Ik haatte mensen met voedselallergieën, tot ik voor bijna alles allergisch werd

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Ik haatte mensen met voedselallergieën, tot ik voor bijna alles allergisch werd

Een van de weinige dingen die ik nog mag inslikken, is mijn trots.

Ik houd van alle soorten feestelijk eten. Gevulde eieren? Kom maar door. Een rollade? Laat me mijn eigen stuk maar afsnijden. Zesde glas wijn? Ik dacht dat je het nooit zou vragen!

Voor de meeste mensen zijn de feestdagen gelegenheden om samen met familie en vrienden aan een tafel te zitten en als Romeinse keizers in twee uur zoveel mogelijk eten en drinken door het keelgat te laten zakken. Ik ben meestal de Nero van het gezelschap, omdat ik naast culinair journalist en receptenmaker ook een obsessieve eter ben. Ik verorber op zo’n decadente manier bord na bord dat de verdorven keizer uit de eerste eeuw – die zo van eten hield dat hij een ronddraaiende eetzaal in zijn Gouden Paleis liet bouwen – zeker onder de indruk zou zijn geweest.

Advertentie

Maar een paar weken geleden zat ik tijdens Pesach met mijn familie van niet-gelovige New Yorkse Joden aan tafel en mijn bord zag er schraler uit dan een kaalgeplukte kip. Schalen vol eten kwamen langs mijn hongerige ogen, en ik maakte in mijn hoofd een lijst van wat ik allemaal niet kon eten: de runderborst, gemaakt met tomatenpuree; de hummus, gemaakt met kikkererwten, een peulvrucht; de matze, gemaakt met tarwe, en dus vol verdorven gluten.

Acht maanden geleden verhuisde ik gezond en wel naar Mexico om te schrijven over reizen en – natuurlijk – om álle lokale gerechten op te eten. Ik arriveerde in september en al snel werd streetfood een vast onderdeel van mijn dag. Ik ontbeet met chorizotaco’s bij de drukke overdekte markt tegenover mijn appartement, wandelde ’s middags naar het centrum toe voor een kom pozole met varkensvlees, en stortte me ’s avonds op een op houtskool gegrilde tjayuda, een soort Mexicaanse pizza gemaakt van een gigantische, knapperige maïstortilla. Ik onderzocht en schreef over deze prachtige traditionele gerechten en daarnaast verorberde ik alles voor mijn eigen plezier. Eindelijk kon ik mijn passies – schrijven en eten – combineren als freelance schrijver.

En toen, van de ene op de andere dag, veranderde alles. Aan het einde van oktober, slechts twee maanden nadat ik in Mexico was komen wonen, kreeg ik blaasontsteking. Ik had tientallen keren een blaasontsteking gehad en deze leek niet anders te zijn. Ik ging naar de apotheek, vroeg om de antibiotica die ik altijd gebruik en voelde me al snel beter. Maar vijf dagen na de kuur werd ik plotseling wakker met brandende jeuk over mijn hele lichaam, die maar niet ophield. Het werd met de dag erger; ik had steeds meer moeite met slapen en ik werd helemaal gek. Ik probeerde een logische verklaring te vinden, maar ik kon het maar niet koppelen aan mijn recente antibioticagebruik.

Advertentie

Het was erger dan ik dacht: bijna alles wat ik at beïnvloedde mijn huid en zenuwen, en sommige veel voorkomende allergieën, zoals die voor alcohol, zuivel en gluten, maakten mijn problemen veel, veel erger.

Was het het Mexicaanse wasmiddel? Ik waste al mijn beddengoed en elk kledingstuk met een nieuw wasmiddel, zonder additieven. Was het een allergische reactie op een van de planten of pollen in mijn nieuwe omgeving? Ik begon als een gek medicijnen tegen hooikoorts te slikken.

Helemaal niks hielp – totdat een wijze vriend het idee opperde dat ik een voedseldagboek moest bijhouden, zodat ik kon zien of bepaald eten mijn symptomen verergerde. In de eerste instantie lachte ik het idee weg. Wist ze wel tegen wie ze het had? Ik was een culinair journalist met een stalen maag. Ik lepelde een kom penssoep met habaneropepers met gemak leeg, zonder achteraf ook maar een klein boertje te laten. Ik rolde heimelijk met mijn ogen als vrienden of familieleden beweerden dat ze ‘niet goed tegen gluten kunnen’ of ‘slecht tegen zuivelproducten kunnen.’

Maar mijn opties raakten op en de chronische jeuk veranderde in een constante acupunctuursessie des doods, dus ik stemde ermee in. Al snel merkte ik dat het probleem inderdaad met mijn dieet te maken had. En het was erger dan ik dacht: bijna alles wat ik at beïnvloedde mijn huid en zenuwen, en sommige veel voorkomende allergieën, zoals die voor alcohol, zuivel en de door mij vaak beschimpte gluten, maakten mijn problemen veel, veel erger. In december was ik zo depressief en overweldigd door het idee dat ik zelf een of andere dieet moest uitvinden – ik had namelijk nog steeds geen flauw idee dat de hele nachtmerrie was begonnen door de antibiotica die ik had genomen – dat ik weer terugging naar mijn geboortestad New York. Daar zou ik samen met een natuurgeneeskundige arts een plan opstellen om weer gezond te worden.

Advertentie

Tijdens mijn eerste afspraak besprak de arts de resultaten van vele bloed-, urine- en hormoontesten die ik van tevoren had opgestuurd. Volgens die resultaten was er helemaal niets mis met me: ik was kerngezond en had uitstekende scores in elke categorie. Toen ik daarna vertelde dat het leek alsof bepaald eten mijn situatie beïnvloedde, vroeg de dokter of ik onlangs medicijnen had gebruikt. “Antibiotica, bijvoorbeeld?” vroeg ze. Nou, ja, ik had in oktober dus een kuur gehad voor mijn blaasontsteking. “En wanneer begonnen je symptomen ook alweer?” Ongeveer vijf dagen daarna. “Had je daarvoor ook weleens antibiotica gebruikt?” Nou, nu ik erover nadenk, de zomer ervoor had ik vijf weken lang amoxicilline genomen, omdat ik een ziekte had opgelopen via een teek.

Ik nam mijn recente medische geschiedenis door – vergeten afspraken, spoedeisende hulp, de alsmaar terugkerende blaasontsteking, de keelpijn die ik vaak had – en kwam erachter dat ik in de afgelopen twee jaar in totaal twaalf keer antibiotica had geslikt, wat neerkomt op om de maand een kuur.

De arts vertelde dat ze dacht dat ik aan het ‘leaky gut’-syndroom leed. Dat is een aandoening die ontstaat wanneer het enorm diverse microbioom dat in onze darmen leeft, beschadigt raakt door extreme stress, slechte voeding of het gebruik van breedspectrum-antibiotica. Die antibiotica roeit zowel de slechte bacteriën uit die infecties veroorzaken, als de goede bacteriën die ons helpen om voedsel te verteren en de verspreiding van ontstekingen in het lichaam tegengaan.

Advertentie

Het menselijke darmstelsel is een ongelooflijk complex ecosysteem, waarin duizend verschillende soorten micro-organismen leven – zowel nuttig als schadelijk. De genetische diversiteit van de bacteriën die er leven is 150 keer groter dan die van hun menselijke gastheer. In totaal wegen al die organismes iets meer dan twee kilo. Als er iets misgaat en alles uit balans raakt – wat in mijn geval kwam door die talloze allesvernietigende antibioticakuren – dan sterven de heilzame bacteriën (die probiotica die je in alle hippe komboecha- en kefirdrankjes aantreft) en beginnen de pathogene bacteriën zich te vermenigvuldigen. Als je daar niks aan doet, verzwakken de slechteriken de darmwand, waardoor onverteerde voedseldeeltjes in de bloedbaan terecht kunnen komen. Als dat gebeurt, valt het immuunsysteem deze indringers aan. Eten dat onschadelijk is als het zich in de darmen bevindt, zoals melk of maïs, wordt door het lichaam als schadelijk gezien als het erbuiten glipt. Daardoor ontstaan voedselallergieën en -intoleranties.

Ik weet nu hoe het is om die persoon aan tafel te zijn die elk gerecht zenuwachtig scant op ingrediënten. Mijn voormalige minachtig is 180 graden omgedraaid in volledige empathie.

Er bestaat uitgebreid bewijs voor dit fenomeen. Tientallen rigoureuze wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat de frequente blootstelling aan antibiotica de oorzaak is van een alarmerende toename van voedselallergieën bij zowel kinderen als volwassenen. Sinds 2007 is het aantal mensen met deze allergieën met 377 procent gestegen.

Advertentie

Mijn arts zette me op een extreem streng, darmherstellend dieet, dat gericht is op het in balans brengen van mijn goede en slechte bacteriën. Daarmee wordt mijn ‘lekkende’ darm weer afgesloten en zouden mijn voedselintoleranties weer moeten afnemen. Ik was vroeger een alleseter van de hoogste orde, maar nu mag ik geen soja, zuivel, granen, peulvruchten, alcohol, koffie of bewerkte suikers meer eten of drinken.

Je kent het dieet misschien wel door zijn hippe naam: het paleodieet. Een boel ontzettend irritante crossfitters zweren erbij. Veel mensen doen er wat lacherig over – ik was vroeger ook zo. Hoewel ik niet denk dat ik voor de rest van mijn leven zo zal blijven eten, moet ik wel zeggen dat ik bekeerd ben, tenminste zolang mijn lichaam geneest. De wetenschap erachter is solide en mijn symptomen zijn langzaam maar gestaag minder geworden sinds ik ermee begon. Ik weet nu hoe het is om die persoon aan tafel te zijn die elk gerecht zenuwachtig scant op ingrediënten. Mijn vroegere minachting is 180 graden gedraaid. Ik heb nu begrip.

Tegenwoordig doe ik alsof de broodmand niet bestaat, en slorp ik lustig op leverpastei in plaats van pizza. Ik bak bijna alles wat ik eet ik heerlijke reuzel en bouw ingewikkelde ‘desserts’ van geraspte kokos en wilde honing.

Ik hoop dat ik in de toekomst opnieuw lichtzinnig met eten om kan gaan, en wil graag weer ongegeneerd alles verorberen. Maar voor nu? Geef mij maar een portie bottenbouillon, alsjeblieft.

Volg MUNCHIES op Facebook en Instagram.