Zelfs 'recreationeel' blowen zorgt al voor veranderingen in de hersenen

Zelfs af en toe een jointje roken kan zorgen voor afwijkingen in het nog ontwikkelende brein van jongeren, blijkt uit de resultaten van een studie in opdracht van het National Institutes of Health, NIH. Is dat nou even jammer.

De Northwestern University en Harvard Medical School voerden het onderzoek uit bij jongeren die al lange tijd regelmatig wiet rookten, en bij een controlegroep die dit niet deed. Hoge resolutie MRI-scans van hersenen van 18-25 jarigen die minimaal één keer per week wiet rookten waren duidelijk anders dan de scans van de controlegroep.

Bij de wietrokers was te zien dat ze meer grijze massa hadden in hun linker amygdala, het deel van je hersenen dat verbanden legt tussen informatie van verschillende zintuigen en dit koppelt aan emoties zoals angst en agressie, en een rol speelt bij verslavingen. Ook werden er op de scans veranderingen gezien in de hypothalamus en de schorswinding. En dit deel speelt weer een rol bij het verwerken van onze emoties. Ook kan wiet roken het zenuwstelsel verstoren, aldus de onderzoekers: hoe meer wiet de onderzochte personen rookten, hoe meer hun hersenen afweken van de hersenen van personen die geen wiet rookten.

Naar aanleiding van deze bevindingen hebben de onderzoekers al opgeroepen het legaliseren van wiet terug te draaien. “We moeten heel goed nadenken of we mensen onder de 30 wel moeten toestaan om wiet te gebruiken, tenzij ze terminaal ziek zijn of het nodig hebben tegen de pijn” zegt Hans Breiter, de hoofdonderzoeker.

Eerdere studies naar wiet hebben al vastgesteld dat jongeren die verslaafd waren aan wiet duidelijke afwijkingen hadden in hun hersenen. Maar het is de eerste keer dat er ook duidelijke verschillen te zien zijn tussen jongeren die regelmatig of ‘recreationeel’ wiet roken, en jongeren die niet blowen. De studie laat zien dat er delen van de hersenen veranderd zijn die ook verbonden zijn aan schizofrenie, de ziekte van Parkinson, obsessieve-compulsieve stoornissen en het syndroom van Gilles de la Tourette.

Er zijn ontzettend veel studies gedaan naar de effecten van wiet op onze hersenen, het grote probleem is alleen de definitie van ‘recreationeel’ in al deze studies. Bij deze studie was niemand ‘verslaafd’ aan wiet (dit zijn de woorden van de onderzoekers, niet de mijne), maar de meesten rookten wel erg veel wiet. Gemiddeld rookten deze jongeren 4 dagen in de week wiet, 11 joints in een week en dit al ongeveer 6 jaar, startende op hun 16e.

Dit is de eerste studie waar in naar voren kwam dat recreationele gebruikers ook afwijkingen in hun hersenen hebben. Dit was eerder alleen vastgelegd bij studies met muizen. Maar het is de zoveelste studie die hierover gaat, en eigenlijk is er nog steeds geen duidelijk antwoord op de vraag: is wiet nou goed of slecht? En naast dat, zou iedereen niet zelf moeten mogen beslissen of ze het wel of niet roken? Afgezien van de gevolgen?

Een leuk voorbeeld van deze mooie goed-slecht discussie is een stuk dat de directeur van het NIH, Francis Collins, schreef. Hierin zegt hij dat er wetenschappelijk bewijs is dat wiet vaak goed werkt om angst tegen te gaan. Dus, wiet is goed. Maar dan zegt hij later in datzelfde stuk dat we ons veel meer druk zouden moeten maken om jongeren die regelmatig of veel wiet roken. Dus wiet is slecht? Voorlopig zijn we hier nog niet over uitgepraat, gok ik zomaar.