Dit artikel is onderdeel van Nieuwe Buren, een reeks artikelen op VICE.com geschreven door jonge vluchtelingen in heel Europa. Lees het voorwoord van de editor hier.
Helal al Baarini is 21 jaar oud en komt oorspronkelijk uit Homs in Syrië. Hij vluchtte in 2012 naar Jordanië en kwam in februari 2016 naar Engeland.
Videos by VICE
Ik ben een vluchteling, maar ik ben ook een voetballer. Ik speel op dit moment voor Bilston Town – een team in de buurt van waar ik woon, in Birmingham. Ik ben een middenvelder en ik kan aan beide flanken spelen, maar ook achter de spits. Sommige van mijn teamgenoten noemen me ‘Coutinho’, omdat ik dezelfde stijl heb als hij – ik kan scoren, maar ik focus me voornamelijk op het creëren van kansen en ik geef veel assists.
Al sinds ik een kleine jongen was, is het altijd mijn droom geweest om in Engeland te spelen – ik vind de Premier League de beste competitie ter wereld. Ik ben voor Liverpool, maar ik zou het fantastisch vinden om hier voor wat voor club dan ook te spelen. Ik zou elke kans met beide handen aangrijpen.
Ik kom oorspronkelijk uit Homs. Mijn broer en ik zijn in 2012 gevlucht voor de oorlog in Syrië – mijn ouders wilden dat we onze familie achterlieten om weg te komen van het geweld en alle gevechten. Destijds speelde ik voor SC Al-Karamah, een van de topclubs in het land en een van de oudste sportclubs in Azië. Ik ging naar Al-Karamah toen ik zeven jaar oud was en eindigde uiteindelijk in hun Onder-17-team. Voordat ik Syrië verliet werd ik zelfs benoemd tot beste speler in de Onder-17-competitie. Het leven was goed, voor de oorlog begon. Het was moeilijk voor ons het land te verlaten, maar de oorlog had alles waar we zo van hielden en wat voor ons vertrouwd was kapot gemaakt. Het was al gevaarlijk om gewoon over straat te lopen.
Toen we vertrokken was ik 16, mijn broer was 18. We stapten op de bus naar Amman in Jordanië, omdat mijn broer een vriend had die daar woonde. We bleven vier jaar in Amman en aten, sliepen en woonden samen op een kamer. Ik had een baantje als barista en werkte hard om geld te sparen, maar alles in Jordanië was heel duur. We hadden nooit echt geld, het was heel zwaar. Elke dag ging ik naar training of naar de sportschool; om geld te besparen liep ik dertien kilometer om er te komen.
De eerste twee of drie maanden trainde ik gewoon in mijn eentje, maar toen hield SC Al-Faisaly SC, een van de topclubs in Jordanië, een proeftraining voor nieuwe spelers. Na de eerste training vroegen ze me om bij de club te komen, en dat deed ik. Terwijl ik voor hen speelde vroeg het Syrische nationale team me om bij hun te komen spelen, maar ik vertelde ze dat ik niet terug naar Syrië kon. Ik zou alleen met ze mee kunnen spelen als ze in Jordanië of Libanon speelden. Uiteindelijk heb ik twee wedstrijden met het Syrische nationale team tegen Libanon gespeeld.
Terwijl we in Libanon speelden belde de manager van een van meest prominente Syrische clubs me en vroeg me bij hun te tekenen. Ik moest weer weigeren – ik was al getekend bij Al-Faisaly in Jordanië, maar vooral omdat dat zou betekenen dat ik terug naar Syrië zou moeten. Een keer speelde ik mee met ons Syrische nationale team, toen we een wedstrijd in Palestina probeerden te spelen, maar we mochten het land niet in vanwege onze Syrische paspoorten. Het team ging terug naar Syrië en ik ging terug naar Jordanië. Ik speelde anderhalf jaar voor Al-Faisaly en toen in het eerste team van Dar Al-Dawa.
Vorig jaar hielp de Verenigde Naties mijn familie naar Engeland te komen. Mijn ouders en onze jongere zus kwamen naar Jordanië en vanaf daar vlogen we samen hier naartoe. Mijn vader is monteur, maar hij heeft niet meer gewerkt sinds zijn recente hartaanval. Mijn moeder is een verpleger, maar ze werkt momenteel ook niet, omdat haar Engels niet goed genoeg is. Ze zijn op dit moment allebei bezig met Engels leren. Mijn broer studeert Informatica aan de Birmingham City University en mijn zusje, die 13 is, zit nog op school. Ik studeer voor een niveau 2-kwalificatie in Engels. Ik ben van plan een vooropleiding te doen om toegelaten te worden op de opleiding Sportcoaching.
Toen ik net naar Engeland was verhuisd speelde ik voor Continental Star, maar die club verruilde ik later voor Bilston Town. Een paar maanden geleden had ik de kans een try-out bij Birmingham City te doen. Mijn maatschappelijk werker had ze gebeld en verteld dat ik een voetballer was, en toen nodigden ze me uit om mee te trainen. Ik vond het leuk en zij waren ook enthousiast, maar ze tekenden me niet omdat ze al andere spelers voor dezelfde positie getekend hadden. Ik zou heel graag nog een andere kans bij een grote club willen – ik weet dat ik mezelf kan bewijzen als ze me de kans geven.
Hoewel het spel hetzelfde is, is voetballen in Syrië heel anders dan in Engeland. Als je in Syrië onder de 20 bent en de coach vindt je goed, dan teken je voor 5 jaar en krijg je ongeveer 290 euro per maand. Je kan voor het einde van die 5 jaar niet weg en iedereen verdient hetzelfde. Toen ik naar Birmingham City ging was het een totaal andere wereld. Het gras, de kleedkamers, alles was anders. In Syrië spelen we niet op natuurgras, maar op vierdegeneratie-kunstgras. Ik denk dat je wat sneller en sterker moet zijn, als je professioneel wil spelen in Engeland. Waar ik vandaan kom zijn er geen spelers die contracten van 10 of 25 miljoen pond hebben, hoewel we goede spelers hebben.
Gezondheids- en veiligheidsvoorschriften zijn een ander groot verschil tussen voetbal in het Oosten en het Westen. Een keer, toen ik in Jordanië speelde, stierf een speler tijdens een wedstrijd. Ik was op het veld toen het gebeurde – hij stootte zijn hoofd en slikte zijn tong in, vergelijkbaar met wat er een paar maanden geleden bijna met Fernando Torres gebeurde. Maar in ons geval arriveerde de ambulance heel laat en bracht bovendien geen zuurstof mee, waardoor hij het niet overleefde.
Mensen hier in Engeland zijn erg vriendelijk en behulpzaam voor mij en mijn familie geweest, wat ik erg waardeer – ik heb veel vrienden gemaakt door hier te voetballen en te studeren. Ik voel me veilig en uiteindelijk is dat waar alle Syriërs naar zoeken: een veilige plek te wonen, net als iedereen. We wonen in een gebied van Birmingham dat Handsworth heet, en alles is hier totaal anders dan Syrië – de taal, de cultuur. Maar iedereen heeft ons geholpen. Toen ik hier eerst kwam, sprak ik helemaal geen Engels. Nu kan ik met mensen praten.
De oorlog in Syrië heeft alles voor ons verwoest. Gebouwen zijn vernietigd, dromen ook. Ik hoop dat ik ooit terug naar Syrië kan, maar ik denk dat het nog een lange tijd gaat duren voordat het zover is. Hoewel ik hoop daar ooit weer te voetballen, is mijn ambitie om voorlopig hier te spelen en professioneel voetballer in Engeland te worden. Ik hoop dat ik een kans krijg om mensen te laten zien wat ik kan.
Teken hier de petitie van het UNHCR die overheden oproept om alle vluchtelingen een veilige toekomst te garanderen.
Klik hier om te doneren aan Refugee Action, een organisatie die vluchtelingen in het Verenigd Koninkrijk helpt.