Sinds 2011 is Damascus, de hoofdstad van Syrië, het hart van de burgeroorlog. Maar ondanks de vele gevaren heeft het nachtleven de afgelopen jaren een enorme boost gekregen en gaan er steeds meer jongeren ‘s avonds de stad in.
Gezien het aantal raketaanslagen op onschuldige burgers zou je denken dat Damascus, net zoals het merendeel van de steden in Syrië, er als een spookstad bij ligt. Maar het tegendeel lijkt waar.
Videos by VICE
Voordat de oorlog in Syrië uitbrak stond Damascus vooral bekend om haar cafés, barretjes en clubs. Nu stijgt het aantal uitgaansmogelijkheden weer, zeker in Bab Sharqi – een buurt in het oosten van de stad. Op een heldere avond staat de buurt vol mensen die even niet stil willen staan bij alle gevaren waar ze dagelijks mee te maken hebben.
“Voor ons is het een manier om te kunnen overleven,” legt alumnus van de toneelacademie Fadi uit in een bar in Bab Sharqi. “Ik denk dat mensen zich er onbewust bij neer hebben gelegd dat ze, of iemand van wie ze houden, elk moment vermoord kunnen worden. Zonder dat ze het zich realiseren, leven jongeren hier alsof elke dag hun laatste kan zijn – we proberen gewoon zoveel mogelijk plezier te maken.”
De 24-jarige weet nog goed hoe alles er voor de oorlog in Bab Sharqi uit zag. “Deze buurt was heel rustig met wat barretjes waar een paar mensen naartoe gingen,” zegt hij. “Maar sinds de oorlog is Syrië kleiner geworden. Vroeger gingen we altijd naar de rand van de stad, maar dat kon om een gegeven moment niet meer. Veel bioscopen en theaters gingen dicht. Iedereen gaat nu naar barretjes om vrienden te zien of gewoon een beetje rond te hangen. Daarom zijn ze zo populair. En als je door raketaanvallen tien dagen in je huis opgesloten hebt gezeten wil je je het liefst gewoon ergens gaan bezatten.”
“Tijdens de beginmaanden van de oorlog durfden we niet uit te gaan,” zegt de 28-jarige Bisan. “Je ging alleen naar buiten als er een noodgeval was. Maar de afgelopen jaren zijn we steeds moediger geworden en gaan we naar buurten zoals Bab Sharqi. Ik vind dat geweldig. Het is mooi dat het mogelijk is om weer zulke plekken op te kunnen eisen.”
Er zijn ook mensen in Damascus die het niet oké vinden om in het openbaar te feesten terwijl er een burgeroorlog gaande is. Maar Bisan benadrukt dat het juist gezien moet worden als een manier voor deze groep mensen om ermee om te gaan. “Ik denk dat mensen bang zijn voor het onbekende, maar voor ons hier in Syrië voelt de dood niet meer als iets onbekends. Ik vind het verdrietig om het zo te moeten zeggen, maar we zijn gewend geraakt aan de oorlog. Dankzij plekken zoals Bab Sharqi, wat nu echt de populairste plek is om te feesten, hebben we in een hele korte tijd heel veel mooie, positieve herinneringen gemaakt.”
Ik heb met de 32-jarige Yosuf in La Marionette afgesproken, een bar in Bab Sharqi. Hij ontwierp en investeerde in verschillende barretjes en cafés in Damascus. “Deze buurt heeft een rijke geschiedenis en is van grote commerciële waarde. Tegelijkertijd blijft het voor de meeste mensen betaalbaar,” zegt hij. “Mensen komen hier niet voor een specifieke bar maar juist om de hele buurt te ervaren en de inmiddels bekende sfeer te proeven. We willen een plek waar we ons kunnen uiten en onszelf kunnen zijn. Dat is door de huidige situatie heel lang erg moeilijk geweest.”
Maar hoe gaan managers en eigenaren van clubs, zoals Yosuf zelf, om met de kritiek dat het uitbreiden van het nachtleven onethisch zou zijn terwijl er oorlog woedt? “Ik begrijp wel wat mensen bedoelen, de levensstijl hier is nou eenmaal anders dan in andere delen van de stad,” zegt Yosuf. “Maar het gaat ons niet om het feesten, we proberen een leven op te bouwen. Wij hebben ook vrienden, huizen en banen verloren door de oorlog.”
Marah werkt al drie jaar als dj in Damascus. “Ik begon met een paar vrienden op kleine feestjes te draaien. Terwijl we nu, als de situatie stabiel is, feesten geven waar soms wel driehonderd man komt,” zegt Marah. Ze zegt dat sommige bezoekers gevaarlijk lange tochten afleggen om naar hun optredens te komen.
“We zijn uiteindelijk cultureel gezien even relevant als groepen jongeren in andere delen van de wereld. We proberen hier gewoon een normaal leven te leiden en het beeld dat de wereld van ons heeft, dat we een soort bijproduct van de oorlog zijn, te veranderen. Het zal je verbazen hoeveel financiële en emotionele steun we uit verschillende hoeken krijgen, alleen maar zodat we kunnen blijven optreden. Onze gemeenschap heeft deze plekken nodig om even helemaal los te kunnen gaan, en de negatieve energie van de ene slopende week na de andere van zich af te feesten.”
En, ook al drinkt Maher niet, hecht de 29-jarige veel waarde aan het feit dat het nachtleven in Damascus een toevluchtsoord is geworden voor vrienden en familie. Maar, zoals critici zich afvragen, is het eigenlijk wel ethisch verantwoord om shotjes te atten terwijl er om de haverklap mensen worden vermoord? “Het is niet goed of slecht,” zegt hij. “Het is een persoonlijke keuze die onze vrijheid reflecteert. Ik kom hier graag, vooral als ik al de hele dag naar de bonkende geluiden van de oorlog heb geluisterd. Het is belangrijk voor onze mentale gezondheid om die balans te vinden.”
De 25-jarige Nassouh komt wekelijks in Bab Sharqi. Hij denkt dat het nu al te laat is om dit stukje plezier af te nemen van de lokale bevolking. “Heel veel mensen in Damascus zouden het heel moeilijk vinden om de enige plek waar ze plezier kunnen maken op te geven,” zegt hij. “Je moet niet vergeten dat de oorlog een enorme economische druk op ons heeft gelegd. We moeten hard werken om onszelf in basisbehoeften te voorzien. Het is doodvermoeiend. Daarom kunnen we vaak niet wachten totdat het donderdag is en we weer mogen gaan feesten.”
Voelt Nassouh zich ooit schuldig als hij uitgaat? “Ja, soms, als er schietpartijen in de buurt van Bab Sharqi uitbreken en onze ouders zich zorgen maken of we wel veilig zijn,” zegt hij. “Maar net zoals de rest van de mensen in de stad zullen we heus niet zomaar de oorlog vergeten als we een nacht uitgaan. Er ontbreekt zeker geen gebrek aan respect als we ervoor kiezen om een avond plezier te hebben.”
“Soms hoor ik dat er op plekken waar ik later die avond moet optreden granaten zijn gegooid,” zegt Marah. “Maar ook al weet ik dat er een heleboel mensen dan niet meer naar mijn optreden komen, er zullen er nog altijd een aantal wel op komen dagen. Ik begrijp dat die tegenstrijdigheid heel raar is. Maar ik weet ook dat ik me schuldig zou voelen als ik ergens anders zou wonen en optreden. We moeten een manier vinden om hier te leven.”
Dit artikel verscheen eerder op VICE Arabie