FYI.

This story is over 5 years old.

Een Misdadig Nummer

De lachende derde

Zakendoen met ‘s werelds voornaamste verkoper van niet-bestaande olie.

Illustraties door Penelope Gazin

Arturo Díaz jr. had een koper nodig. Hij had duizend hectare land langs de kust van Puerto Rico in ontwikkeling gebracht om er luxe appartementen neer te zetten. Het land was van zijn familie en het project zou Coco Beach gaan heten. Helaas was de vastgoedbubbel net gebarsten en zaten de banken achter hem aan. Hij was 91 en had er al een succesvolle vastgoedcarrière opzitten, dus wilde hij zijn aandeel van 200 miljoen dollar graag kwijt. Toen zijn goede vriend Miguel Lausell hem vertelde dat hij met een miljardair werkte die geïnteresseerd leek in het overkopen van zijn deel, was hij dan ook erg opgelucht.

Advertentie

Miguel Lausell was een oude bekende met een goede reputatie: hij had rechten gestudeerd aan Harvard, was directeur van een telecombedrijf geweest en geldschieter voor de Democraten in de Verenigde Staten. Hij werkte toen voor de oliestartup Madasi Oil, wat het veel grotere Arubaanse oliebedrijf Arevenca vertegenwoordigde. Lausell vertelde Díaz dat de directeur van Arevenca, de miljardair Fransisco Javier González Álvarez, het vastgoedproject zou willen kopen.

Hoewel Díaz vooral de vastgoeddeal wilde afronden, deed Lausell hem een bijkomend voorstel. Díaz was de directeur van Betteroads Asphalt – een wegenbouwbedrijf. Lausell bood Betteroads 100.000 vaten asfalt van Arevenca aan. Normaal gesproken zo’n 100 dollar per vat, maar Lausell bood ze aan voor 88 dollar. De details van de vastgoeddeal werden dus uitgewerkt, en tegelijkertijd had Díaz na onderhandeling afgesproken om 7,8 miljoen dollar voor een olietanker vol teer uit Trinidad te betalen. Díaz wilde graag de vastgoeddeal laten slagen, dus negeerde hij de rinkelende alarmbellen die rond de asfaltdeal klonken. Bijvoorbeeld het feit dat het geld in contanten moest worden overgemaakt naar een Zwitserse rekening, en het feit dat Arevenca geen bekende naam was. Díaz kon zich niet voorstellen dat Lausell hem aan verkeerde mensen had voorgesteld.

In juli had Díaz’ bedrijf Betteroads de eerste aanbetaling van 2 miljoen dollar overgemaakt, in augustus het resterende bedrag van 5,8 miljoen. De olietanker met teer kwam nooit aan. In september had Díaz door dat het niet klopte. Betteroads stapte naar de rechter, maar er werd niemand gearresteerd. Na een jaar getouwtrek klaagde Betteroads Madasi Oil en Arevenca aan in Puerto Rico. Desondanks heeft de familie Díaz nog geen cent teruggezien en waarschijnlijk gaat dat ook niet meer gebeuren.

Advertentie

Arevenca bleek een verfi jnde versie van wat sommige handelaren een ‘joker broker’ noemen. Overal op internet worden bijvoorbeeld enorme partijen vliegtuigbrandstof of Russische diesel aangeboden – met korting, zodat het een goede deal lijkt. Elke oplichtingstruc wordt aangeboden voor enkele miljoenen, dus als er eentje succesvol is, dan is dat al gauw de moeite van jaren voorbereiding waard. Voor de fraudeurs kleven er weinig risico’s aan. In het dozijn interviews dat ik had met FBI-medewerkers, witwasexperts, oliehandelaren en topmensen uit het bedrijfsleven kon niemand één zaak noemen waarbij de Verenigde Staten verkopers van niet-bestaande olieproducten hebben vervolgd. Bijna geen enkel slachtoffer durft ervoor uit te komen, bang om weggezet te worden als loser. Er zijn genoeg slachtoffers om een fl inke groep joker brokers in stand te houden, waarvan Díaz wel de ongekroonde koning tegenkwam: de oprichter van Arevenca, Fransisco Javier González Álvarez.

Fransisco Javier González Álvarez’ leven is mysterieus, maar dit is wat we weten: hij is op 3 december 1949 geboren op de Canarische Eilanden. Over de 45 jaar die daarop volgden is veel onduidelijk: González weigert interviews te geven en oude bekenden laten weinig los. Hij is op z’n minst één keer getrouwd en heeft op ten minste twee kinderen. Er is vooralsnog niets te vinden dat erop wijst dat hij ooit de grootste verkoper van nietbestaande olie zou worden.

Advertentie

Het spoor van zijn duistere zaken begint in Venezuela in 1994, toen hij 44 was. Hij registreerde er een grindbedrijf genaamd Arenera de Venezuela, CA. Afgekort: Arevenca.

Een van González’ eerste dubieuze projecten was toen hij aan verschillende mensen vertelde dat hij het havencomplex San Fransisco Javier aan de Caribische kust van Venezuela zou gaan bouwen. Documenten van de rechtbank laten zien dat het zou gaan om achthonderd pakhuizen, een vijfsterrenhotel, een winkelcentrum en een landplaats voor helikopters. De bouw zou 1 miljard dollar gaan kosten. Een aannemer was al begonnen met het stuk grond bouwklaar te maken, maar de overheid hield alles tegen wegens het ontbreken van vergunningen. De aannemer procedeert al sinds 2001 om zijn geld te krijgen.

Toen zijn grote dromen werden gedwarsboomd, ging González zich meer bezighouden met kleinschaligere fraude. In 2004 klaagde een Amerikaan hem aan om twee Venezuelaanse ranches terug te krijgen, nadat hij ze aan González had verkocht maarer nooit geld voor had gekregen. Een helikopterpiloot, een renovatieaannemer en een advocaat hebben González allemaal aangeklaagd voor het niet betalen van rekeningen.

En toen, uit het niets, noemde González zijn bedrijf Arevenca een oliebedrijf. In 2006 deed González zich voor als tussenpersoon van het Venezolaanse oliestaatsbedrijf van olie en verkocht hij ladingen diesel aan een Nigeriaans bedrijf.

Advertentie

De meeste legale oliedeals lijken op het kopen van een huis – twee partijen worden het eens over een prijs. De koper stalt het geld tijdelijk bij een onafhankelijke derde partij en checkt de te leveren goederen. Zodra de olie is afgeleverd, wordt het geld overgemaakt naar de verkoper. Als een koper het geld van tevoren contant moet betalen aan een nieuwe leverancier, kun je ervan uitgaan dat er sprake is van fraude.

Precies op het moment dat Díaz dat deed, deden de Nigerianen dat ook. Ze hadden alle reden om González te vertrouwen: ze zouden later claimen dat zelfs de Venezolaanse ambassade hen had aangeraden om met Arevenca zaken te doen. Net zoals bij Díaz kwam de olie nooit aan. De Nigerianen klaagden Arevenca in New York aan voor 600 miljoen dollar, maar tevergeefs. Voor de andere gedaagde, het Venezolaanse staatsbedrijf, werd de zaak verworpen in augustus.

In 2009 ging González naar Ivoorkust en beloofde daar aan de kust de grootste olieraffi naderij ter wereld te bouwen. De slechte naam van Arevenca was toen nog verborgen in justitiële documenten. Nietsvermoedende lokale journalisten deden verslag van het grote nieuws, wereldwijde fi nanciële spreekbuizen Boomberg en Economist Intelligence Unit gingen er met het verhaal vandoor. Nieuwsberichten waarin Arevenca werd afgeschilderd als legitiem bedrijf gaven Arevenca nog meer geloofwaardigheid.

González is nog nooit veroordeeld. Hij wordt wel veelvuldig aangeklaagd, maar het recht heeft moeite tegenwicht te bieden tegen zijn onverschrokken verkooplust.

Advertentie

Zoals onbeduidende emailfraudeurs een koninklijk Nigeriaans fortuin aanbieden, zo verblindt González zijn potentiële slachtoffers met beloftes van rijkdom. Hij jaagt op mensen die iets nodig hebben. Wellicht komt hij zelf betrouwbaar over of misschien zijn de slachtoffers onder de indruk van de politici met wie hij allemaal op de foto staat. Zijn geloofwaardigheid komt met een zweem van exhibitionistische durf: dure auto’s, een strakke website en lovende persberichten.

Suhey Villadiego trapte erin. Toen González in 2009 op Curaçao verscheen, werd zij aangenomen om te werken als onbetaalde assistent. Ze had al ervaring als tussenpersoon en wilde van González’ werkwijze leren: ze zei dat ze daarvoor al oliedeals had gesloten met onderhandse Venezolaanse ruwe olie. Om te groeien had ze krediet nodig, zodat ze ladingen brandstof kon gaan verhandelen – of op ze minst doen alsof.

Terwijl González aan het onderhandelen was om een oude vervuilende olieraffi naderij van de overheid van Curaçao te kopen, kocht hij voor zijn 22-jarige vriendin een horloge van Cartier. Maar, zoals Villadiego mij vorig jaar in een interview vertelde, González kwam alleen met valse beloftes toen de raffi naderij betaald moest worden. Een andere keer probeerde hij via een valse overschrijving 200 miljoen dollar op te nemen bij een bank op Curaçao, maar de manager wilde daar niet aan meewerken.

Viladiego zelf had minder geluk. Ze leende Arevenca 70.000 dollar door haar huis te verkopen, zodat ze daarmee startkapitaal kon krijgen. “Ik gaf hem geld in januari en in maart nog meer,” zei Villadiego. “Ik vroeg het terug in oktober. In november werd ik hysterisch. Dit geld was bedoeld voor mijn kinderen.” Ze zag haar geld nooit meer terug. De politie adviseerde haar om Arevenca aan te klagen, maar ze kan geen advocaat meer betalen.

Advertentie

Marcos da Silva, de oprichter van Madasi Oil, herinnert zich hoe González respectabel overkwam en de indruk wekte van flinke rijkdom. Zo nam González Da Silva en zijn partner Lausell de eerste keer gelijk mee met zijn privévliegtuig naar het kantoor van Arevenca op Aruba.

Dat kantoor was op de tweede verdiepingvan een van de meest in het oog springende gebouwen op de boulevard van Oranjestad. Het logo van het bedrijf stond fi er op de wapperende vlaggen en de zalmkleurige façade. Het aangezicht gaf Lausell en Da Silva vertrouwen. Ze waren het hoofdkwartier van de koning der joker brokers binnengewandeld, op foto’s staan ze te lachen alsof ze de jackpot hebben gewonnen.

“Hij is een playboy,” vertelde Da Silva me, “altijd gehuld in witte wijdzittende shirts en lichte linnen broeken.”

Op foto’s aan de muur van het kantoor staat González in traditioneel Saudische kledij, of lachend naast president Desi Bouterse.

“Ik geloofde het,” zei Da Silva. “Net als Díaz geloofde ik dat hij producten had. Zoals iedereen dat geloofde.”