FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Internet is niet de eindhalte: maak kennis met BrainNet

Welkom in de letterlijk onvoorstelbare wereld van het internet der breinen.

Het internet lijkt al jarenlang het eindstation in mediaconsumptie, informatieverspreiding en communicatie, maar naar mate er steeds meer problemen de kop opsteken is het misschien tijd om verder te denken. Letterlijk. Neem een momentje om jezelf onder te dompelen in de verwarrende wereld van BrainNet, het internet van aaneengesloten hersenen.

Er is sinds een paar jaar al een verschuiving begonnen: genetwerkte computers komen steeds dichterbij het lichaam. Nu nog allemaal redelijk ongemakkelijk en lomp, maar dat zijn overkomelijke problemen. De apparaten worden steeds kleiner, sneller en beter, de interfaces intuïtiever en dankzij het internet kunnen ze meedelen in een bijna eindeloze bron van informatie. Toch zijn het nog altijd dingen die je vast moet houden, opdoen of neerleggen.

Advertentie

Je voelt de volgende stap waarschijnlijk al aankomen. Op een gegeven moment zullen computers deel worden van je lichaam, en dan is het een korte sprong naar dat ze direct aangestuurd worden door de hersenen. Want waarom niet? En als je dan toch bezig bent, waarom zou je dan nog een scherm nodig hebben als je kan 'voelen' wat de computer aan data levert?

Dat is nu nauwelijks voor te stellen, dat je data op de een of andere manier ervaart in je hersenen, als zijnde een droom of hallucinatie of rare schizofrene stem die tegen je praat, maar er zijn al experimenten geweest die de mogelijkheid hiervan aantonen.

Het exoskelet dat de aftrap van het WK gaat verzorgen

De Braziliaanse wetenschapper Miguel Nicolelis is iemand die zich hier al decennia lang mee bezig houdt, en een paar van de meest interessante experimenten ooit heeft uitgevoerd. Daarnaast is hij ook de man die bezig is met het bouwen van een hersengestuurd exoskelet waarmee een verlamd persoon de aftrap van het WK zal verzorgen. Scifi-shit.

Nicolelis specialiseert zich in Brain-Computer Interfaces (BCI's), computers die dus direct in contact staan met de hersenen. Zo implanteerde hij bijvoorbeeld in 2008 een aantal elektroden in de hersenen van een aap, waardoor de aap een lopende robot kon besturen - zonder zijn eigen ledematen te bewegen. Maar dat is nog niet eens het meest bijzondere wat hij voor elkaar heeft gekregen.

In 2011 schreef Nicolelis in Scientific American over zijn visie op de toekomst van BCI's. Hij stelt dat het binnen een paar decennia mogelijk moet zijn om het brein volledig te gebruiken om te interacteren met computers, maar nog interessanter: om direct te communiceren met de hersenen van anderen. Een soort van turbofacebook. Brainbook. Nee, dat klinkt dom. Iemand verzint er vast een naam voor.

Advertentie

Het idee van genetwerkte breinen klinkt misschien als een vergezocht idee van een niet per se originele scifi-schrijver, maar het is dichterbij dan je denkt. Nicolelis voerde in 2013 een baanbrekend - maar niet helemaal oncontroversieel - onderzoek uit waarin hij twee muizenhersenen op elkaar aansloot. De ene muis had voor hij de operatie onderging een taak geleerd, de andere muis niet. Nadat ze aan elkaar waren aangesloten moesten ze beiden de taak uitvoeren, en als het ze niet allebei lukte, kregen ze geen lekker drankje. Het resultaat was redelijk verbluffend.

De rat die de taak nog nooit eerder had uitgevoerd kreeg de signalen door van de andere rat, en in plaats van de gebruikelijke 50% haalde de onervaren rat 60 of 70 procent. Nog opmerkelijker was dat de ratten de taak sneller begonnen uit te voeren, wat volgens Nicolelis aangaf dat ze met hun hersenen samen leerden werken. In feite had hij van twee muizenhersenen een evoluerende, zelflerende computer gemaakt die door gedeelde ervaringen kon rekenen. Doodziek.

Maar we gaan verder. Probeer dit je nu voor te stellen op wereldwijde schaal, met alle mensenhersenen aan elkaar aangesloten, én het internet erbij. Nicolelis:

"Hoe zo'n kolos van een collectief bewustzijn zal voelen of eruit zien, kan noch ik noch wie dan ook in onze huidige tijd zich voorstellen. Het zou, zonder dat we het verwachten, misschien wel de ultieme menselijke perceptie ervaring zijn: ontdekken dat we niet alleen zijn, dat onze meest intieme gedachtes, ervaringen, angsten, passies en verlangens, alles wat ons definieert als mens, gedeeld kan worden door miljarden broeders en zusters."

Advertentie

Dat klinkt tegelijkertijd verschrikkelijk fascinerend en ongelofelijk eng.

Ik bedoel, hoe de fuck moet dat voelen? Dat je iemand anders herinneringen kan ervaren, écht voelen, inclusief alle zintuigen? Of iemand ergens over voelt ervaart? Mijn hoofd gaat er letterlijk van duizelen terwijl ik dit schrijf. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de dingen die niet menselijk zijn.

Hoe ervaar je een app? Of het internet? Voelt het als een ledemaat of een droom of een soort jeuk ofzo? Instant kennis. Maar dan niet kennis die je werkelijk hebt, in de traditionele zin van het woord, maar je hoofd in wordt gestreamd door elektrodes. Het is letterlijk te veel om over na te denken.

Niet dat we dat gaan meemaken, trouwens. En of het überhaupt gaat gebeuren is ook nog een vraag. Gezien alles wat er misgaat met het internet qua privacybescherming, spionage, commercialisatie en noem maar op, lijkt het me niet bepaald verstandig om mijn elke gedachte aan te sluiten op een netwerk.

Maar aan de andere kant, misschien is het idee wat we hebben over privacy wel achterhaald. Misschien is de volgende stap wel dat iedereen alles van elkaar weet. Geen geheimen. Er zijn al genoeg mensen die voor dit soort radicale openheid pleiten, en dat zullen er in de toekomst waarschijnlijk meer zijn, gezien de hoeveelheid informatie die iedereen zomaar de openbaarheid in slingert.

Hoe dan ook en wat er ook mee zal gebeuren, is BrainNet een behoorlijk intrigerend idee. Het zou alles veranderen. En er waarschijnlijk voor zorgen dat de kleinkinderen van onze kleinkinderen ons in hun gedeelde herinneringen uitlachen om onze elektronische dozen die we gebruikten om kennis te vinden. Dat we 'video's' keken in plaats ervaringen en dat er zoiets als 'foto's' bestonden. En dat we ons toen nog druk maakten om iets onvoorstelbaars wat 'privacy' heette. Haha.