FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Vijf korte fictieverhalen met fatale afloop

Sander Roks en Marten Mantel schreven speciaal voor VICE vijf verhalen die alle vijf eindigen met een gruwelijke dood.

Marten Mantel en Sander Roks schreven allebei al eerder voor VICE en hebben deze keer vijf korte verhalen geschreven. Vijf verhalen, speciaal voor jouw! Spoiler alert: de verhalen lopen allemaal vreselijk slecht af (of goed, dit hangt er volledig vanaf of je tijdens het lezen van de vorige zin zachtjes "jou zonder w" hebt gemompeld, of niet). Genoeg mysterieuze introtekst, hier zijn de verhalen!

De Hertentuin

Herman en Froukje werden door twee van hun kleinkinderen hun kamer ingerold. Ze waren vandaag 75 jaar getrouwd, en kwamen net thuis van het jubileumfeest, beneden in de eetzaal van verzorgingstehuis De Hertentuin. Het was hartstikke gezellig, en overbevolkt met familie en vrienden.
"Froukje," begon Herman toen de kleinkinderen waren vertrokken, "uiteindelijk betekenen al die mensen niks, in vergelijking met jou. Jij bent de persoon voor wie ik uit bed kom elke morgen, en niemand anders."
Froukje keek haar man met vochtige ogen aan. "Och Herman," antwoordde ze met een stem die trilde van ontroering, "voor mij geldt hetzelfde. Met jou aan mijn zijde weet ik zeker dat niemand op aarde gelukkiger is als ik."
"Dan ik," verbeterde Herman haar, het gesprek hiermee bevrijdend van alle spontane schoonheid die het bezat. Hij zag zijn vrouw direct de deur weer uitrollen en heeft haar nooit meer teruggezien. Anderhalve week later stierf hij aan een slordig ingebracht infuus.

De grotere vijand

Rick had een zware tijd achter de rug. Zijn vader was overleden aan een geïnfecteerde wond in zijn zij, en zijn jongere broer had uit verdriet vlak na de begrafenis zelfmoord gepleegd. Ricks beeld van het leven veranderde. Hij was er plotseling van doordrongen dat de dood altijd op de loer lag. Zijn angst voor de dood nam alles over: hij bleef zoveel mogelijk uit het drukke Amsterdamse verkeer en raakte zelfs in paniek als hij langs het vleesschap in de supermarkt liep. Uiteindelijk verwijderde hij alle scherpe en andere mogelijk gevaarlijke objecten uit zijn huis en kwam hij niet meer buiten. Niemand begreep Rick. Niemand, behalve zijn jeugdvriend Kevin. Kevin hield hem in de gaten, stond voor hem klaar. Kevin hielp Rick weer buiten te komen, hielp hem om te leren accepteren dat de dood nu eenmaal een onderdeel is van het leven, en dat angst voor de dood een grotere vijand is dan de dood zelf. Toen het weer beter ging met Rick, vroeg hij Kevin om mee te gaan wandelen door het drukke Amsterdamse verkeer, het verkeer dat hij zolang gemeden had. "Ik wil je bedanken, Kevin. Je stond voor me klaar. Je was de enigste die de moeite nam me te begrijpen." "Enige," antwoordde Kevin, om aan te geven dat zijn betweterigheid sterker was dan zijn respect voor dit bijzondere moment van dankbaarheid. Rick duwde Kevin voor een voorbijrazende tram, en terwijl hij de botten van zijn jeugdvriend hoorde knakken onder de snelheid en het gewicht van het voertuig, wist hij zeker dat de dood hem niet langer beangstigde.

Kwakibamu

Carlijn lag doodmoe in bed. Ze had die nacht bijna niet geslapen van de adrenaline, want vanavond zou ze vertrekken naar Ghana om daar vijf maanden vrijwilligerswerk te doen. De hele nacht had ze nagedacht over Kwakibamu, een armoedig dorpje waar mensen nog woonden in hutjes gemaakt van hun eigen poep. Ze zou er een waterput gaan graven, een pareltje op haar cv. Zonder dit soort ongein op dat papiertje kon je het wel vergeten op de Zuidas. Over een half uur moest ze toch echt uit bed; ze zou vanmiddag haar dispuutsgenootjes voor de laatste keer zien op de sociëteit. Ze stelde het opstaan nog even uit en scrolde vanuit bed wat door haar Facebook-timeline. "Mijn kleine word vandaag alweer vier!", las Carlijn. Het was de statusupdate van tienermoeder Joanna, die ze kende van de basisschool. "WordT", reageerde Carlijn op Joanna's status, zodat iedereen kon zien dat zij wel rechten was gaan studeren. Ze sleepte zichzelf naar de douche, kleedde zich aan en sprong op haar fiets richting de sociëteit. Helaas voor Carlijn was ze amper de hoek om, toen ze werd klemgereden door een auto met geblindeerde ramen. Twee mannen trokken haar van haar fiets en gooiden haar met grof geweld in de kofferbak. Omstanders keken toe, maar deden niks. Sommigen staken een sigaretje op. Daarna werd alles zwart. Pas vier uur later werd Carlijn vastgebonden wakker in een slecht verlichte sekskelder in de buurt van Antwerpen.

Eindelijk diepgang

Onderzoekers zeggen dat als je dood bent, je het laatste wat je hebt gehoord tot in de eeuwigheid zult blijven horen. Richard las dit in een artikel over de dood, dat hij geïnteresseerd aan het lezen was, tot hij hierbij gestoord werd. Ella, de collega tegenover hem, wier blije hoofd meestal achter zijn grote computerscherm verborgen zat, was weer eens aan het gillen van blijdschap. Ze had vast weer zo'n kattengifje doorgestuurd gekregen. Richard probeerde zijn woede te temperen. Hij haatte die domme gil van haar. "Kattengifjes. Het lijkt verdorie wel alsof diepgang een misdaad is tegenwoordig," siste hij door zijn tanden heen. Gefrustreerd tikte hij de 'n' in zijn browser, en zijn favoriete url floepte automatisch in beeld: nrc.nl. Gretig klikte hij het bovenste artikel aan. Ah, mooi: wereldproblematiek, dacht hij. Eindelijk diepgang! Hij voelde zich al iets beter. Richard las een hartverscheurend verhaal over een tienjarig meisje in Bangladesh dat in dienst van een corrupte modeketen een bontjas moest maken van haar puppy en de puppy's van haar vriendinnen. Na het lezen was Richard ontroerd, maar ook een beetje opgewonden, door het gevoel dat hij iets beter was dan anderen door dit te hebben gelezen. Hij begon een reactie te tikken om zijn waardering voor de journalist te tonen. "Dit verhaal heeft mij geraakt. Laten we ons inzetten om kleine Ranya en al haar lotgenoten te helpen, in plaats van ons bezig te houden met trivialiteiten zoals – ik noem maar wat – kattengifjes. Overigens is 'modeindustrie' met een streepje tussen de e en de i." Toen Richard op 'Plaats reactie' klikte, bleek dat de processor in zijn computer de tegenstrijdigheid van zijn statements niet kon verwerken. Met een harde knal explodeerde het apparaat. Scherven van zijn monitor schoten zijn wangen in, een stuk hard plastic boorde zich een weg door zijn oogkas en een bal van vuur barstte los uit het apparaat, maakte een rondje langs de muren van het kantoor en verplaatste zich vervolgens weer richting Richard, om een gat in zijn borst te branden, recht door zijn hart heen. Zijn collega Ella had gegild van schrik, en die gil is het laatste wat Richard hoorde.

Tijd voor een feestje

De woonkamer van Sarah zat stampvol mensen. Naast haar drie zoons en haar man waren er ook buren, kennissen en de vrienden die ze had gemaakt tijdens de zeven jaar dat ze in Nederland woonde. Op de tafels stonden door haar zelf gemaakte traditionele gerechten uit Libië, het land waar ze lang geleden uit was weggevlucht. In een gammele roeiboot was het gezin de Middellandse Zee overgestoken, met niet meer dan wat kleingeld en naar urine geurende kleding vol met gaten. Zelfs de zwerfhonden op het strand renden weg toen het gezin de Italiaanse kust bereikte. Via slopende procedures waren ze uiteindelijk in Nederland terecht gekomen. Maar dat was lang geleden, nu was het tijd voor een feestje. Vandaag had het hele gezin namelijk een verblijfsvergunning gekregen. Het leven van de familie Sellal kon eindelijk beginnen. Sarah stond in de keuken in een pan soep te roeren toen ze door Karin, de moeder van een klasgenoot van Sarahs jongste zoon Hakim, gevraagd werd om even mee naar de woonkamer te komen. Daar aangekomen zag Sarah een gigantisch cadeau staan. "Pak maar uit," riep Karin. "Dit is namens alle vriendjes van Hakim. En een beetje van en de ouders natuurlijk." Sarah scheurde het papier eraf. Eronder zat een gloednieuwe tuinset. Een betere nieuwe start kon ze zich niet wensen. Ze kon wel huilen van geluk. Door haar opwellende tranen heen stamelde ze: "Ik.. ik weet niet wat ik moet zeggen. De cadeau is prachtig! Ik zou willen dat ik jullie allemaal iets terug kon geven." "HET cadeau!" klonk het vanuit een hoek van de woonkamer. Het was buurman Harry. Iedereen draaide zich om en keek hem glazig aan. Een moment later was de hele woonkamer gevuld met luid applaus voor Harry, die de moed had gehad om de aandacht op zichzelf te vestigen en Sarahs geluksmoment te onderbreken met totaal irrelevante grammaticale kennis. Sarah en haar familie deden er niet meer toe, Harry was de held van vanavond. Grapje! Harry kreeg geen applaus. Iedereen haatte hem en 's avonds gleed hij in de badkamer uit over het sperma wat hij een minuut daarvoor zelf onder de douche had geproduceerd. Hij klapte met zijn hoofd op de wastafel en was op slag dood. Het aantal mensen op zijn begrafenis was nul.