Zo smaakt de grootste landkrab ter wereld
Photos by the author.

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Zo smaakt de grootste landkrab ter wereld

Op Atafu, een atol midden in de blauwe wateren van de Stille Oceaan, mocht ik een enorme kokosnootkrab opeten.

"We zaten op het strand en aten verse vis. We kregen het hart en de lever, waar onze lippen van onder het bloed kwamen te zitten." – Atafu, February 20, 2007

Vanuit mijn ooghoek zag ik iets bruins in een flits voorbij rennen. Het was een kind van vijf of zes jaar. Zijn huid zag er uit alsof het gesmolten was, van zijn lichaam zou glijden en zijn botten en spieren bloot zou leggen. Hij rende en rende, alsof hij maar één moment had om alle energie die hij in zijn leven zou krijgen op te maken. Daarna lachte hij. Een reeks hoge giecheltjes, plezier dat vanuit het niets leek te komen.

Advertentie

Hij was het laatste wat ik zag voor ik op de schrootbak stapte die Tokelau 223 heette. Het schip voer me naar Atafu, een atol zo ver in de blauwe Stille Oceaan dat ik me nu al verloren voelde. Atafu is een van de drie atollen die samen deel zijn van Tokelau. Ik had me een levendig beeld gevormd van Tokelau, aan de hand van een artikel in de New Yorker over de poging van het atol om een onafhankelijk land te worden. Nu is het nog een protectoraat van Nieuw-Zeeland. De koraaleilanden zijn niet meer dan piepkleine stipjes zand in de enorme oceaan, met een paar palmbomen erop. Zodra ze onafhankelijk zijn, willen ze de rechten van hun wateren verkopen, waarin veel tonijn zwemt. Ian Parker, de schrijver van het artikel, beschrijft hoe jongeren van Tokelau - uit frustratie, depressie of tot waanzin gedreven door een begrensd eilandleven - in bootjes de zee op varen. Waar ze sterven, nadat hun vlees door de zon van hun lijf brandde.

coconutcrab2

Tilau Ellis Kirifi na een duik van een stuk koraal in de lagune van Atafu. Hij leerde me uren lang verschillende manieren van duiken. Sommige van mijn beste herinneringen zijn de eindeloze middagen met alle kinderen het koraal op klimmen en er af te springen. Foto's van de auteur. Bewoners van Atafu vissen samen, en delen alle voedsel in een traditioneel systeem, genaamd inati. Ze boden me deze twee vissen aan op een van mijn eerste dagen op het eiland.

Op de boot kwam een enorme Samoaanse man met grote armen en meerdere geometrische tattoo's naast me zitten. Ik bekeek hem behoedzaam aan, en vroeg me af of hij mijn plek wilde afpakken.

De kapitein bracht het begin van de 36-urige reis door op het onderste dek. Daar had hij een zwaardvis aan de hengel. De vislijn was zo lang dat ik niet wist hoe ver de vis in het water lag. Ik keek in de verte, en zag de golven eindeloos rollen. Ze vraten de lijn op, en zorgden voor wat comfort voor de vechtende zwaardvis. Op een gegeven moment hielden drie matrozen de hengel vast, hun gezichten vertrokken van de concentratie. De kapitein hield ook stevig vast en met gespannen ogen tuurde hij in de verre wateren. Zou de zee de kapitein overwinnen, of de kapitein de vis?

Advertentie

De vis werd moe, en meerdere mannen sleepten hem door de golven naar de boot. De regenboogkleurige huid van de zwaardvis glinsterde in het water. Elke zilverachtige schub brandde zich op mijn netvlies. Ik wilde dat hij zou ontsnappen. Een moment later staken de mannen de spartelende vis met een haak en trokken hem aan boord. Hij vocht nog vurig, en sloeg zijn bijna twee meter lange lichaam tegen het dek. Hij hoopte zichzelf zo weer de zee in te worstelen. Zijn woestenij werd beantwoord met een paar scherpe slagen naar zijn hoofd, maar de vis leek net alsof het van vloeibaar zilver was vol in beweging. Ik nam al het geweld in me op. Drie mannen sloegen hem op zijn hoofd, en er stroomde bloed uit zijn kieuwen. Hij lag stil. Opeens spartelde de vis weer, maar binnen een seconde hield hij op. Het was een stuiptrekking. De vis was dood. De mannen begonnen het dek schoon te spoelen.

Ze maakten de vis schoon: de buik werd opengesneden en ze trokken de ingewanden eruit. In de maag van de zwaardvis vonden ze nog een complete vis. Van het vlees maakten ze filets. De kapitein gaf mij het hoofd van de zwaardvis. Hij lachtte toen hij zei: "Je kunt dit thuis aan de muur hangen." Ik nam de natte, bebloede kop in mijn handen. Alles waar ik aan kon denken was hoe zwaardvis glinsterde als een metalen regenboog, vlak voor zijn dood.

Bijna twee dagen later stapte ik op het atol Atafu: spierwit zand, omringd door prachtig azuurblauw water en een thuis voor zo'n driehonderd mensen. Ik kon in dertig minuten van het ene punt naar de andere lopen. Ik zou er zes weken blijven.

Advertentie

Vae was klein, nog geen 1 meter 50. Ze had een rond, oma-achtig gezicht, priemende ogen en wit haar in een strenge knot op haar hoofd. Het tweemaandelijks-varende schip dat me naar het eiland bracht, lag vol spullen voor de 300 bewoners van Atafu. Vae en haar man Feleti – bij wie ik logeerde – aten cornflakes, toast met boter, hotdogs en bacon als ontbijt.

"Ga zitten," zei ze. "Je kunt ons later voor het ontbijt betalen." Haar dwingende stem had een gemeen randje waarvan mijn huid ging jeuken, en mijn hersenen op de autopiloot ging. "Toen ik jong was, aten we een kokosnoot als we opstonden. Mannen en vrouwen waren mager en sterk," zei Vae terwijl ze de ontbijttafel met een kritisch oog bekeek. "Nu zijn we dik, want we eten dit soort rotzooi." Terwijl ze dit zei, zag ik hoe ze een hotdog oppakte en hem in haar mond stopte. En toch was haar opmerking absoluut niet hypocriet. Vae zag de paradox, en wist dat ze er zelf onderdeel van was. In de scherpe kritiek lag ook kritiek op zichzelf. "Mannen waren sterk en gespierd van het roeien, maar nu zijn ze lui," zei Vae met volle mond.

Op een dag zag ik Stan, Vae's kleinzoon, met zijn kleine bruine hand diep in het ondergrondse hol van een kokosnootkrab reiken. Hij trok er een beest uit van bijna tien procent van zijn eigen lichaamsgewicht. Het had een gevlekt kobaltblauw, oranje schild. "Je moet hem vlak achter zijn kop pakken, anders kun je je vingers verliezen," zei hij. "Hun gespierde klauwen zijn sterk genoeg om kokosnoten open te breken, dus ze kunnen ook door botten knijpen." Na een methodische zoektocht vonden we nog drie krabben en verzamelden we gedroogde palmbladeren. We gooiden de bladeren op een stapel, en legden de kronkelende krabben er bovenop. Hij bedekte ze met nog meer bladeren, en stak de bladeren in de brand. Ik moest lachen om de ongelofelijke eenvoud van het gebeuren. Vlammen omvatten al snel de krabben, waardoor hun blauwe schilden felrood begonnen te gloeien.

Advertentie
coconutcrab3

Volgens de Atafu tradities krijgen vrouwen altijd de grootste kokosnootkrabben. Dit was de krab die ik kreeg. Om kokosnootkrab te bereiden, maken eilandbewoners een stapel droge palmbladeren. Ze leggen de krab erop, en steken alles in de fik. In een paar minuten zijn de krabben gaar, en dan worden ze uit het vuur getrokken. Ze worden geserveerd op borden die gemaakt zijn van verse palmbladeren.

Na een paar minuten trok hij de gigantische krabben met een stok uit het vuur. Toen pakte hij een bolvormig aanhangsel op de grootste krab. Het is een buikzak met een dikke, olieachtige vloeistof. Hij zei serieus: "Dit is het beste deel. Dit smaakt naar pindakaas." We gingen met de krabben de zee in om tekenen van dood van hun met as bedekte lichamen te wassen. Stan liet me daarna zien hoe je van verse palmbladeren een bord kunt weven. Hij sloeg met een kokosnoot tegen het schild van de grootste krab. Hij gaf mij die krab. Het zoete vlees stak door stukken gebroken schild naar buiten. Stan zei: "De vrouwen krijgen altijd de grootste krab."

Ik gebruikte twee kokosnoten om de klauwen van de krab open te breken, en at al het boterige vlees. Stan at kokosnootkrab met stukken rauwe kokosnoot, constant glimlachend. We zaten tegenover duizend tinten blauw in de baai. Soms verrieden schaduwen de aanwezigheid van rifhaaien. Ik bekeek de buikzak van mijn krab. Er lagen druppels glimmende olie op, en ik porde erin met mijn vinger. Hij barstte open en er sijpelde een dikke gele substantie uit. Stan pakte de buikzak van zijn krab, en beet erin. Olie vloeide over zijn kin. Ik volgde zijn voorbeeld, en werd beloond met een rijke, zoete, licht nootachtige smaak. Ik keek naar Stan. Zijn gezicht was goud door het licht van de zakkende zon. Het was een ongecompliceerd en zuiver moment, maar de herinnering eraan zou bedorven worden toen ik terugkeerde naar het vasteland en wat research deed naar de kokosnootkrab. Ik kwam erachter dat het niet alleen de grootste landkrab van de wereld is, maar dat het ook nog een beschermde diersoort is.

Ik heb dus een dier gegeten dat met uitsterven bedreigd wordt. Ik woonde op een eiland dat langzaam opgeslokt wordt door de zee. Ik heb mijn dagen gedeeld met een volk dat zijn traditionele dieet van verse vis en kokosnoten omruilt voor cola, bier en verpakt eten.

In mijn zes weken hier, zag ik hoe moeders flesjes cola en Fanta aan baby's voerden. Ik hoorde dat een kind ternauwernood een kerosinebrand overleefde, omdat er geen ziekenhuis op het eiland is. "Er viel een kerosinelamp om, en het huis vloog in de brand. Toen we het kind vonden, lag zijn huid in een plas om hem heen. Er droop vloeistof van zijn botten. Hij had geluk want hij werd naar het ziekenhuis in het westen van Samoa gebracht," zei een visser. En ik heb bijgedragen aan het laten uitsterven van een diersoort. Dat had ik nooit gedacht toen ik dat rennende kind voorbij zag flitsen, terwijl ik wachtte op de Tokelau 223.