FYI.

This story is over 5 years old.

Film

Hoe ‘Raw’ de menselijke kant van een kannibaal laat zien

We spraken regisseur Julia Ducournau over haar film.
Justine die wordt gedwongen om vlees te eten bij een ontgroening. Still uit de trailer van Raw.

Ergens in het begin van Julia Ducournau's debuutfilm Raw kauwt Justine (gespeeld door Garance Marilier) op een groot stuk zalm. Niks mis mee, zou je denken. Maar de intensiteit waarmee ze het doet is gewoon angstaanjagend, en ontwikkelt zich al snel tot een bijna liefdevolle, gepassioneerde relatie met elk stuk vlees waar ze in bijt. Uiteindelijk maakt ze de overstap van vis naar mensenvlees, zoals die dingen gaan.

Advertentie

Justine groeit op in een strikt vegetarisch huishouden, maar nadat ze bij de ontgroening van haar opleiding Dierengeneeskunde voor het eerst vlees proeft, groeit het al snel uit van gewoon iets dat ze eet tot een manier om te verkennen wie ze is. Ducournau's film laat op een indrukwekkende manier de vervreemding zien die iemand kan voelen wanneer hij of zij zich realiseert dat er iets is – kannibalisme in dit geval – dat ze anders maakt dan anderen. Maar door dit proces verkent Justine ook haar eigen vrouwelijkheid, en wat het betekent om te moeten vechten om jezelf te worden.

Ik sprak met Ducournau over de technieken die ze gebruikte om een kannibaal menselijk te maken, de eerste reacties op haar film en waarom het eten van mensenvlees niet eens het schokkendste deel van de film is.

Klik hier voor meer info over de film!

De trailer van 'Raw'

VICE: Je hebt het eerder gehad over hoe je wil dat het publiek in de huid van een monster kruipt. Wie is het monster in deze film?
Julia Ducournau: Nou, uiteraard Justine. Maar ook niet. Dat is het punt – dat ze geen monster is. Het idee kwam in eerste instantie voort uit het feit dat de meeste kannibalen in films worden neergezet als 'de ander', als een soort amorfe groep die mensen aan komt vallen. Het zijn net buitenaardse wezens of een kudde zombies. Het is een beetje paradoxaal, omdat kannibalen wel echte mensen zijn en ook echt bestaan.

Advertentie

Ik wilde deze film gebruiken om de kijker te laten nadenken over wat het echt betekent om mens te zijn. Aangezien kannibalen mensen zijn, maar we ze vaak onmenselijk noemen, onderdrukken en negeren we dit gedeelte van menselijkheid. We willen het niet zien. Ik wilde dat echt bevragen.

Justine's hele ontwikkeling draait om erbij horen, je plek vinden in de samenleving, en dan ontdekt ze iets in zichzelf wat totaal ongeschikt is voor deze samenleving. Maar waar wil ze eigenlijk bij horen? Ze wil in een samenleving passen met allemaal absurde regels, met dingen als ontgroeningen, die echt monsterlijk zijn als je erover nadenkt, de manier waarop mensen elkaar soms behandelen als dieren. Dus wie zijn de echte monsters? Door te experimenteren met haar dierlijkheid, haar eigen impulsen en behoeften die haar zo ongeschikt voor deze wereld maken, wordt ze voor het eerst in haar leven geconfronteerd met de enige morele keuze die bepalend zou zijn voor haar; ze kan iemand vermoorden, maar dat doet ze niet. Ze wil het niet. En dat is het moment dat ze een mens wordt, omdat ze het onderscheid kan maken tussen goed en kwaad.

Welke methodes heb je gebruikt om de menselijke kant van Justine te laten zien?
Om ervoor te zorgen dat de kijker haar niet gelijk afwijst als ze voor het eerst vlees eet, moest ik vanaf het begin van het verhaal al empathie voor haar opbouwen. Dus bouwde ik die context van ontgroenen en bewijsdrang op en al die regels die erg vernederend zijn, en ik wist dat de kijker zich daar dan tegen zou verzetten en haar kant zou kiezen.

Daarnaast laat ik een vrouwelijk lichaam zien dat niet geseksualiseerd of verheerlijkt wordt – het lukte me om het vrouwelijk lichaam uit z'n niche te halen en universeel te maken. Je hoeft niet vrouw te zijn om te begrijpen dat wat Justine doormaakt heel, heel pijnlijk is. Maar het is een heel innemende smerigheid – soms is het lichaam smerig en grappig – en ik denk dat je daarmee ook empathie bij de kijker kan opwekken.

Ik vond het mooi hoe dierlijkheid en lichamelijkheid zich manifesteren in de film. Zie je dat ook terug bij jezelf?
Ja, dat zit denk ik in mij net zoveel als in anderen. Dat is waar ik ook over praat in mijn film, en dat is denk ik wat voor iedereen herkenbaar is – omdat, op een bepaalde manier, als je in een samenleving leeft, iedereen de neiging heeft om delen van onszelf te onderdrukken, delen waardoor je er niet bij hoort, die ongeschikt zijn.

Wat heb je geleerd over de angsten van anderen sinds het maken van de film, en hoe heeft dat effect gehad op jouw benadering van angst en horror?
Het belangrijkste dat ik heb geleerd is dat mensen graag genrefilms zien die ze aan het denken zetten. Genrefilms zijn vaak een niche die vooral bestaat om geld te verdienen en die erop gericht is om te choqueren en provoceren. Het feit dat mensen die over het algemeen horrorfilms niet leuk vinden deze film wel konden waarderen en dingen zeiden als: "O mijn god, ik had niet verwacht dat ik zo moest lachen, en ik had niet verwacht dat ik moest huilen". Of het tegenovergestelde, dat horrorfans zeiden: "O mijn god, dat is zo ranzig, maar het is ook veel meer dan dat". Daardoor heb ik echt het idee dat kijkers geen hapklare brokken willen. En ik heb geleerd dat hoe dichter je film bij de kijker en het leven staat, hoe meer je over menselijkheid praat, des te enger het voor mensen is. Het is heel verontrustend om over dat soort dingen te praten. Tegelijkertijd ben ik blij om te zien dat mensen dat willen voelen. Omdat ik denk dat het een onderdeel van ons is dat we neigen te ontkennen, dat we proberen te negeren. Maar soms is het goed om eens wakker geschud te worden.

Vanaf 27 april kun je de film in de bios zien, op cinemien.nl zie je waar.