Alle blunders die ik heb begaan sinds ik naar Engeland ben gekomen

Dit artikel is onderdeel van Nieuwe Buren, een reeks artikelen op VICE.com geschreven door jonge vluchtelingen in heel Europa. Lees het voorwoord van de editor hier.


Toen ik in Somalië woonde ging ik soms na school naar het huis van een vriend, en dan keken we Amerikaanse films. Er was geen bioscoop waar ik woonde en hij was het enige kind in de buurt wiens ouders een tv hadden. Aangezien ik toen geen Engels sprak, kon ik het verhaal nooit volgen en ik kan me van geen enkele film meer herinneren hoe die heette. Ik lette eigenlijk alleen maar op de bewegingen en de reacties van de acteurs. Wat ik me wel herinner is dat we vooral veel horrorfilms keken, met altijd een hoop moorden en nep-uitziende lijken. Toch was ik nooit bang, omdat mijn echte leven al eng genoeg was.

Videos by VICE

Er was ook geen theater in mijn stad. Ik denk dat er in Mogadishu, de hoofdstad van Somalië, wel eentje zit, maar daar ben ik nog nooit geweest. Het acteerwerk in die films was dus het enige acteerwerk dat ik ooit had gezien, toen ik naar Engeland kwam. Ik was pas twee weken in het land toen mijn begeleider Kate me een toneelworkshop liet volgen, die plaatsvond in het huis dat ik met een paar andere jonge vluchtelingen deel. Kate gaf me niet echt een keuze; ze zei dat de workshop verplicht was. Later ontdekte ik dat dat helemaal niet zo was – Kate wilde gewoon dat ik vrienden zou worden met de andere jongens in mijn huis.

Mijn eerste acteerpogingen verliepen nogal stroef – ik sprak de taal nauwelijks, dus het was moeilijk om de instructies te volgen, en ik voelde me bovendien onzeker en verlegen. Maar langzamerhand begon dat te veranderen en na een tijdje begon ik steeds meer zelfvertrouwen te krijgen.

Na drie maanden les maakten we een toneelstuk met de naam ‘Dear Home Office’, over onze eigen ervaringen als minderjarigen zonder ouders of verzorgers in Engeland. Ons eerste optreden vond plaats in het Southbank Centre in Londen. Ik herinner me dat ik backstage stond en het publiek op hun stoelen hoorde gaan zitten. Ik was bloednerveus, maar toen het eenmaal zover was ging ik als het ware op de automatische piloot het podium op. Natuurlijk ging ik een paar keer de mist in met mijn tekst – dat gebeurt nog steeds wel, maar ik word met elk optreden beter, vind ik.

Mohamed

Aan het einde van zomer werden we uitgenodigd om deel te nemen aan het Edinburgh Fringe Festival. Om vanaf Londen naar Edinburgh te komen moesten we elf uur in de bus zitten. Omdat ik had gehoord dat het nogal een big deal was, kwam ik volledig in pak en met een vlinderdas om aanzetten bij de bus. Iedereen lachte me uit, gedurende de hele reis. Hoe had ik het kunnen weten? Ik wilde er gewoon scherp uitzien voor de Schotse mensen!

Zonder geintjes, het festival was een fantastische ervaring. Voor ons, maar volgens mij ook voor het publiek, want iedereen leek heel geïnteresseerd naar onze verhalen te luisteren. Toch was een van mijn favoriete momenten toen we naar een traditionele Schotse dans gingen – een ceilidh. Een van mijn vrienden en mede-acteurs komt uit Afghanistan, en midden in de Schotse dans zette hij muziek uit zijn land op en begon hij een traditionele Afghaanse dans te doen. Iedereen in de kamer deed mee, het was geweldig.

Mo en Kate spelen het Primark-voorval na op het podium.

Sinds ik naar Engeland ben gekomen heb ik wel meer bloopers begaan – sommige speel ik na in Dear Home Office. Zo zit er een scène in het toneelstuk over de keer dat we naar de Primark gingen en ik nogal gestrest was omdat ik te veel dingen in één keer moest kopen, zoals ondergoed, vesten – allerlei jongensdingen. In al mijn paniek pakte ik een spijkerbroek die veel te groot was. Kate zei tegen me dat ik ‘m wel eerst even moest passen, en dus begon ik mijn broek middenin de winkel uit te doen. Ik was nog nooit in een grote winkelketen als Primark of JD Sports geweest, dus ik had geen idee hoe dat allemaal werkt. Ik schaamde me dood, omdat ik Kate niet eens kende, maar ik zei tegen mezelf dat ik haar moest vertrouwen – ik had geen keus. Toen dat gebeurde voelde ik me heel kwetsbaar, maar als ik de scène nu naspeel lacht het publiek met me mee en voel ik me juist sterk.

Het is goed om me soms te realiseren wat ik allemaal al heb meegemaakt en hoe ver ik het inmiddels hebt geschopt. Er zijn een hoop mensen op de wereld en sommigen begrijpen niet goed hoe de situatie van vluchtelingen is. Ik zie het als mijn taak om ze dat te vertellen. Ik ben blij dat ik als vluchteling het publiek in de zaal kan laten zien dat we mensen zijn. Wij verdienen ook rechten. We hebben relaties en vrienden nodig, net als iedereen. Een opleiding, goede banen en mooie toekomsten zoals iedereen. Geen mens is illegaal.

Ik weet niet wat er in de toekomst met me zal gebeuren. Toen ik in Somalië woonde wilde ik sportjournalist worden. Nu wil ik ook acteur worden.

Teken hier de petitie van het UNHCR die overheden oproept om alle vluchtelingen een veilige toekomst te garanderen.

Volg het Phosphoros Theatre – het bedrijf achter ‘Dear Home Office’ – hier and hier.