FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

Ik deed al jullie goede voornemens in één dag

Zo moeilijk is het niet om een beter mens te worden, jongens.

Ik had een openbaring. Voor degenen die niet bekend zijn met de term: een openbaring is een plotselinge realisatie van iets, maar vroeger betekende het ook de manifestatie van Christus aan de heidenen. In mijn huidige vorm voel ik me erg dichtbij Christus staan. Ze zeggen dat reinheid gelijk is aan goddelijkheid, en ik ben zo rein als maar kan. Mijn lichaam is een tempel, maar niet zo'n eeuwenoude vervallen tempel propvol met dikke toeristen. Mijn lichaam is een pasgebouwde tempel – de Ryoan-Ji in Kioto net na de voltooiing in 1450 – waar een kalm briesje van rust doorheen waait. Ik heb mijn vorige leven als een slangenhuid van me afgeschud en achtergelaten om te rotten in de winterzon, en ben herboren — roze en schreeuwend, vochtig en verward, maar lévend.

Advertentie

Het nieuwe jaar heeft de oogkleppen van mijn kraaloogjes gerukt, en me mijn fouten doen inzien. Ooit was ik net zoals jij. Ooit was ik een vat vol pis en pizza, een bedorven vleesballon die op knappen stond. Ooit was ik uitgeput, kapot, een lege huls van een man die stond te kokhalzen onder de douche terwijl de katertranen over mijn wangen liepen – maar dat leven heb ik achter me gelaten. Ik schrijf dit aan het einde van een perfecte dag. Mijn ogen stralen een helderwit licht uit, een licht van vervulling en vreugde. Ik ben een beter mens geworden, jongens. Ik ben rein.

Ben ik gelovig geworden? Nee, zeker niet. Maar in zekere zin is de veganistische kokosnootpap met rode quinoa die ik vanochtend at ook een religieuze ervaring. Ik heb het leven van de vleeseter achter me gelaten. Nooit meer zullen de kankerverwekkende zoutmoleculen van een plak bacon mijn lippen passeren. Nooit meer zal het vet van een goed gebakken paardenbiefstuk mijn lippen doen glimmen. Dat zou net zijn alsof je een grote emmer nacho's met kaas over de vloer van de Sixtijnse Kapel gooit. Hoewel de pap niet heel veel smaak had, deed het veel meer dan slechts mijn honger stillen. Het stroperige goedje plakte aan de wanden van mijn maag als een beige plamuurlaag; een kleverige herinnering dat ik nooit meer zou meedoen aan het ziekelijke ritueel van het consumeren van de melk van een andere diersoort (wat geen enkel ander dier trouwens doet!)

Advertentie

Een andere demoon die ik uit mijn leven heb verdreven is mijn verslaving aan de bonen van Beëlzebub. Ik was klaar met de bakkies pleur, de kopjes troost, de mokken slobber. Energie moet natuurlijk zijn, het moet uit jezelf komen. In plaats van mijn gebruikelijke k*ffie ging ik aan mijn bureau zitten, sloot ik mijn ogen en stelde ik me voor dat ik bruiste van de energie. Ik zoog diepe, ijzige ademteugen m'n longen in (koud van de kracht van mijn inademing) en ademde uit, waarmee ik alle papieren van mijn bureau blies met de kracht van een stoomtrein. Dit is echte energie – niet zoals die kunstmatige opkikkers die jullie allemaal over je ingewanden gieten. Maar ik hou nog steeds van de natuur, dus besloot ik mijn dagelijkse cappuccino aan deze boom te geven, zodat-ie de cafeïne op kon zuigen en honderd meter hoog kon groeien. Misschien kan ik er op een dag in wonen.

Jezelf en je leven reinigen gaat niet alleen om veranderen wat je eet. Het gaat ook om het hevig afkeuren van je verleden en alle verschrikkelijke dingen die je hebt gedaan. Ik was vroeger een roker. Niet eens een coole roker. Ik rookte sjekkies, het favoriete rookproduct van kunstacademiestudenten en gepensioneerden. Ik bracht uren van mijn leven door met het rollen van tabakworstjes, die m'n adem deden ruiken als een crematoriumoven. Dit was niet alleen een nicotineverslaving; dit was zelfsabotage – een poging om te zien hoe snel ik mezelf kanker kon geven. Ik had genoeg van die fatalistische instelling. Met één welgemikte rochel in m'n Javaanse Jongens bevrijdde ik mezelf van de dodelijke smoggevangenis die me zolang in z'n greep had gehouden.

En dan: alcohol. Een biertje drinken is net alsof je een petrischaaltje met alle bestaande vormen van vogelgriep achterover kiepert. Sterke drank drinken is alsof je met open mond door een golfbad vol met petroleum zwemt, terwijl er een brandende Zippo aan een touwtje boven je hoofd slingert. Wanneer realiseren mensen zich eindelijk dat ze zichzelf langzaam vergiftigen? Wanneer zullen ze, net als ik, overstappen op het betere leven? Het enige dat je moet drinken is water. Dat is wetenschap. Dat is een feit. Er is geen andere drank die je moet drinken dan water. Dus kap met bier hijsen aan de bar, en reserveer een kruk naast de waterkoeler.

Voor de lezers die niet in de stad wonen: dit is een falafelsalade. Ik had het weleens eerder gezien, maar hog nooit in m'n mond gestoken, omdat ik niet wist wat voor schoonheid er in zo'n bakje schuilde. Een boterham met oude kaas, patat…dat is gewoon zo ouderwets, zo passé. Je kan net zo goed een kilo springstof door je keel duwen als je vandaag de dag nog brood eet. Mijn salade zat vol met heerlijke peulen, bonen en groenten die, als ik eerlijk ben, in sneltreinvaart door mijn darmen gingen. Kijk, ik zit pas op de eerste dag van mijn nieuwe leven, en mijn ingewanden zijn nog gewend aan liters energiedrinks en dikke plakken beenham, dus zoveel groenten in één keer voelt als iemand een hogedrukspuit in m'n slokdarm heeft gestoken. Maar de queeste naar reinheid en puurheid is wel een scheetje of drie waard.

Jep, het is een nieuw jaar en een nieuwe ik. Degenen die deze enorme kans om jezelf en anderen te redden laten liggen, zijn de Stalins van het moderne tijdperk. Je jaagt jezelf en al je naasten de dood in. De enige reden dat ik dit schrijf is als een vriendelijke waarschuwing: als je je leven niet betert, dan ben je gedoemd te sterven. En niemand wil sterven. Ik ga nooit dood, want ik heb mijn quinoapap en mijn staalharde vastberadenheid om me de weg te wijzen naar de deur der verlichting. Kom met me mee.