Hoe ga je met het oplichterssyndroom om?

Je bent een bedrieger, en iedereen weet het. De enige reden waarom je deze functie hebt, is omdat je geluk had. Het is overduidelijk dat je collega’s beter in hun werk zijn dan jij. Je werkt zoveel als je kunt om aan de eisen te voldoen, maar je weet dat het simpelweg een kwestie van tijd is voor iedereen inziet dat je er niks van bakt.

Klinkt dit herkenbaar? Zo ja, dan heb je misschien last van het imposter phenomenon, ofwel oplichterssyndroom. Deze term werd in de jaren ’70 voor het eerst gebruikt, maar is de laatste jaren steeds meer onder vuur komen te liggen.

Videos by VICE

Wat is het oplichterssyndroom precies?

Holly Hutchins, universitair hoofddocent human resource development aan de Universiteit van Houston legt uit dat mensen met dit probleem te maken hebben met aanhoudende gedachten en gevoelens van “intellectueel bedrog”. Daarnaast zouden ze niet in staat zijn om hun professionele succes te internaliseren. “Maar voor de meesten van ons betekent het dat we het gevoel hebben alsof we oplichters of nep zijn,” zegt ze.

Hutchins noemt nog een aantal veelvoorkomende eigenschappen van mensen met oplichterssyndroom. Zo schrijven ze hun succes toe aan externe factoren, zoals timing of geluk, terwijl ze zichzelf tegelijkertijd wél de schuld geven van allerlei fouten en tekortkomingen. Daarnaast vermijden ze situaties waarin hun werk wordt beoordeeld. Dit betekent dat ze nooit om een loonverhoging durven vragen of nieuwe verantwoordelijkheden op zich nemen. Dit kan hun carrière behoorlijk in de weg staan, legt Hutchins uit. Doordat ze het idee willen opwekken dat ze harde werkers zijn, werken ze vaak te lang en te veel over. Dat kan er zelfs toe leiden dat ze met een burn-out thuis komen te zitten. Bovendien zullen ze nooit trots op zichzelf zijn of zich ontspannen voelen als ze iets bereikt hebben.

“Een van de voornaamste kenmerken is de constante angst dat iemand je geheim ontdekt. De ‘bedriegers’ voelen zich daardoor enorm ongerust,” zegt Rebecca Badawy, docent management aan de Youngstown State University in Ohio. “Het interessante hieraan is echter dat de bedriegers helemaal niet slechter zijn in hun werk dan anderen.”

Bedriegers blinken vaak juist uit in wat ze doen. “Mensen die goed willen presteren, hebben vaker last van het oplichterssyndroom. Dat is ironisch, want over het algemeen hebben ze juist genoeg levenservaring om aan te tonen dat ze geschikt zijn voor een bepaalde rol,” zegt Nick Schubert, een onderzoeksassistent en programmacoördinator bij Canada’s Royal Ottawa Mental Health Centre en co-auteur van een onderzoek waarin het oplichterssyndroom aan een laag zelfbeeld wordt gekoppeld.

Bedriegers zijn perfectionisten – mensen die denken “als ik niet perfect ben, ben ik een mislukkeling,” zegt Badawy, die onlangs onderzoek deed naar het imposter-fenomeen onder studenten, een zeer kwetsbare groep. Badawy vertelt dat het fenomeen voor het eerst werd geobserveerd bij succesvolle vrouwen, en dat vrouwen er vaak meer last van hebben dan mannen. “Als mannen negatieve feedback krijgen of worden beoordeeld door een belangrijk persoon, presteren ze over het algemeen minder goed. Dat is bij vrouwen niet het geval.”

Badawy voegt hieraan toe dat mensen met het oplichterssyndroom zichzelf vaak ‘handicaps’ geven. “Ze doen dingen die hun bekwaamheid belemmeren, zodat ze een excuus hebben als ze falen,” legt ze uit. “Studenten leren bijvoorbeeld opzettelijk niet voor een examen, of werken bewust niet hard genoeg aan een opdracht.”

Schubert zegt dat mensen met het syndroom bovendien meer risico lopen op angststoornissen en depressies. “Mensen met het oplichterssyndroom hebben veel last van faalangst, doordat hun gevoel van eigenwaarde constant onder druk staat,” zegt hij. Ze leggen een “enorme druk” op zichzelf, voegt hij toe.

Komt het oplichterssyndroom vaker voor dan vroeger?

Dat is niet duidelijk. “Voor mijn gevoel komt het vaker voor, maar hier hebben we geen bewijs voor,” zegt Badawy. “Toch denk ik dat het een populair onderzoeksthema is, aangezien zoveel mensen vandaag de dag dat onzekere gevoel hebben.”

Er is veel onderzoek gedaan naar het oplichterssyndroom op de werkvloer, maar volgens Badawy komt het ook voor onder beroemdheden. “Als je wil weten hoe het oplichterssyndroom eruitziet, kijk dan naar de video van Natalie Portmans toespraak op Harvard,” zegt ze. In die video vertelt Portman over haar eigen onzekerheden en gevoel van onwaardigheid in de tijd dat ze aan Harvard studeerde. “In de eerste twee minuten geeft ze een perfecte beschrijving van wat het imposter-fenomeen inhoudt,” zegt Badawy.

Als er inderdaad meer mensen last hebben van het oplichterssyndroom, waar wordt het dan door veroorzaakt? “Ik denk dat het vandaag de dag meer voorkomt doordat veel rollen in elkaar overlopen,” zegt Badawy. Ze legt uit hoe mannen en vrouwen in de jaren ’50 en ’60 duidelijk afgebakende rollen hadden. Deze rollen leidden tot maatschappelijke ‘prototypen’ die mensen gemakkelijk konden nastreven. “Nu zijn er geen duidelijke prototypen. Alles is vager en er is meer onzekerheid,” zegt ze.

Hutchins heeft ook het idee dat de oorzaak ligt in hoe we onze identiteit vormgeven. “Mensen die aan het oplichterssyndroom lijden, hebben vaak te maken gehad met moeilijkheden of ongelijkheid veroorzaakt door hun afkomst, gender of een ander onderdeel van hun identiteit,” zegt ze. “In mijn onderzoek kijk ik naar universiteitspersoneel en de mate waarin zij het imposter-fenomeen ervaren. Hieruit blijkt dat personeelsleden die als eerste in hun familie een diploma behaalden of een migratieachtergrond hebben, in hun carrière vaker het gevoel hebben een bedrieger te zijn.”

Daarnaast speelt social media volgens Badawy een rol. “Social media haalt je zelfbeeld omlaag en zorgt ervoor dat je je constant met anderen vergelijkt,” zegt ze. “Als je doorslaat in het vergelijken, heeft dat een gigantische impact op hoe je jezelf en de wereld om je heen ziet.”

Wat kan je doen om de gevolgen van het oplichterssyndroom te beperken?

“Bewustzijn is heel belangrijk,” zegt Badawy. “Je moet je realiseren dat dit een bestaand verschijnsel is en dus niks te maken heeft met jouw bekwaamheid.”

“Het helpt ook om erover te praten met je collega’s,” voegt Schubert toe. Hij legt uit dat veel mensen met het oplichterssyndroom het geruststellend vinden om te horen dat hun collega’s hetzelfde voelen. Dat normaliseert de ervaring en geeft ze het gevoel dat ze niet alleen staan.

Hutchins sluit zich hierbij aan. “Bijna iedereen heeft op een bepaald moment in hun carrière het gevoel dat ze het allemaal niet verdienen,” zegt ze. “Het wordt pas echt gevaarlijk als je het idee krijgt dat jij de enige bent met dit probleem, en op een ongezonde manier met die gevoelens omgaat.”

Momenteel werkt Hutchins aan een interventieprogramma aan de University of Houston, om zo mensen met het oplichterssyndroom te helpen. Ze zegt dat het kan helpen om met een therapeut of andere deskundige te praten over je gevoelens, zodat jullie samen kunnen werken aan de negatieve ideeën die je onterecht over jezelf hebt.

“Het imposter-fenomeen draait om hoe we onze eigenwaarde laten afhangen van ons werk,” zegt ze. “Mensen moeten zich bewust worden van hun problematische denkpatronen, en leren hoe ze deze op productieve wijze kunnen tegengaan.”