Het grootste dieptepunt van mijn horeca-carrière vond plaats toen ik vijftien was. Ik was bijna klaar met een gigantische hoeveelheid afwas van aangekoekte sauskommen, borden vol afgekloven vlees en bakjes met zure resten yoghurt-pudding. Rond twaalf uur ‘s nachts, dacht ik dat ik bijna naar huis kon en besloot stiekem een heerlijk sigaretje op te steken. Tot de deur van de keuken open zwaaide en er een eindeloze stapel aan warmhoudbakken, borden, kratten vol bestek en keukengerei werd binnengedragen. Ik wilde door mijn verzuurde benen zakken. Om drie uur ‘s nachts kip-kerriesaus uit een bak schrobben is geen pretje.
Hierdoor besloot ik mijn toch al geringe keukenambities te laten voor wat ze waren en stukjes te gaan typen om te voorzien in mijn levensonderhoud. Maar dat betekent niet dat ik een hekel heb aan horeca; elk weekend ben ik dansend in de club te vinden. Ik ben vast wel eens iets te veeleisend, maar ik hoop niet dat ik iemands dieptepunt van het jaar was. Als dat wel zo is: het spijt mij echt, ik had het alleen maar heel erg naar mijn zin.
Mijn kip-kerrie trauma was best kut, maar niet zo’n ramp vergeleken met wat sommige horeca-mensen mee maakten afgelopen jaar. En omdat er een heleboel helden zijn die zich over een paar dagen kapot werken om jou een feestelijk Oud & Nieuw te bezorgen of met hun frisse hoofd jouw brakke lichaam van eten voorzien, sprak ik horecapersoneel over schaamteloze bezoekers die je onderbroek willen bemachtigen, puberale Chinese toeristen en een Rotterdams lichtpuntje.
“Mijn dieptepunt bereikte ik tijdens Amsterdam Dance Event in oktober. Iedereen is op de eerste dag nog scherp, maar na dag zes ben je kapot. Toen ben ik in alle chaos naar de barback gegaan en ben ik daar in slaap gevallen. Ik werd na tien minuten verward wakker en wilde gewoon naar huis.
Videos by VICE
Mensen die kotsen in je runnersbak en dat je daar pas achter komt als je de glazen eruit haalt, was ook geen hoogtepunt.” – Jochem Ruares (23), Hoofd-runner bij De Marktkantine, Amsterdam
“Toen een gast alles glutenvrij bestelde. Diegene lette echt op of je alles aan het ontsmetten was enzo, wat fucking veel moeite kost. Vervolgens neemt hij gewoon een hap van het broodje van zijn vrouw dat vol gluten zat. Dat was kut.” – Pleun Laurijssen (25), medewerker broodjeszaak, Valkenswaard
“Het dieptepunt was keer op keer de lekkage van de keukenafvoer in de kelder. De hele ruimte stond blank en en we moesten drie weken lang elke nacht met de waterstofzuiger alles opzuigen. Resultaat: duizend haren verloren en twintig groeven gekregen in mijn kindergezichtje.” – Maarten van Belkom (30), eigenaar eetcafé Wijmpje Beukers, Amsterdam
“Mijn dieptepunt was toen ik voor een groep gasten vijftien carpaccio als bestelling noteerde in plaats van vijftien cappuccino. Toen ik de carpaccio ging uitserveren, zeiden ze er pas wat van toen ik het laatste bord had neergezet.” – Thijs Tromp (25), uitzendkracht, Amsterdam
“Ik werkte achter de bar en een man vroeg om mijn telefoonnummer. Ik zei: nee, dan krijg ik ruzie thuis. Toen zei hij: mag ik dan je onderbroek? Daarna bleef hij me twintig minuten aanstaren. De zaal was bijna leeg dus ik kon moeilijk aan zijn blik ontsnappen. Het was erg ongemakkelijk.” Imke van Elderen, (26), barvrouw bij De Effenaar, Eindhoven
‘’Dit is een dieptepunt, dat in een hoogtepuntje veranderde. De dag dat Feyenoord landskampioen werd, stond ik voor het eerst achter de bar. Het overgrote deel van onze gasten die avond waren leden van de harde kern. Vooraf werd ik geïnstrueerd over mogelijke vluchtroutes, met name dat het personeel zich op moest sluiten in het drankhok zodra het op een massale vechtpartij uitliep. De Rotterdamse dealers draaiden een recordomzet die avond. Tijdens een bezoekje aan het toilet was ik getuige van een heuse snuifsymfonie en ondertussen waren de baco’s bij de bar niet aan te slepen. Het hielp niet bepaald dat ik nog geen assertieve barman was, ik heb de benen uit mijn lijf gerend. Maar deze mensen hadden helemaal geen kwaad in de zin, ze vierden gewoon vol overgave dat ze voor het eerst in achttien jaar landskampioen waren geworden.’’ – Jens* (23), barman, Rotterdam
“Zoenen met een chick die drie minuten later wegens wangedrag de club uit werd gezet.” – Ilan Langedijk (21), Runner bij de Chicago Social Club, Amsterdam
“Op de dag van ons eerste grote diner met restaurant Nieuw Terrein werd onze chef Hunter aangereden. Hij moest naar het ziekenhuis en had een gebroken been waarmee hij uiteindelijk maandenlang in het gips zat. Ik heb toen zelf de mise en place gedaan en gelukkig kwam er een chef van restaurant As kwam ’s avonds de gerechten af te maken.” – Siem Feijen (25), eigenaar restaurant Nieuw Terrein en gastheer bij Entrepot, Amsterdam
“Ik werkte laatst in de bediening van een restaurant tijdens een avond met live muziek en een proeverij van wildgerechten. Kom ik bij een tafel, zegt een vrouw: “Ik lust geen wild.” Dacht ze dat het om een creatief menu ging. Iedereen weet toch wel wat een wildavond in een restaurant betekent?” – Sarah* (25), oproepkracht, Doetinchem
“Dat was een puberale Chinese toerist die al grinnikend vroeg of al onze gerechten in een ‘Dutch oven’ worden bereid. Hij bedoelde overduidelijk niet de type pan.” – Tibor Pasman (28), kok bij Café de Reiger, Amsterdam
“Toen ik een dienblad vol met drankjes over een tafel liet vallen, een nieuwe ging halen en dat dienblad ook weer op de grond viel.” – Lenne Ruijter (25), bediening bij Proeflokaal de Bekeerde Suster, Amsterdam
“Ik werk na zeven jaar sinds kort weer in de horeca, een dramatisch dieptepunt heb ik nog niet gehad in 2017. Wel was er deze week een gast die een of andere hele dure cognac bestelde. Ik ging naar de bar om de cognac in te schenken, maar vroeg me af of hij ijsblokjes in het glas wilde. Dus ben ik teruggelopen om dat te vragen. Toen werd ik lief uitgelachen. Blijkbaar is het not done om ijs in cognac te doen.” Ezra Talarima (26), bediening bij Café Katoen, Amsterdam
“Mijn absolute dieptepunt waren de mensen die een Gin Toney bestelden aan de bar.” – Jascha Hausel (28), barman bij Bar Weber, Amsterdam
“Soms kunnen gasten zo denigrerend tegen je doen. Alsof je alles maar kunt doen, omdat ik ‘het serveerstertje’ ben. Mij niet aankijken, bellen tijdens het bestellen (echt gebeurd), geen alsjeblieft of dank je wel zeggen. Als dat gebeurt, heb je een kutavond. Ik hou ontzettend van mijn vak, en doe altijd mijn uiterste best om een gast blij de deur uit te laten lopen. Maar een leuke avond in een toffe zaak is een wisselwerking tussen de mensen die er werken en de gasten, geen eenrichtingsverkeer vanuit het personeel.” – Sophie Abelsma, gastvrouw Scheepskameel, Amsterdam
*De volledige namen van deze mensen zijn bekend bij de redactie van MUNCHIES