FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Microsofts datacentrum op de oceaanbodem is de toekomst van het internet

Dat ding is zo groot als een zeecontainer, er zitten 864 servers in en hij draait helemaal op groene stroom.
Foto via Microsoft

Microsoft heeft z’n eerste zelfvoorzienende, waterbestendige datacentrum in de buurt van de Schotse Orkney-eilanden naar de zeebodem gestuurd. Het buisvormige gevaarte is ongeveer zo groot als een zeecontainer en er zitten 12 racks met 864 servers in. Dankzij een driehoekig gewicht blijft dat veilig op z’n plaats op 30 meter onder de golven.

Aan het te water laten van het datacenter ging een onderzoek dat bijna vier jaar duurde met de codenaam Project Natick vooraf. Het doel van dit project is om datacenters te maken die gebruikt kunnen worden om snel cloud-diensten bij grote steden te realiseren.

Advertentie

Microsoft laat het onderwaterdatacenter naar de zeebodem zakken. Afbeelding: Microsoft

Naast dat het veel minder lang duurt om deze onderwaterservers te bouwen – op land duurt het drie jaar, op de zeebodem maar negentig dagen – kan er ook een hoop geld bespaard worden omdat alle racks met zeewater kunnen worden gekoeld. Op de bodem van oceaan lopen de servers ook geen gevaar om offline te raken door bijvoorbeeld oorlogen of orkanen. Microsoft heeft alleen niet laten weten hoe moeilijk alle reparaties onder water gaan zijn.

De Orkney-eilanden waren een strategische keuze voor dit eerste datacenter, omdat er een aantal belangrijke experimentele projecten met hernieuwbare energie lopen. De eilanden zijn de thuisbasis van het European Marine Energy Centre (EMEC), dat de woeste getijdenen gebruikt om stroom op te wekken. En omdat er ook een boel windenergie wordt opgewekt, is alle energie die op de eilanden wordt gebruikt 100 procent hernieuwbaar. De EMEC genereert meer dan genoeg stroom voor de 10.000 inwoners van de eilanden en er is zelfs wat over om het onderwaterdatacenter draaiende houden via een hele lange stroomkabel.

Deze move is onderdeel van Microsofts grote plan om de cloud-computingmarkt te domineren. Je weet wel, die servers waar alle online diensten die je elke dag gebruikt op draaien. Aangezien meer dan de helft van de wereldbevolking binnen 200 kilometers van een zee woont, kunnen onderwaterdatacenters ervoor zorgen dat grote steden altijd een fijne cloudserver in de buurt hebben.

Microsoft heeft al meer dan 100 datacenters over de hele wereld staan om het cloudplatform Azure te runnen. Met Project Natick kan het bedrijf de komende jaren waarschijnlijk tientallen servercenters uit de zeebodem stampen. Maar voor nu wordt het project gebruikt om te onderzoeken hoe haalbaar het is om deze datacenters op grote schaal te maken. Voordat ze er nog een maken, gaan ze het komende jaar eerst kijken hoe model nummer één presteert.

“We leren over falende harde schijven, het ontwerp van racks, over de bouw van koelsystemen en die informatie zal weer terugvloeien naar onze normale datacenters,” zegt Peter Lee, hoofd van Microsofts New Experiences and Technologies-groep in een persbericht. “Als je voor de maan gaat, is er een kans dat je die nooit bereikt. Het is fantastisch als het lukt, maar je leert er ontzettend veel van – wat er ook gebeurt.”

Volg Motherboard op Facebook, Twitter en Flipboard.