FYI.

This story is over 5 years old.

Meesters in Uitstellen

Meesters in Uitstellen: Deel II

Met deze week: een tv-kijkende Jan Hoek, een peinzende Aukje Dekker, een zichzelf schuldig voelende Latoya van der Meeren en een Tom Lore de Jong die zich aan álles stoort.
Werk van Tom Lore de Jong – Les Papiers Canson_ France

De reden dat ik dit artikel schrijf, is omdat ik eigenlijk iets anders moet doen. Namelijk een boek schrijven. Daar ben ik weer mee bezig omdat ik eigenlijk nog iets anders moet doen, namelijk een fulltime baan zoeken. Ik stel belangrijke dingen met minder belangrijke activiteiten uit. Waaraan ik later een even belangrijke waarde hecht als hetgeen waar ik me oorspronkelijk aan ophoud. Ik heb er immers tijd in gestopt.

Advertentie

Ik wil graag geloven dat het verschuiven van ‘het beginnen’ naar een ander tijdstip niet erg is. Is uitstellen niet gewoon een onderdeel van het ontwikkelen van het idee? Ik wil heel graag dat dit zo is omdat – mocht duizend keer een glaasje water pakken, toetsenbord schoonmaken, koelkast open en dicht trekken, vuist in mond proberen te stoppen, sorteren, kruimels likken, draden spannen, touw knippen, wandelen, adem inhouden, Facebooken et cetera  nou niet erg zijn, omdat succesvolle kunstenaars en schrijvers dit ook gewoon blijken te doen – ik rustig verder kan gaan met mijn leven.

Om dit uit te zoeken, vroeg ik een aantal kunstenaars en schrijvers naar hun ervaringen. Stellen ze überhaupt wel dingen uit? En zo ja, wat doen ze dan in plaats van wat ze eigenlijk zouden moeten doen? En komen er  uit deze parallelle ontwikkelingen nieuwe bruikbare werken voort of alleen maar natte boterhammen?

Aukje Dekker (32)
Beeldend kunstenaar

Ik vind mezelf geen uitsteller terwijl ik dat wel ben. Mijn zogenaamde 'uitdenken' is meer een daad van faalangst dan van constructiviteit.

Ik stel uit door te denken, over of het wel een goed idee is om iets te maken. Dit doe ik vrij lang en intensief. Vaak onnodig. Juist omdat ik mezelf niet als uitsteller zie, maar als impulsief, lijkt dit slim, maar het is precies het tegenovergestelde.

Stel ik heb een idee om iets te maken. Dan ga ik het niet maken. Eerst maak ik lijstjes van wat ik wil maken. Dan schrijf ik heel vaak in heel veel verschillende documenten wat ik wil gaan maken. Dan praat ik met de wereld over wat ik wil gaan maken, allemaal met het idee dat dit het beter maakt, maar dat is eigenlijk helemaal niet zo.

Advertentie

Mensen om me heen zeggen dan: “Begin nou maar gewoon, in het proces worden heel veel dingen duidelijk.” “Ha,” zeg ik dan. “Ja dat weet ik, maar dat is al zo als je het hebt uitgedacht en ik heb het nog niet uitgedacht!” Ik begin heel lang met beginnen.

Tijdens het uitstellen rook ik heel veel sigaretten. Ik kan ook niet stil zitten. Ik zit dan in heel veel posities. Zoals op mijn hurken op de stoel, benen steeds andersom over elkaar. Dan weer gewoon, dan weer gehurkt, vooral gehurkt op mijn stoel. Dan krijg ik hele koude handen omdat ik helemaal geen bloedsomloop meer heb door al dat gerook en gezit en dan ga ik iets pakken, cola bijvoorbeeld, en dan zeg ik vaak hard “kom op Auk!” met nog een soort kreet.

Screenshot: 'Een inzicht van Aukje Dekker'

Jan Hoek (31)
Beeldend kunstenaar

Om heel eerlijk te zijn, en het voelt bijna als een zonde in kunstenaarsland, ben ik geen heel erge uitsteller. Zelfs het tegenovergestelde. Niet dat ik wil zeggen dat ik het allemaal op een rijtje heb en geestelijk gezond ben, verre van dat.

In mijn hoofd gaat het zo: ik verzin iets en vervolgens raak ik geobsedeerd door dat idee dat ik niet meer kan rusten totdat ik het heb uitgevoerd. Dan heb ik bijvoorbeeld gepland dat ik een avond rustig series ga kijken omdat ik moe ben en overwerkt, maar dan verzin ik diezelfde avond ook dat ik eigenlijk heel graag Somalische piraten wil fotograferen.

Vervolgens ben ik zo onrustig en opgewonden dat ik de hele tijd de serie op pauze zet om op te zoeken hoeveel een ticket kost naar Somalië, even te googelen hoe groot de kans is dat ik ontvoerd word, als die vrij groot blijkt te zijn ga ik mensen mailen om te kijken of dat echt zo is en of ik het kan omzeilen. En zo zit ik de hele tijd in een soort estafette waarbij ik de hele avond dingen tegen mezelf zeg als: “Jan, het is je vrije avond, kijk nou rustig naar deze saaie ridderserie!” afgewisseld met “Ja maar, ik kan me niet concentreren voordat ik even heb uitgezocht of er niet ook een NGO is die met voormalig Somalisch piraten werkt! Heel even dat, kan ik daarna rustig naar de serie kijken.”

Advertentie

En zo is eigenlijk mijn hele leven, waarin het enige dat mij afremt is dat ik vaak moe ben, zo moe, dat ik even een dutje moet doen, of even een blokje om moet lopen, maar vooral met als doel om daarna zo snel en efficient en wakker mogelijk weer door te werken. Uiteindelijk produceer ik ook een hoop en krijg ik meestal mijn dingen af op mijn eigen manische manier, maar of ik het iedereen zou aanraden, ik weet het niet…

Tom Lore De Jong (28)
Beeldend kunstenaar

Als ik een idee heb, is het eerste wat ik doe iets bestaands in mijn omgeving uitkiezen en daar al mijn aandacht aan schenken. Op deze manier heb ik haast geen tijd meer over om aan het nieuwe idee toe te komen. Met iets bestaands bedoel ik bijvoorbeeld de tafel, waar ik me plots aan stoor. Ik kies er dan niet voor om ergens anders te gaan werken, maar ik besluit een nieuwe tafel te maken. En daar ben ik dan weken mee bezig. Zodat ik aan die tafel mijn idee kan uitwerken.

Of als ik iets nodig heb, een zaag of zo, dan stoort het me dat die zaag in een lelijke omgeving hangt. Dan bouw ik een gereedschapskast op het balkon. Waarnaast ik een stoel bouw om shag op te roken als ik moe word van het klussen aan de kast.

Onlangs heb ik de hele keuken verbouwd en mezelf aangeleerd hoe ik een gootsteen moet aansluiten en andere zaken waar ik voorheen niets van af wist. Ik schilderde de luxaflex in mijn atelier in meerdere tinten oranje, voordat ik tevreden was. Om vervolgens een stuk prikbord perfect op maat te zagen en er alle mensjes die ik op het internet vond die in de zee zwemmen aan te kunnen prikken.

Advertentie

Natuurlijk voel ik aan het eind van de dag lichte paniek over het feit dat ik geen ‘kunst’ gemaakt heb. Maar ik denk dat het voor mij een soort oefening is. De precisie waarmee ik het uitstellen aanpak, pas ik ook toe op het uiteindelijke werk dat ik aan het uitstellen ben. Als ik per se met mijn ogen op de maat van een lied wil knipperen, dit film en edit, dan is dat, denk ik, geen tijdverspilling omdat ik alles wat ik in het proces leer uiteindelijk vast wel weer op iets anders kan toepassen. En zo niet dan niet.

Knipper, door Tom Lore De Jong

Latoya van der Meeren (31)
Fotograaf

Naast het feit dat ik een uitsteller ben, ben ik ook iemand die zich verschrikkelijk onnodig, vaak en snel schuldig voelt. Bijvoorbeeld als ik me niet kan herinneren welke kleur ogen de caissière in de supermarkt had (omdat ik haar niet eens heb aangekeken), of wanneer ik eerst ga douchen terwijl mijn hond met grote overtuigingskracht laat merken dat plassen echt nú moet gebeuren. Dus ik baal omdat ik uitstelgedrag heb en dan ga ik me daar ook even lekker schuldig over voelen.

Hoe krijgt een mens dan ooit iets af? Langzaam, heel, heel langzaam. Tot het moment ineens daar is. Dit komt vaak ver na mijn zelfbedachte bedtijd, maar soms ook gewoon op een maandagochtend 11:04 uur. Zoals nu, en dan vind ik mijn vingers ineens razendsnel over het toetsenbord gaan en al mijn to-do’s verdwijnen dan langzaam onder een dikke rode viltstift. Done.

Je kan dingen wel afdwingen bij jezelf, maar het zou niet moeten hoeven. Meestal komt het wel, en daar vertrouw ik op. Het komt wel.

Foto door Latoya van der Meeren

Lees hier het eerste deel van Meesters in Uitstellen, met Maurits de Bruijn, Frederique Pisuisse, Jan van Tienen en Renske van Enckevoort.