam, leerde ik deze mensen kennen. Het benoemen van je politieke kleur, in mijn geval de RMS, kan een ‘dingetje’ zijn bij sommigen. In het verleden zijn er incidenten geweest tussen verschillende Molukse groeperingen. Ik vind dat het niet tussen ons in moet blijven staan, we zijn namelijk een nieuwe generatie.
Wat mij opvalt is de kleine rol van Molukse vrouwen: ik kwam eens bij een Molukse meeting waar wel dertig mannen zaten, en maar twee vrouwen. Dat was even schrikken. Voor de mannen is het goed om de meningen en perspectieven van vrouwen vaker te horen. In het dagelijks leven hou ik het gezin draaiende, dan mag ik ook echt wel op de voorgrond aanwezig zijn.
In de toekomst wil ik graag de Molukken bezoeken. Niet alleen voor ons zoontje, of voor mijn eigen zoektocht, maar ook om later mee te kunnen praten over het leven dat zich op de Molukken afspeelt. Dat maakt mij, denk ik, een completer mens. Verder zie ik een aantal jongeren opstaan en zichzelf inzetten voor de Molukse gemeenschap. Hopelijk gaan meer dat doen, gebruik je talenten. Want het vuurtje moeten we niet laten doven, het voelt dan alsof onze voorouders alles voor niets hebben gedaan.
Fitrah Umarella (35)
Mijn wieg stond in Rotterdam en ben opgegroeid in Ridderkerk. Daar is er een hechte Molukse gemeenschap waar christenen en moslims met elkaar samenleven. Ik heb gestudeerd en stage gelopen in Jakarta, daarna heb ik zes jaar in Los Angeles gewoond en in de tussentijd heb ik ook andere landen bezocht. Die jaren hebben mijn horizon enorm verbreed.
Vanuit mijn roots begrijp ik dat we eilandmensen zijn. Wat dat betekent is divers: de eilanden bestaan letterlijk uit verschillende landschappen, we staan midden in de natuur. Dat komt terug in onze opvoeding en filosofie. Ik kom uit een gezin van zeven kinderen, dat je respect moet hebben voor wat zich allemaal op de wereld afspeelt kregen wij allemaal mee. Zo werd er gezorgd dat we niet arrogant naar anderen keken, er was geen plek voor hoogmoed. Dat respect en die nederigheid zie ik ook terug bij andere Molukkers.
Onze ouders namen ons vroeger mee naar de kampong, ons dorp op de Molukken, om te begrijpen wat onze achtergrond is. Mijn vader heeft er altijd aan gedacht om terug te keren naar de Molukken. Hij is op zijn achtste samen met mijn opa per boot naar Nederland gebracht. Toen ze hier aankwamen werden de KNIL-militairen, dus ook mijn opa, direct ontslagen uit het leger. Ze zijn meteen gaan werken om het gezin te kunnen voeden, maar ook om terug te kunnen keren naar de Molukken. Dat maakt mij trots op mijn grootouders: zij hebben veel pijn en trauma’s gekend en toch hebben ze ons grootgebracht. Er is hen veel onrecht aangedaan.
Als ik denk aan de rol van Molukse vrouwen, dan denk ik aan mijn moeder, oma’s en overgrootmoeders. Zij zijn altijd creatief, innovatief en tegelijkertijd zorgzaam geweest: de een was vroedvrouw, de ander had zelfs een bioscoop op de kampong, en een vissersboot om inkomsten te genereren. Mijn zussen, tantes en ik zijn gevoelige en krachtige persoonlijkheden. Molukse vrouwen geven elkaar kracht in licht en liefde.
Voor mijn Molukse identiteit hoefde ik niets te doen, ik ben zo geboren. Maar het geloof is het belangrijkste voor mij. Met het nationalisme ben ik eigenlijk nooit echt bezig geweest, omdat vanuit de islam iedereen gelijk is. Ik kan alleen vanuit mijn religie spreken, mijn ouders waren politiek niet actief. Wat ik onze Molukse jongeren mee zou willen geven is, dat ze hun talenten moeten blijven ontwikkelen. De geschiedenis kan een les voor ons zijn: onze grootouders hebben het overleefd en dat moet ons zelfvertrouwen geven voor de toekomst.
Regina Parinussa (31)
Toen ik acht jaar oud was zijn we vanuit het centrum van Middelburg naar de plaatselijke Molukse wijk verhuisd. Ondanks dat ik in een gemengd gezin ben opgegroeid, mijn moeder is Nederlands en mijn vader Moluks, vonden mijn beide ouders het belangrijk dat ik tweetalig werd opgevoed. Ook de Molukse normen en waarden spelen binnen ons gezin een grote rol, wat erop neerkomt dat we altijd voor elkaar klaarstaan, jouw pijn is ook mijn pijn.
Ik ben opgevoed met de RMS-strijd en het bijbehorende gedachtegoed, dat is er met de paplepel ingegoten. Vanuit onze ‘stichting’, een centrale ontmoetingsplek in de wijk, werden er culturele avonden georganiseerd waar ik als kind aan meedeed. Vergeleken met mijn zusjes en andere leeftijdsgenoten was ik altijd al heel vurig bezig met de RMS. Mijn vader is actief betrokken bij sociaal-maatschappelijke, culturele, kerkelijke en politieke activiteiten. Ze zeggen wel eens dat ik de mini-versie van hem ben.
Mijn moeder, de motor van het gezin, was volgens haar paspoort een Nederlandse maar in haar hart een Molukse. Ze werd volledig opgenomen door onze Molukse gemeenschap. Dat zag je terug toen ze in 2017 overleed aan de gevolgen van alvleesklierkanker: vanuit alle hoeken van Nederland kwamen Molukkers naar haar begrafenis, zelfs de RMS-regering was vertegenwoordigd. Het verlies van mijn moeder had een behoorlijke impact op ons leven. Als oudste zus zorg ik nu voor het gezin.
In 2009 ben ik voor mijn studie pedagogiek naar Ambon vertrokken. Daar gaf ik les op basisscholen over milieueducatie, want de zeeën liggen vol met plastic. Het voelde als thuiskomen: mijn familie daar, de geuren, wakker worden met vijfendertig graden en palmbomen om je heen. Dat hoort allemaal bij mijn Molukse identiteit. Toen ik terugkwam in Nederland was ik zo gewend aan het leven op de Molukken dat ik hier niet meer kon aarden. Uiteindelijk ben ik ieder jaar teruggegaan, maar wel met de belofte aan mijn ouders dat ik mijn studie in Nederland zou afronden. Die ben ik nagekomen.
Door gesprekken met mijn leeftijdsgenoten op de Molukken merkte ik dat de RMS zeker nog leeft. Maar door de situatie daar durven mensen er niet altijd vrijuit over te praten. Ik heb een Nederlands paspoort en kan wanneer ik wil vertrekken, maar mijn familie blijft daar wel achter. Ik wil hen niet in moeilijkheden brengen. Op onze nationale feestdagen waren Indonesische militairen volop aanwezig. Ik werd door hen staande gehouden en helemaal doorzocht. Ook was ik een keer in een lokale Ambonese discotheek toen zwaarbewapende soldaten iedereen tegen de muur zetten om ons te fouilleren op RMS-symbolen. Dan besef je wel dat we het in Nederland makkelijk hebben.
Deze situatie maakt mij erg verdrietig, nog steeds worden mensenrechten door Indonesië geschonden. Er worden mensen gemarteld en gevangen gezet omdat ze de RMS-vlag hebben getoond, dat is toch te gek voor woorden. Het vreet aan mijn ziel.
Dat een politieke partij als BIJ1 onze strijd erkent en Kamerbrieven heeft geschreven, vind ik een goede ontwikkeling. Het wordt tijd dat de Nederlandse overheid met de billen bloot gaat. Ik laat graag mijn politieke kleur zien en ga graag in zee met mensen die hetzelfde denken als. Er zijn mensen in de Molukse gemeenschap die er anders in staan, maar als ze hier hun talenten en krachten inzetten voor het welzijn op de Molukken te verbeteren, dan steun ik dat. Zoek de verbinding, ga met elkaar in dialoog. Blijf je inzetten voor de RMS, omdat ieder land recht heeft op vrijheid.
Scroll naar beneden voor meer foto’s.