FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

In Gaza zoeken surfers vrijheid op de golven

We spraken regisseur Philip Gnadt over zijn documentaire Gaza Surf Club, surfende vrouwen en een positief verhaal over Gaza.

Gaza Surf Club is een documentaire over de ontluikende surfbeweging in de Gazastrook, een Palestijns territorium ongeveer 1,5 keer zo groot als Amsterdam, dat in het niemandsland tussen Israël en Egypte ligt. De regio, het oog van de naald van het Arabisch-Israëlisch conflict, is door Noam Chomsky "'s werelds grootste openluchtgevangenis" genoemd. Daar tegenover is surfen een van de meest ultieme uitingen van vrijheid — vraag maar aan the Beach Boys, die in hun muziek surfen gelijkstellen aan vrije liefde en jeugdige energie. Dus wat gebeurt er als deze tegenstellingen met elkaar worden gecombineerd? Dat is wat de Duitse filmmaker Philip Gnadt probeerde te ontdekken door een film te maken over het handjevol surfers in Gaza. Hij bundelde zijn krachten met de Egyptenaar Mickey Yamine, die fungeerde als tolk en co-regisseur. Samen ontmoetten zij de mannen, en zo nu en dan vrouwen, die tot de zogenaamde Gaza Surf Club behoren.

Advertentie

De film volgt drie hoofdrolspelers wiens verhalen in elkaar overlopen door hun liefde voor de golven. Zo is er visser Abu Jayab, die op 42-jarige leeftijd de oude rot van de zee is, en jonge surfers begeleidt. De 23-jarige Ibrahim probeert een visum voor Hawaii te krijgen, waar hij wil leren surfboards te maken. Maar het meest interessante personage is verreweg de 15-jarige Sabah, die haar weg door de genderstereotypen moet banen voordat ze de golven kan bereiken.

Gnadt en ik spraken elkaar kort geleden op het Dubai Film Festival, terwijl we alcoholvrij bier dronken met Yamine in een poenerig hotel. Het was de verjaardag van de profeet Mohammed (rip), dus zelfs de barretjes voor toeristen waren voor een avond drooggelegd. We spraken over de documentaire, vrouwen die surfen, en waarom hij een positief verhaal wilde vertellen over een van de meest onzekere plekken op aarde.

VICE: Kan je me vertellen waarom je deze film wilde maken?
Philip Gnadt: In tegenstelling tot wat mensen misschien denken, lag mijn eerste interesse niet bij het surfen, maar bij de Gazastrook zelf. Een vriend van me, Hossan Wahbeh, komt uit Gaza en studeerde in Duitsland. Door hem raakte ik geïnteresseerd in de regio en het conflict.

Hoe gebeurde dat?
Hij is erg politiek geëngageerd, dus als je al vijf minuutjes met hem doorbrengt praat hij alleen maar over het conflict en de oorlog. Aan de ene kant raakte ik door hem geïnteresseerd in het gebied, het conflict, en de geschiedenis. Aan de andere kant verveelde hij me, omdat hij veel in herhaling viel. Ik was er uiteindelijk klaar mee, maar zag toen een artikel in een Duits sporttijdschrift over surfen in de Gazastrook en dacht: dit is iets anders, dit is iets nieuws. Surfen is een sport die staat voor persoonlijke vrijheid, en Gaza is een van de meest geïsoleerde landen op aarde.

Advertentie

Surfen is een sport die staat voor persoonlijke vrijheid, en Gaza is een van de meest geïsoleerde landen op aarde.

Maar als je spreekt over surfen en vrijheid, denk je vaak eerder aan Californië en the Beach Boys. Het surfen dat jij ontdekt verschilde daar nogal van. Was het de surfbeweging die je verwachtte?
Als je iemand 'surfen' hoort zeggen, heb je bepaalde beelden en verwachtingen in je hoofd — of het nu Californië of Hawaii is. Hetzelfde geldt voor Gaza, maar op een andere manier. Cultureel gezien past surfen niet in de Arabische regio. Toen we de surfers in Gaza benaderden, kwamen we erachter dat het grote verschil tussen surfers in het westen en in Gaza is dat surfen bij ons een vrij individuele sport is. In Gaza surfen ze als een gemeenschap, en ze genieten samen van de golven. Het is echt een groepsding, en zo gaat het niet in Hawaii.

Ze lijken het ook niet te doen omdat het onderdeel is van een 'scene'.
In de film gebruiken we ergens een breed shot van het strand. Wat er zo anders is, is dat je veel huizen aan het strand ziet, en geen enkele vorm van reclame.

Denk je dat de Palestijnen beter in surfen zijn dan de mensen op Hawaii?
We gaan in de film op reis naar Hawaii met Ibrahim. De surfers uit Gaza zijn goed met de golven die ze hebben, maar het probleem is dat ze niet reizen, dus ervaren ze nooit andere golven en andere situaties. In andere landen vinden ze de golven dus moeilijk. Toen Ibrahim naar Hawaii ging, had hij wat problemen met de golven omdat ze anders waren dan hij gewend was. Ik denk dat ze het over het algemeen wel prima doen. Ze hebben geen trainingen, er zijn geen workshops, dus we hadden ook nooit verwacht de beste surfers op aarde te vinden in de Gazastrook.

Advertentie

Hoe is deze surfbeweging ooit begonnen?
In de Arabische cultuur is watersport niet echt een groot ding. Een grappig feitje is dat, hoewel ze vlak naast het strand wonen, het niet in hun cultuur zit om te zwemmen. Ze gaan gewoon niet het water in om daar spelletjes te spelen. Als je je in het water bevindt, is dat omdat je visser bent. De eerste mensen die in Gaza gingen surfen waren vissers, omdat ze konden zwemmen en niet bang waren voor het water — want veel mensen zijn bang voor water. Deze vissers waren eraan gewend te zwemmen en zagen surfers op televisie. Toen hebben ze die gewoonte overgenomen. Natuurlijk hebben we gevraagd wie de eerste surfer was. Iedereen die we spraken zei: "Ik was de eerste surfer." We zijn zeker vijf mensen tegengekomen die claimden de eerste te zijn.

De film heeft twee kanten: een kijk op een heel pure, onaangetaste surfbeweging, en een blik op een samenleving die normaal gesproken wordt bedolven onder de conflicten.

Je wijkt al vrij snel af van de sportieve documentaire en probeert de sociale problemen aan te kaarten. We horen bijvoorbeeld het verhaal van een meisje dat weigert te trouwen, omdat ze niet in de Gazastrook wil blijven wonen.
Het was nooit bedoeld als een surffilm op zich. Het surfen is dus eigenlijk meer een middel om een ander verhaal uit het gebied te vertellen. We probeerden in ieder geval een positief verhaal te vertellen. Maar je moet natuurlijk ergens beginnen. Ik denk dat surfen iets bijzonders is — het is interessant, en je kan je ermee identificeren als kijker — en dan kan je beginnen andere verhalen te vertellen. Deze film heeft twee kanten: een kijk op een heel pure, onaangetaste surfbeweging, en een blik op een samenleving die normaal gesproken wordt bedolven onder de conflicten. De kleinschalige verhalen gaan vaak schuil achter de krantenkoppen.

Eén van de drie verhalen heeft betrekking op de vrouwelijke surfers, en hoe zij alleen konden surfen tot ze de leeftijd bereikten waarop ze moesten trouwen. Hun vader is erg progressief. Hoe heb je hen gevonden?
We hadden een vrouwelijke producer bij ons, die vier weken lang probeerde contact te leggen met een vrouwelijke surfer over wie ons was verteld. Ze moest een vertrouwensband met haar kweken en een brug naar ons bouwen. Het duurde erg lang voor we hen konden overtuigen dat we ze niet alleen maar wilden ontmaskeren en achterlaten. We hadden nooit gepland de vader in de film te gebruiken, maar toen we hem ontmoetten kwamen we erachter dat hij erg grappig was en veel leuke verhalen te vertellen had. In de eerste, grove cut werd hij een grote persoonlijkheid. Hij is erg progressief omdat hij zijn dochters laat surfen, maar aan de andere kant is hij ook nog steeds een erg conservatieve en religieuze man.

Door de film heen schep je het beeld dat mensen in deze surfbeweging eigenlijk erg conservatief zijn. Alle mannen vinden bijvoorbeeld dat meisjes niet meer moeten surfen zodra ze de puberteit bereiken. Was je teleurgesteld dat ze het surfen niet zien als een uiting van vrijheid?
Ik denk dat zij hun eigen manier moeten vinden om met de sport om te gaan, omdat ze zich in zo'n andere situatie op een heel andere plek in de wereld bevinden. Ik vind het leuk dat we, vanuit een Westers perspectief, aannemen dat mensen die deze sport beoefenen niet religieus zijn. Het feit dat ze deze dingen met elkaar kunnen combineren is al verrassend. Als het aankomt op de houding van de jongens tegenover de meisjes: zij steunen hen. Er is een regel: het is prima voor een jong, ongetrouwd meisje om te surfen, zolang je ouders het ook goed vinden. Je kan dus veel doen. Het gaat niet om religie maar conventies in de samenleving. Dus wanneer je getrouwd bent, beslist je echtgenoot. We hoorden wel over vrouwen die surfen, maar zij doen dit op afgelegen plekken. Ze nemen een boot en varen ver van de kust, zodat ze niet gezien kunnen worden vanaf het strand.

Dus ze zijn niet per se rebels. Denk je dat ze zich soms wel zo voelen?
Ze surfen niet om politici dwars te zitten, of iemand anders. Ze doen het omdat ze het leuk vinden en het ze een gevoel van vrijheid geeft. Ik denk dat geen van de surfers zou zeggen dat ze surfen omdat ze iets haten, en ze het doen om hun haat over iets te uiten. De filosofie achter surfen is anders dan de scene die zich ontwikkelde in Californië in de jaren zestig, waar het een afwijzing van de samenleving was, en waar ze gewoon zaten en aten uit de zee, weigerden geld te verdienden, en veel rookten. Het is totaal anders. De filosofie erachter is anders. Eerlijk gezegd weet ik niet hoeveel de surfers in Gaza weten over de geschiedenis van surfen.

Heb je hen wel eens gevraagd wie hun favoriete surfers waren?
Ik kwam erachter dat dat een soort helden voor ze waren. Ze waren weg van Kelly Slater. Als ik zou surfen op een bijzondere plek zou ik proberen wat meer te leren over de geschiedenis ervan, maar ze zijn juist meer bezig met de sterren van dit moment. Dat was iets waar we achter kwamen toen we daar waren. Ik dacht dat de Palestijnen in Gaza meer een underdog als held zouden kiezen, maar nee — ze kozen voor de 'normale' helden. We vroegen hen waarom, en ze zeiden: "Dat is omdat we zelf al een beetje verzwakt zijn, dus we houden ervan sterke helden te zien." Het principe van de underdog werkt dus niet voor hen.