Identiteit

Nuchter werken in de bierindustrie

bier

Mijn sportcoach volgt me op Instagram. Vlak voor een les spreekt hij me glimlachend aan: “Anaïs, jij drinkt graag alcohol zeker?” Rood als een kreeft antwoord ik stamelend dat in tegenstelling tot wat het lijkt, mijn neiging om te drinken relatief laag is. Te laat. Vanaf nu ben ik de drinker van de groep. Ik val uit de toon in deze wereld waar gezondheid en een gezond dieet de norm zijn.

Ik kan het hem niet kwalijk nemen, het is waar dat als je mijn account bekijkt, je zou kunnen denken dat ik een stevige drinker ben. Lange tijd plaatste ik er fanatiek mijn proeverijen en net als de beauty-TikTokkers met hun make-up hauls, konden mijn volgers mijn online bestellingen van de nieuwste ambachtelijke pareltjes en mijn buit van festivals bewonderen.

Videos by VICE

Zes jaar geleden begon mijn passie voor bier, en in 2022 verliet ik de angst van een flexibele job bij een lokale redactie voor de wonderlijke wereld van ‘beer writing’ (en andere taken in brouwerijen). Als ik vermeld in welk milieu ik werk, is de reactie van mijn gesprekspartners altijd hetzelfde: “Maar dat is fantastisch, je hebt oneindig veel bier!”

Dat klopt. Werken in bier betekent vaak onbeperkt en bijna gratis toegang hebben tot het product. Als je van ‘s morgens tot ‘s avonds dronken wilt worden, is er zelden iemand die je dat zal beletten.

Ik voel me een beetje dom dat ik er niet eerder aan heb gedacht: werken in bier = bier drinken. Logisch. Ik heb echter altijd een relatie met alcohol gehad gebaseerd op matiging. Ik weet zelfs niet hoe het voelt om een kater te hebben. Hoewel mijn voorraadkast vol staat met flessen die klaar zijn om geconsumeerd te worden, blijven ze even lang staan als mijn stapel ongelezen boeken.

Sinds ik actief ben in de bierindustrie, overkomt het me te vaak dat ik een glas voor me heb dat ik niet wil drinken. Niet vandaag; niet op dit moment; niet in deze hoeveelheid. Ik dacht dat dit van me werd verwacht om mijn kennis te bewijzen en in het gareel te lopen – voor velen blijft dit nog steeds een ongeschreven regel.

Een vrouw zijn te midden van voornamelijk mannen heeft niet geholpen om dit opkomende gevoel van iets te moeten bewijzen de kop in te drukken (volgens de cijfers van 2021 van de bierkenner Emmanuel Gillard, vertegenwoordigen vrouwen slechts 13% van het personeelsbestand van Franse brouwerijen). Weinig alcohol drinken of eerder lichte en fruitige bieren drinken (ook wel ‘meisjesbieren’ genoemd) kan opgevat worden als het bevestigen van seksistische stereotypen over vrouwen en bier, onze onwetendheid en ons lage enthousiasme voor het product. We kunnen ook “drinken als een vent”, maar niet te veel, om de mannelijke ego’s niet te kwetsen en onze vrouwelijkheid niet te verliezen.

Voor mij en veel andere vrouwen in de branche is weinig drinken ook een kwestie van veiligheid, om de controle te behouden in situaties waar alcohol overvloedig vloeit en lastiggevallen worden door een dronken kerel vaak voorkomt. Een studie uit 2019 laat zelfs zien dat vrouwen die bier drinken als seksueel vrijer worden beschouwd. Laat die informatie maar even bezinken.

Als ik verslavingsdeskundige en sociaal consulent Stéphanie Ladel vertel over de alomtegenwoordigheid van alcoholgebruik in het beroep, reageert ze verrast: “Heeft de bierindustrie geen arbeidscode zoals andere branches?” In 2021 schatten bedrijfsartsen dat 15% van de werknemers problemen heeft met alcohol. Hoewel er geen specifieke studie is voor de biersector, kan je je gemakkelijk voorstellen dat het percentage hoger ligt gezien de dagelijkse mogelijkheden om een flesje te openen.

Op bezoek gaan bij een wijnhandelaar die je om twee uur in de namiddag een pint aanbiedt (omdat het altijd ergens tijd is voor een aperitiefje). ‘s Ochtends vroeg bier afleveren bij een klant en in plaats van koffie een pint achterover slaan. Deelnemen aan een reeks conferenties met open bar, zelfs al is het pas ontbijt.

Is dit normaal en noodzakelijk gedrag voor het uitoefenen van het beroep? Vereist schrijven over bier dat je een aanzienlijke hoeveelheid alcohol moet drinken om erkend te worden in je werk als bierschrijver? En hoe zit het met brouwers, sommeliers, en wijnhandelaren?

“Niet alle tabaksverkopers roken”, zegt Sébastien Rosset, medeoprichter van de O’Clock-brouwerij in Yvelines, en al twee jaar nuchter. “Ik heb altijd al een probleem gehad met alcohol sinds mijn studententijd, maar toen ik de brouwerij opende, verdwenen de grenzen. Het is je dagelijkse leven, je wordt er de hele tijd mee geconfronteerd, natuurlijk wordt het normaal. Ik kon mezelf geen regels opleggen.”

“Als je een brouwerij bezoekt, is het niet vreemd dat je om 9 uur een biertje aangeboden krijgt en dat het niemand choqueert”, legt Benoît Barnabé uit, die al vijf jaar brouwerijen en festivals bezoekt voor zijn podcast ‘Bière et Moustache’.

Lucie Mary, mede-oprichter van brouwerij Sauvage bij Rennes, legt uit dat haar consequent een biertje wordt aangeboden tijdens leveringen: “De laatste keer was het 10 uur ‘s ochtends, dus vroeg ik om een koffie en kreeg ik te horen dat ik toch wel wat meer moeite had kunnen doen en het biertje had kunnen accepteren.” Het maakt niet uit of ze daarna weer achter het stuur moet of niet.

Drinken met klanten, of ze nu professionals zijn of niet, is de basis van het beroep voor iedereen die met het product te maken heeft; het weigeren, zelfs als dat al wordt geaccepteerd, wordt nog steeds slecht ontvangen.

“Mij is vaak verteld dat ik geen echte brouwer ben, omdat ik slechts één of twee glazen lichte bieren drink terwijl collega’s tien of meer pinten achterover slaan tijdens een professionele avond”, vertelt Harold Kziazyk, brouwer bij de 3 Brasseurs in Rennes. “Dat laat me soms twijfelen aan mijn legitimiteit, maar in ieder geval heb ik de volgende dag wel een heldere geest.”

Bierkenner en medeoprichter van de Adventice-brouwerij in Douai, Agathe Leroy, brengt ook tijd door achter de bar, waar klanten haar voortdurend drankjes aanbieden. “Ik zeg nee, maar dat wordt als onbeleefd gezien. Sommige klanten hebben opgemerkt dat dat helemaal niet gebruikelijk is.”

In dit als feestelijk beschouwde beroep is er een imago dat moet worden behouden. “Mensen willen dat je plezier met hen hebt, en dat gaat gepaard met drinken”, benadrukt de bierkenner.

Dat gevoel wordt versterkt tijdens TTO’s (‘tap takeovers’, een avond waar slechts één brouwerij wordt aangeboden op het menu van de bar) waar klanten hun favoriete brouwers willen ontmoeten en hopen dat hun bezoek de moeite waard zal zijn: “Ze vragen je om de sfeer te creëren en de animatie op gang te brengen. Je krijgt shots aangeboden, je sluit de bar af met het team, er zijn veel uitnodigingen om mee te drinken tijdens de avond en het lijkt ondenkbaar om ze te weigeren”, legt Lucie Mary uit.

Maar het is op bierfestivals dat de grens tussen werk en vrije tijd het vaagst wordt voor de teams. Het is te zeggen dat het bier daar bijna gratis is. Een polsbandje of badge dragen betekent een drankje aangeboden krijgen bij elke stand als je dat wilt. Een hoogtepunt voor brouwers (direct in contact komen met klanten, bekendheid verwerven in een steeds competitievere branche, contact leggen met lokale distributeurs en wijnhandelaren), bieden festivals de gelegenheid om vrienden van andere uitgenodigde brouwerijen te ontmoeten.

“Er is een aspect van ontspannen dat begrijpelijk is. Het zijn de enige momenten waarop de brouwerijen elkaar echt ontmoeten. Er is opwinding, blijdschap om elkaar weer te zien”, benadrukt Benoît Barnabé. “Maar tijdens de drukke festivalperiodes zijn er bijna elk weekend wel festivals. Dan kan het een excuus worden om de grenzen te overschrijden.”

Hoewel ze houdt van de opwinding van festivals, verkiest Lucie Mary om zich terug te trekken zodra de dag voorbij is in plaats van afterparty’s bij te wonen: “Voor velen in de branche wordt alcohol geconsumeerd alsof je met vrienden bent, hoewel we toch komen werken en onze brouwerij vertegenwoordigen.”

Voor Sébastien Rosset is bier een echte baan geworden sinds hij is gestopt met drinken. “Ik ging naar festivals om te feesten en ik was meer dronken dan de mensen die deelnamen, ik had black-outs”, geeft hij toe. “Mijn eerste festival zonder alcohol was een uitdaging, ook al vind ik het nog steeds moeilijk om de feestelijke kant los te laten. Ik ben trots dat ik ben gestopt en ‘s ochtends wakker kan worden en fris en klaar zijn om de weg op te gaan en herenigd te worden met mijn vrouw en dochters.”

De normalisatie van overmatig drinken wordt bevestigd door het sterk aanwezige idee in de bierwereld dat je je niet dronken moet zuipen met goedkope dorstlessende bieren (vaak denigrerend ‘zwerversbieren’ genoemd), maar dat je moet genieten. En genieten betekent niet dronken worden. Het is eleganter, snap je.

Hier vind je geen flauwe drank die de industriëlen op grote schaal aanbieden, maar een kwalitatieve, gehopte drank met grondstoffen van de beste mouterijen in Europa en de meest begeerde hopvelden in Idaho. Met ambachtelijke bieren wordt een volledig spectrum aan tot dan toe onbekende smaken aangeboden aan onze geïndustrialiseerde smaakpapillen. Hoe kun je daar nu aan weerstaan?

Bovendien, in tegenstelling tot wijn, is het niet de bedoeling dat bier wordt uitgespuugd. De schuld ligt bij onze goed geplaatste bitterheidsreceptoren achter in onze keel (je kunt zoeken naar een spuugbakje, maar die bestaat niet). Bier uitspugen, dat verstoort de retro-olfactie, verpest de proeverij en maakt je verschrikkelijk belachelijk!

De ontkenning van alcoholisme in de branche heeft deels te maken met de opwaardering van het product. Auteur Nora Bouazzouni definieert het concept van premiumisering in haar essay ‘Mangez les riches’ (Eet de Rijken, Nouriturfu Editions) als “een herintroductie van schaarste door de verburgerlijking van toegankelijke populaire gerechten”. Ze noemt de €10-burger zonder friet of de ham- en kaassandwich die 8 euro kost. Ik stel voor om daar de ambachtelijke pint van 10 euro aan toe te voegen.

Ze vervolgt: “Opwaarderen betekent het toevoegen van een laag cultuur en intellectualisering (esthetisering) uit een ‘afkeer van het gemakkelijke’ (versta ‘pleziertjes die te direct toegankelijk zijn’), een soort culturele toe-eigening, een sociale rechtvaardiging door de rijken, die gebakken kip willen zonder het schuldgevoel, kebab zonder de armen, hamburgers op witte tafellakens, en van hun bier nippen zonder de oude stamgasten van het café.”

Door de premium ingrediënten, de ambachtelijke productiemethode en de hogere prijs wordt het product beschouwd als van betere kwaliteit, wat onze kijk op risicovol gedrag beïnvloedt.

Geef toe, je zou sneller zeggen van een man die elke avond na zijn shift in de fabriek twee Picon-Bieren achterover slaat dat hij een zatlap is, dan van de man die de Europese wijk verlaat voor een trendy bar in de hoofdstad, waar hij drie 10% Double IPA’s achterover slaat tijdens zijn dagelijkse afterwork.

Agathe Leroy geeft me gelijk en spreekt zelfs van een “sterk mondain alcoholisme in ambachtelijk bier, waar gasten zich bezatten met Cantillon en als cool worden gezien omdat het product premium is.”

“De ethanolmolecule is overal hetzelfde, het is hetzelfde in het goedkoopste bier als in hoogwaardig bier met verschillende smaakkwaliteiten. Onze analyse van de chemie ontaardt in zelfperceptie en productperceptie”, merkt Stéphanie Ladel ironisch op.

De ene wordt bekritiseerd door de maatschappij terwijl de andere likes verzamelt op sociale netwerken. In de toegewijde ‘beer geek’ gemeenschap organiseren mensen zich in Facebook-groepen, fora en Instagram-accounts om hun proeverijen te bespreken. Op Untappd, de onmisbare app om genuttigde bieren te noteren, voeren ze koortsachtig hun check-ins in, verzamelen badges en erkenning binnen de gemeenschap. Leden met het hoogste aantal check-ins krijgen daardoor een aanzienlijke legitimiteit.

Mijn eerste stappen in de ambachtelijke wereld werden op deze manier gezet, zoals het geval is voor veel andere professionals vandaag de dag. Om te integreren en te laten zien dat je weet waar je het over hebt, moet je posten wat je drinkt, je bieren checken en het delen. Terwijl ik aan mijn naasten uitleg dat ik ver verwijderd ben van de tien drankjes per week (de limiet volgens de aanbevelingen van de Franse dienst Volksgezondheid), presenteer ik online een ander beeld.

Benoît Barnabé geeft toe (en ik kan het ook toegeven) dat hij zijn consumptie verschillende keren door sociale media heeft laten dicteren: “Als het drie of vier dagen geleden is dat ik geen bier heb gedronken, betekent dat dat ik niet heb gepost op mijn Instagram-account. Dan moet ik content maken, en open ik er eentje.” 

Enkele minuten scrollen en de verleiding kan groot zijn, vooral met de dagelijkse releases van nieuwe bieren. Trendy brouwerijen werken vaak met het principe van tijdelijke bieren, soms in beperkte hoeveelheden (die je niet mag missen).

“We laten altijd zien dat bier cool en leuk is, maar zwijgen over de katers van de volgende dag”, grapt de podcaster. “Je hoeft niet lang te scrollen om degenen te identificeren die overmatig drinken, en dat zijn er veel.”

Na deel te hebben uitgemaakt van de dynamiek van sociale netwerken en groepen van goed geïnformeerde consumenten, heeft Agathe Leroy afstand genomen van de geekgemeenschap, een beslissing die soms haar zelfvertrouwen beïnvloedt. “Ik ben niet op de hoogte van de laatste trends en voel me daardoor dom en minder geloofwaardig. Ik heb me al onbekwaam gevoeld naast iemand die de namen kende van de nieuwste experimentele hopsoorten en op de hoogte was van de recentste releases van de opkomende brouwerijen”, klinkt het.

Met 49.000 sterfgevallen per jaar in Frankrijk als gevolg van alcoholisme, worstelen professionals in de sector met serieuze morele vraagstukken. “Ik pieker veel over mijn verantwoordelijkheid,” geeft de bierkenner toe. “Ik werk in een branche waarin ik mensen min of meer aanmoedig om alcohol te drinken, ik verkoop het potentieel aan mensen die ziek zijn, en ik heb al getwijfeld of ik hiermee door wil gaan, ondanks dat ik van mijn werk hou.”

Op haar eigen niveau integreert ze nu preventie tegen alcoholisme in de trainingen die ze geeft. In de sector nemen initiatieven toe via vakbonden en verenigingen, met trainingen en bewustmakingsdagen over alcoholafhankelijkheid.

In hun podcast ‘Brasseurs’ wijden de medeoprichters van brouwerij Tipsy een aflevering aan dit onderwerp. Ze praten over hun eigen praktijken en geven advies, zoals het noteren van de gedronken bieren gedurende een week, het instellen van tijden om te proeven, alcoholvrije dagen, en vooral het vermijden van de brouwerij als een plek om te consumeren, om het te heroriënteren naar zijn oorspronkelijke functie: een werkplek.

Werken in de bierindustrie zonder ook maar een druppel te drinken, is dat een haalbaar alternatief? Voor Sébastien Rosset voorkomt het niet proeven van zijn bieren niet dat hij ze kan verkopen, maar hij erkent dat hij zijn activiteit niet alleen had kunnen voortzetten: “Ik kan erover praten omdat anderen voor mij proeven. Ik ken de recepten, ik ken de hopsoorten. Ik vertrouw sterk op mijn neus, ik heb het plezier van geur herontdekt en bovenal een echte passie voor mijn vak.”

De verslavingsdeskundige vindt dat eerlijkheid naar zijn klanten toe alleen maar voordelen kan opleveren: “Je kunt ervoor kiezen om een andere sfeer te creëren in je brouwerij door te benadrukken dat je product interessant is maar niet helemaal onschuldig. Dat betekent niet dat mensen minder bij je zullen consumeren. Door hen te waarschuwen, creëer je loyaliteit bij de klanten, neem je een houding aan die zich bekommert om hun welzijn en laat je hen keuzes op alle niveaus.”

In mijn geval heb ik mezelf bevrijd van schuldgevoelens en ben ik gestopt met het accepteren van drankjes om iets te bewijzen, aardig te zijn of mezelf legitiem te voelen (schrap wat niet van toepassing is). Bier drinken is prima, maar het is nog beter als ik zelf beslis of ik er zin in heb (of niet).

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.