illustratie straatintimidatie, catcalling
Illustratie: Valery/AdobeStock.
Seks

Waarom we het nog steeds moeten hebben over straatintimidatie

“Het feit dat veel vrouwen bang zijn om ’s nachts naar huis te gaan, bewijst dat we waakzaam voor de buitenwereld zijn geworden."

Mijn eerste ervaring met straatintimidatie had ik op mijn twaalfde. Ik liep midden in de zomer in een korte broek over straat, en werd nageroepen door een man van in de veertig, die mijn vader had kunnen zijn: “Lekker kontje!” Tot mijn eigen verbazing was ik totaal niet in staat om op hem te reageren, en deden alle mensen om me heen alsof er niets aan de hand was. Ik was nog zo onhandig en zo naïef, en kon mezelf helemaal niet herkennen in mijn veranderende lichaam.

Advertentie

We zijn inmiddels elf jaar verder en nu ik er met veel vrienden over heb gesproken, besef ik hoe vaak dit soort dingen eigenlijk wel niet voorkomen.

De Amerikaanse Cornell-universiteit voerde in 2015 een van de meest uitgebreide onderzoeken naar straatintimidatie uit: de onderzoekers verzamelden gegevens van vrouwen uit 42 steden van over de hele wereld en ontdekten dat maar liefst 84 procent van hen al voor hun zeventiende voor het eerst was lastiggevallen. De meeste deelnemers gaven aan dat ze bepaalde routes of delen van de stad ontweken als ze alleen waren. En hoewel trans en non-binaire mensen lang van dit soort onderzoeken werden uitgesloten, blijkt uit onderzoek dat ook zij vanwege hun genderidentiteit relatief vaak worden lastiggevallen.

“Het feit dat veel vrouwen bang zijn om ’s nachts naar huis te gaan, bewijst dat we waakzaam voor de buitenwereld zijn geworden,” zegt Marie Moïse, een activist, auteur en vertaler van onder meer de Amerikaanse feminist Angela Davis.

Moïse is ervan overtuigd dat vrouwen hebben aangeleerd om zichzelf als prooi te zien, die gedwongen is om voortdurend overlevingsstrategieën te bedenken. “We worden niet geboren met deze houding,” zegt ze. “Het komt door allerlei vormen van geweld waarmee je te maken krijgt.”

Advertentie

Volgens antropoloog, seksueel voorlichter en maatschappelijk werker Giulia Zollino komt straatintimidatie voort uit de verkrachtingscultuur. “We worden erin geboren, groeien erin op en worden er voortdurend in ondergedompeld – zonder dat we het doorhebben.”

Straatintimidatie berust volgens haar ook op de veronderstelling dat vrouwen door de maatschappij als “begeerlijke objecten” worden gezien, die geacht worden altijd seksuele aandacht van mannen te zoeken en te omarmen.

In een onderzoek uit 2021 vroegen onderzoekers aan heteroseksuele mannen in Canada of ze ooit iemand op straat hadden lastiggevallen, en zo ja waarom. Ongeveer 33 procent van de deelnemers had dat in het afgelopen jaar gedaan en 20 procent deed het zelfs regelmatig. De meest voorkomende reden, die door 72 procent van de deelnemers werd opgegeven, was om aan een vrouw te laten zien dat ze haar leuk vonden. De meeste mannen gaven aan dat ze een positieve reactie terug hadden verwacht – misschien zelfs dat er over en weer geflirt zou worden. Maar een opmerkelijke 43 procent van de deelnemers gaf aan dat ze niets gaven om de reactie van de ander.

Feministen als Zollino en Moïse vinden het een te simplistische voorstelling van zaken dat intimiderende mensen alleen maar complimentjes zouden willen uitdelen – wel verhult het een schadelijke machtsdynamiek. “Sommige opmerkingen klinken misschien positief, maar eigenlijk zijn het manieren om controle uit te oefenen, en opnieuw te bevestigen wie wat precies mag zeggen,” zegt Zollino. Moïse is het daarmee eens. Ongevraagde seksuele opmerkingen zorgen volgens haar voor een disbalans tussen de twee partijen, waarbij de ene de ander definieert door middel van onderdrukkende taal.

Advertentie

Moïse beschouwt straatintimidatie niet als een op zichzelf staande vorm van misbruik. Iedere individuele ervaring wordt namelijk bepaald door factoren waar je geen controle over hebt, zoals je gender, etniciteit of beperkingen. Iedereen die straatintimidatie probeert te begrijpen, moet dus ook snappen dat het iedereen op een andere manier raakt.

Naomi Kelechi Di Meo, student mediawetenschappen, activist en lid van kunstcollectief Art3, legt bijvoorbeeld uit dat zwarte vrouwen al heel lang tegen hun wil geseksualiseerd worden – het gaat terug tot het tijdperk van kolonialisme en slavernij. “Onze lichamen worden door anderen zodanig geobjectiveerd dat ze louter als ‘seksmachines’ worden beschouwd,” zegt ze. “Dat is ook wat er gebeurde in de Hoorn van Afrika, het gebied dat tijdens de Italiaanse fascistische bezetting als een waar ‘seksparadijs’ werd beschouwd.”

Trans vrouwen worden ook regelmatig lastiggevallen op straat, maar op een heel andere manier dan cisgender vrouwen. Zij worden bijvoorbeeld vaak geïntimideerd omdat hun uiterlijk of stemklank niet overeenkomt met de heteronormatieve definitie van vrouwelijkheid.

Uit een onderzoek uit 2019 van de International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association (ILGA), blijkt dat trans mensen ook minder snel geneigd zijn om hulp te zoeken wanneer ze worden lastiggevallen, uit angst dat zij juist als de oorzaak van het incident worden beschouwd. En dat geldt ook vaak voor sekswerkers.

Advertentie

“Straatintimidatie is slechts een van de vele manieren waarop sekswerkers gestigmatiseerd worden,” zegt Zollino, die in haar (Italiaanstalige) boek Sex Work is Work pleit voor de normalisering van sekswerk. “Zij zijn het makkelijkste doelwit voor wie de vrouwelijke gemeenschap wil onderdrukken.”

Straatintimidatie is in veel landen nog steeds legaal. Maar lang niet iedereen is ervan overtuigd dat strafbaarheid het probleem op zal lossen – het is namelijk maar één van de vele manieren waarop machtsongelijkheid tot uiting komt. Het zou dus beter zijn om de genderverhoudingen opnieuw te onderzoeken en daar openhartiger over te praten. “Taal is daarbij van groot belang,” zegt Moïse. “De dynamiek van onderdrukking wordt door woorden in stand gehouden, en taal kan helpen om erachter te komen hoe dat werkt, maar ook hoe je dat tegengaat.”

Terwijl we vechten tot de wereld verandert, moeten we het vooral hebben van solidariteit. Een mooi voorbeeld daarvan is het Italiaanse platform DonnexStrada (‘Vrouwen op straat’), dat dit jaar is opgericht door psycholoog en activist Laura De Dilectis. Leden die zich onveilig voelen als ze in hun eentje rondlopen, kunnen hier een livefeed op Instagram openen waarmee ze gezelschap krijgen van andere leden, totdat ze weer veilig thuis zijn.

Zulke initiatieven bieden concrete hulp aan mensen die zich in hun dagelijkse leven niet op hun gemak voelen. Maar uiteindelijk is dat natuurlijk niet de oplossing voor de lange termijn. “We willen niet dapper hoeven te zijn,” zegt De Dilectis. “We willen vrij zijn.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Italië.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.