Hummer en vuur
Beeld via wikimedia commons en Kentucky Guard.
Identiteit

De Hummer is dood maar de hummermens is nog springlevend

Vroeger zagen asociale auto’s er asociaal uit. Nu rijdt elke burgerlul in een beschaafde slurp-SUV.
Tim Fraanje
Amsterdam, NL

Te lui om te lezen? Beluister hieronder de ingesproken versie.

In “Van trend naar troep” eren VICE-redacteuren een lifestyle-revolutie die niet zo relevant meer is.

Wie zich tegenwoordig ongevoelig ten opzichte van problemen als klimaatverandering en sociale ongelijkheid gedraagt, kan op zijn minst een woeste social-mediastorm verwachten. Maar nog niet zo lang geleden, in de nineties en vroege zeroes, was je juist een superster als je schaamteloos over alles en iedereen heen walste. Het waren de gouden dagen van de breedste en meest brandstofverslindende terreinwagen ooit: de Hummer. Paris Hilton had er één (met haar naam erop), en het was de enige manier om jarige jengelkinderen in het MTV-programma My Super Sweet 16 enigszins tevreden te stellen. Ook in Nederland sloeg de slurper aan. BN’ers als Gordon en Patrick Kluivert (die zijn inmiddels overreden hondje naar de wagen vernoemde) gingen ermee winkelen. Het leverde de Hummer (en ook de minder spectaculaire SUV’s) de bijnaam PC-Hoofttractor op.

Advertentie

De Hummer stond voor succes, maar voor sommige van de wat zuurdere opiniestukkenschrijvers was de monsterachtige slurper vooral een asobak: hét symbool van de verhuftering van de samenleving. Toen de financiële crisis van 2008 aanbrak, bleek de schijt-aan-de-wereldhouding die je uitdroeg in een Hummer bovendien nogal onrealistisch. De economie ging naar de tering, iedereen ging failliet en de benzineprijzen stegen, waardoor minder mensen nog zo’n slurper konden betalen. In 2010 ging Hummer ten onder, samen met het jubelkapitalisme waaruit hij was voortgekomen. Wat hebben we geleerd van het vervlogen succes van de Hummer? Wie heeft er nu nog zo’n ding? En is er toekomst voor de elektrische remake van het apparaat, die voor 2022 op de planning staat?

De Hummer werd bedacht door Arnold “Terminator” Schwarzenegger, die een legerconvooi met Humvees (militaire vrachtwagens) zag rijden. Hij was daar zo van onder de indruk dat hij begon te lobbyen voor een consumentenversie van de truck, die er natuurlijk kwam, in 1992. De eerste Hummer in Nederland was die van positiviteitsgoeroe Emile Ratelband. Je kunt hem kennen van zijn lijfspreuk Tsjakka!, zijn "Ratelquote"-vlogs, of van zijn (verloren) rechtszaak waarmee hij zijn leeftijd een paar decennia naar beneden probeerde te krikken. De 71-jarige Ratelband voelt zich 49, en is nog lang niet afgeschreven, zo blijkt als ik hem opbel om hem over zijn Hummerverleden te spreken: “Ik was de eerste public speaker in Nederland en ik ben nog steeds de beste. Er is er niet één die in mijn schaduw kan staan!”

Advertentie

Ratelband zegt dat hij zijn inspiratie voor zijn Hummer-aankoop direct bij de bron vandaan heeft: “Ik weet bij God niet wanneer het was. Eind jaren tachtig ofzo. Ik was in LA, en toen zag ik Arnold Schwarzenegger met dat ding rijden. Ik heb hem aangehouden en gevraagd waar-ie ‘m gekocht had.” Ratelband importeerde zijn Hummer H1 vervolgens via België. “Een zwarte. Ik had een vrachtwagenkenteken, maar ik reed gewoon honderdtwintig.” Ratelband geeft te kennen dat hij het rijden in een Hummer “fantastisch” vond. “Het is een levensstijl hè? Een SUV, zoals mensen het vandaag de dag ook proberen met hun Toyota. Maar dit is het ultieme. Het ultieme! Ik ging langs de file via de wei. Ik ben nog eens dwars door een grote berg met sneeuw gereden, die twintig meter hoog was en vijf meter breed.”

Emile Ratelband en Hummer, Lech 1998

Eén van de achttien foto’s van hetzelfde fotolijstje die Emile Ratelband me stuurde met de boodschap: “Ik hoop dat je er één of twee hebt die je goed vindt, zo niet let me know”.

Het toppunt van Hummergenot beleefde Emile Ratelband tijdens zijn wintersportvakantie in Lech, in het jaar 1998. “Aan de zijkant van de weg staan altijd van die plastic palen, om te laten zien dat daar de berm begint. Een vriend van mij reed achter me, in de Mercedes. Hij een paar kinderen achterin de auto, ik een paar kinderen achterin de auto. En toen pakte ik dus gewoon één wiel in de berm, en het andere wiel op de weg, en reed ik zo over die palen heen. Op het moment dat ik voorbij was, schoten ze omhoog als een raket, richting zijn auto. Mooi hè! Ik heb er heel veel plezier van gehad. Het was een geile bak.” Niet alleen op de weg zorgde de Hummer voor vertier. Volgens Ratelband was de auto een ware pussy magnet: “Potverdomme, ik heb heel veel avonturen beleefd.”

Advertentie

Wie een Hummer reed, spuugde op de gebaande paden, en betaalde vanwege het vrachtwagenkenteken ook nog eens minder wegenbelasting. Ook maakte het niet uit of je kon rijden of niet: toen de Hummer-limo van Radio 538 een keer via de berm probeerde af te snijden, viel hij in de greppel, waarop de A27 een paar uur werd afgezet. De wereld voegde zich naar de Hummerrijder. Ook het parkeerongemak, waar haters steevast over begonnen, is volgens Ratelband onzin: “Je moet gewoon positief denken. Het zijn altijd dezelfde kerels die geen parkeerplek kunnen vinden. Als ik ging winkelen in de PC, was er altijd plek. Altijd!”

Hoewel iedereen een mening had over de Hummer, hadden eigenlijk maar heel weinig mensen er eentje. In het piekjaar 2006 werden er wereldwijd maar zo’n 70.000 verkocht. Ratelband: “Het kostte toen veel geld hoor. 260.000 gulden ofzo, dat was echt heel veel geld.” Hij weet naar eigen zeggen niet meer waarom hij zijn Hummer heeft weggedaan, maar in elk geval niet uit milieu-overwegingen. Waar Arnold Schwarzenegger tegenwoordig vrienden is met Greta Thunberg is Ratelband er nog steeds niet van overtuigd dat grote brandstofslurpers funest zijn voor het milieu: “Schei toch uit, flikker toch op. Ik schijt erop, dat gelul allemaal.” Hij vindt het praatjes uit de steden, waar niemand een parkeerplaats heeft. Toch snapt ook hij heus wel dat dingen veranderen. “Ik had een gouden Rolex over mijn manchet heen, aan de buitenkant. Dat kan natuurlijk vandaag de dag niet meer. Dat is passé. Vroeger was je er trots op dat je een miljoen per jaar verdiende, netto. Dat durf je nu niet meer te zeggen, want dat is niet comme il faut. Mijn zoon van elf jaar zegt: ‘Papa, ik wil straks een Lamborghini hebben.’ Ik zeg: ‘Moet je luisteren, houd er rekening mee dat je dan een milieucrimineel bent.’ Twintig jaar geleden was je de bink, en nu ben je een crimineel.”

Toch zijn er nog steeds mensen die een Hummer bezitten. Zo iemand is Michael. Zijn Hummerlimousine is de grootste Hummer van de Benelux. Het gevaarte is uitgerust met met rookmachines, lasers, Apple TV, flatscreens, een digitaal plafond en een karaokemachine. Er passen zestien mensen tegelijk in. Michael heeft de auto niet voor zichzelf, maar voor de verhuur. Hij zegt dat er nog altijd veel mensen in het beruchte bakbeest rond willen rijden, “voor een feestje, of een gala.” Ook verhuurt hij zijn Hummerlimo’s aan bekende dj’s, zoals Hardwell, die in (een soort van) stijl naar hun optreden willen gaan.

Michael moet lachen als ik vraag of de Hummer anno 2020 nog steeds een pussy magnet is. “Dat was het volgens mij wel, in rapvideo's uit 2004. Maar mensen vinden het nog steeds geweldig, omdat het zo’n foute auto is. Het is niet meer om een statement te maken, dat hebben we wel gehad.” Hij noemt wat steekwoorden die het imago van Hummer vroeger karakteriseerden: “Knallen, V8, superheftig, fuck de natuur.” Aan de uitstoot van de Hummer is niks veranderd, maar die uitstoot is niet meer de reden dat mensen erin willen rijden. “Nu gaat het meer om entertainment.” Als je dus een Hummer ziet rijden, is dat dus meestal licht ironisch. Toch erkent Michael dat er ook mensen zijn die de Hummer nog steeds niet kunnen waarderen: “Ik denk dat de linkse klasse het niet al te leuk vindt.”

Wie Michael precies bedoelt met ‘de linkse klasse’ weet ik niet, maar ik besluit op goed geluk GroenLinks even te bellen. Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid en woordvoerder klimaat en milieu, openbaar vervoer, luchtvaart en luchtkwaliteit, vindt de Hummer inderdaad niet al te leuk. “De Hummer is gemaakt voor het leger. Zo’n grote auto past helemaal niet in onze straten, waar je met elkaar, met fietsers, voetgangers en auto's, veilig van het verkeer gebruik moet kunnen maken,” zegt ze resoluut. Dat geldt voor de klassieke Hummer, maar ook voor de elektrische Hummer. “Alles wat elektrisch aangedreven wordt is in principe beter dan alles wat fossiel aangedreven is, maar de echte klimaatwinst zit in besparing,” zegt ze. “Een Hummer gebruikt twee of drie keer zoveel als een normale auto, dus dan ben je nog steeds niet echt duurzaam bezig. Wat wel positief is: als je een Hummer elektrisch kan laten rijden, kun je alle auto’s elektrisch laten rijden.” Kröger denkt niet alleen te staan in haar opvatting dat Hummers niet passen in de Nederlandse straten: “Ik denk dat het beeld van dit soort auto's wel veranderd is. Je ziet toch dat SUV's in Nederland verworden zijn tot een gewone auto die een klein beetje stoerder is.”

Je zou je kunnen afvragen wat we er als wereld mee zijn opgeschoten dat de Hummer, dat symbool van allesverterend egoïsme, zo goed als verdwenen is. Emile Ratelband is een van de weinigen die er nog trots op is dat hij nergens een zier om geeft. Veel meer mensen geven iets om hun imago van nette burger, maar dat is dan ook het enige. Europeanen zijn, ondanks het failliet van de Hummer, namelijk massaal in SUV’s gaan rijden: was in 2009 nog 7 procent van alle auto’s op de Europese wegen een SUV, nu is dat 36 procent. Toen de Hummer nog bestond was de aso een brutale eenling die je herkende aan brullende motoren en twee wielen in de berm. Nu is meer dan een op de drie mensen een aso in een zeer beschaafd type SUV. Op hun schijnheilige burgerbakken is werkelijk niks aan te merken, behalve dat ze de reden zijn dat de CO2-uitstoot door auto’s in Europa nog altijd groeit. De meest schreeuwerige terreinwagen is geofferd voor de zonden van alle saaie SUV’s. Rust zacht, Hummer.