Oriane (18)
Toen ik een op dag down aankwam op de middelbare school, nam een van de leraren me apart en zei dat hij me boos en agressief vond overkomen. Ik snapte niet hoe hij dat überhaupt tegen me kon zeggen, zonder te weten wat er met aan de hand is. Niet alleen had ik geen zin om het met hem te bespreken, omdat hij me misschien toch niet zou begrijpen, maar nu moest ik ook nog vechten tegen het angry black woman-stereotype.Hoewel ik er nu makkelijk over vertel, ging ik toen door heel veel shit heen. Maar ik zag het nut er niet van in om erover te praten met anderen, omdat ik gewoon genegeerd werd wanneer ik dat probeerde. Het voelde alsof de hele wereld tegen me was. En ik heb jarenlang gedissocieerd geleefd, alsof ik op een wolkje zat en alles langs me heen ging.Mijn moeder merkte dat het niet goed ging en stelde voor om naar de psycholoog te gaan. Dat is echt uitzonderlijk, want normaal wordt er in de Kaapverdiaanse cultuur niet zo gelet op mentale gezondheid. Kaapverdianen kunnen heel goed hun emoties uiten. Maar als het over psychische problemen gaat, wordt daar makkelijk overheen gepraat en moet je er snel weer overheen komen. Doorvechten staat centraal: je moet dankbaar zijn dat je ademt, tijd om depressief te zijn is er niet. Het is een haast ongezonde positiviteit, die ten koste kan gaan van je mentale gezondheid."Een keer vertelde ik een familielid dat ik depressief was. Hij reageerde dat het allemaal in m’n hoofd zat en dat het wel voorbij zou gaan."
Ik wist niet hoe de witte psychologen daarop zouden reageren en was daarom heel terughoudend. Hoewel ik wist dat ik er met ze over kon praten, koos ik ervoor om het niet te doen. Uit angst dat ze me niet zouden geloven. Of dat ze me er niet mee zouden kunnen helpen, omdat ze niet dezelfde ervaringen met racisme en discriminatie hebben gehad."Met de Turkse psycholoog was het anders, hij was heel goed. Zo vertelde hij me dat hij begrijpt hoe het is om gediscrimineerd te worden."
Ayesha (34)
Toen ik vijftien werd, mocht ik zelf beslissen of ik bij mijn pleegouders zou blijven wonen of terug zou gaan naar mijn biologische moeder. Ik wilde heel graag terug naar m’n moeder, dus daar hoefde ik geen moment over na te denken. Mijn pleegmoeder noemde me toen “ondankbaar”. Dat zit me nog steeds dwars.Eenmaal terug in mijn geboortehuis en een omgeving waar mensen met dezelfde huidskleur waren, voelde ik me fijn, vrij en onder mijn ‘eigen’ volk. Snel vond ik mijn eigen identiteit weer terug. Maar toen ik daarna zelfstandig kwam te wonen, begon ik me eenzaam te voelen. Ik zag het even niet meer zitten en kreeg daardoor ook financiële problemen. Omdat ik als kind en tiener zo vaak heb moeten verhuizen, heb ik nooit echt geleerd hoe je problemen moet aanpakken of oplossen, of hoe je jezelf financieel kan redden. Waardoor ik toen ook niet wist waar te beginnen of hoe de draad weer op te pakken.Op mijn achtentwintigste besloot ik hulp te zoeken voor mijn psychische problemen. Ik had mezelf geheel afgesloten van de buitenwereld, en was letterlijk een jaar lang niet buiten geweest. Dat voelde heel alleen. Maar tegelijkertijd wist ik dat de ggz-wachtlijsten niet voor niks zo ontiegelijk lang zijn, en ik niet de enige zou kunnen zijn die hiermee zit. Dus ik dacht: baat het niet, schaadt het niet."Omdat ik als kind en tiener zo vaak heb moeten verhuizen, heb ik nooit echt geleerd hoe je problemen moet aanpakken of oplossen…"
Ik kijk altijd naar hoe de psycholoog reageert op wat ik vertel. Soms zie ik dat witte psychologen me niet begrijpen – en dat maakt het lastiger om heel open en eerlijk te zijn. Hoewel ik me gelukkig altijd serieus genomen voel, denk ik wel dat een behandelaar met dezelfde huidskleur of afkomst mij beter zou begrijpen. Ik denk dat dat te maken heeft met het verschil tussen opgroeien in een gekleurd of wit huishouden. Binnen een gekleurd gezin gaat het er toch vaak anders aan toe; de regels zijn consequenter en strenger, en is er meer felheid.Op Facebook zijn er van die ‘black groups’, waar donkere mensen over hun issues praten en ik me soms goed in herken. Maar los daarvan wordt er niet openlijk over gesproken, en ik weet niet waarom dat zo is. Misschien heeft het te maken met schaamte. In de donkere gemeenschap wordt toch vaak gedacht dat alleen gekke en gestoorde mensen met een psycholoog of therapeut gaan praten. Er rust nog best een taboe op."In de donkere gemeenschap wordt toch vaak gedacht dat alleen gekke en gestoorde mensen met een psycholoog of therapeut gaan praten."
Joy (33)
Als je bijvoorbeeld ooit een breakdown hebt gehad, wordt daar in mijn familie op elk familiefeest wel even naar teruggegrepen. Mensen nemen je niet meer serieus omdat je 'toch niet spoort'. Of ze zeggen: "Weet je wel hoeveel wij hebben meegemaakt? Wij lopen toch ook niet bij een psycholoog?" Over je psychische problemen praten is gewoon een no-go; je moet sterk ogen en dingen op een rij hebben. Vooral niet zwak zijn. Dus hield ik mijn mentale problemen achter gesloten deuren. Dat deed ik ook uit angst om nooit de hulpverlening binnen te komen, doordat ik dan én m’n verleden én m’n kleur én het stempel van ‘gek’ zou hebben. Maar niets blijkt minder waar. En ik merk dat cliënten mij soms verkiezen boven een witte collega, juist vanwege mijn kleur en achtergrond. Ik heb erg geworsteld om er bovenop te komen en er open over te zijn. Sommige mensen zien me alleen maar als die sterke zwarte vrouw. Of als de ‘angry black bitch’ die niks pikt. Of als extreem energiek, aanwezig en vervelend. Maar de momenten dat ik wekenlang kapot thuis zit, zien ze niet. Soms praat ik met witte mensen die ook een depressie of burn-out hebben gehad. Maar het voelt niet alsof ze me écht begrijpen. Ik kan het niet pinpointen, maar mijn ervaringen zijn vanuit zoveel opzichten anders. Zowel sociaal, als maatschappelijk, als vanuit de zwarte belevenis. Daarnaast heb ik het gevoel dat er bij een wit kind eerder gedacht wordt aan depressie dan bij een zwart kind. Een zwart kind is eerder ‘te druk’, ‘te lui’ of ‘onhandelbaar’; het wordt als een karaktereigenschap gezien in plaats van een mentale aandoening. Mensen met een soortgelijke achtergrond als ik hebben dat vaak allemaal zelf moeten uitpluizen. En als je je dan in de tussentijd jarenlang vergrijpt aan feesten, drugs, alcohol of seks en relaties – en twijfelt of het aan je karakter ligt of toch een aandoening is – ben je, net als ik, dertig plus voordat je de juiste hulp vindt."Sommige mensen zien me alleen maar als die sterke zwarte vrouw. Of als de ‘angry black bitch’ die niks pikt."
Op tv zie je bijna geen mensen van kleur als het gaat om mentale problemen. Dat vind ik afschuwelijk. Toen ik De Depressie Kennistest keek, dacht ik: oké, maar waar zijn mijn mensen? Ook vanuit de media en overheid is er minder oog voor ons; er is amper een platform of vroege, cultuurspecifieke voorlichting over mentale gezondheid voor en door zwarte personen. De zwarte community is zo sterk. Maar hoewel we van elkaars mentale problemen afweten, praten we er nog te weinig over. Vanwege taboe, schaamte of angst. Sinds ik ben gaan praten over waar ik mee struggle, ben ik veel gekleurde mensen met dezelfde achtergrond tegengekomen die zich ook naar mij toe hebben opengesteld. Het is lastig vanwege verschillende stigma’s waar we mee te dealen hebben. Maar we moeten elkaar supporten en de schaamte weggooien. Erover praten maakt ons niet minder sterk. Sinds een half jaar heb ik meer grip op mijn eigen psyche en sta ik gezonder in het leven. Afscheid nemen van schadelijke gewoontes en mensen, ook als dat familie is, bleek daarbij een must. Ook moest ik mijn balans vinden tussen de winticultuur, waarmee ik ben opgegroeid en waardoor ik tegen medicatie was, en de westerse cultuur, met name het besef dat ik medicatie nodig heb om momenteel mentaal stabiel te blijven. De diagnose bipolaire stoornis heeft me rust gegeven, omdat ik eindelijk mijn vinger kan leggen op mijn extreem depressieve en extreem energieke periodes, die hebben geleid tot de burn-out. De PTSS zal ik met mij mee blijven dragen; dat heb ik kunnen accepteren en ben ik nu aan het verwerken. En nu, na drie hectische jaren, kan ik zeggen dat ik het weer helder zie.Worstel jij met je mentale gezondheid en wil je liever praten met een behandelaar die gespecialiseerd is in interculturele problematiek? Je kunt landelijk terecht bij i-psy, of zoek hier een gespecialiseerde zorgverlener bij jou in de buurt. Daarvoor heb je wel een verwijzing van je huisarts nodig.Denk je aan zelfdoding? Of ken je iemand die aan zelfdoding denkt? Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie of bel 0900-0113."Sinds ik ben gaan praten over waar ik mee struggle, ben ik veel gekleurde mensen met dezelfde achtergrond tegengekomen die zich ook naar mij toe hebben opengesteld."