FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

In de bruine kroeg van de toekomst is de klant geen koning maar zelf de kroegbaas

In het Brabantse dorp Esbeek staat de enige kroeg in Nederland met ongeveer 600 kroegeigenaren: de helft van de inwoners van het dorp.

In Amsterdam gooide Café de Krommerdt, de oude werkplek van André Hazes, iets meer dan een week geleden zijn deuren dicht. De Krommerdt is niet de enige oude kroeg die ermee stopte – volgens het CPB hebben de traditionele kroegen in heel Nederland het zwaar. Wordt de Nederlandse bruine-kroegtijger met uitsterven bedreigd? In ieder geval wordt zijn leefomgeving steeds kleiner. Onze traditionele kroegcultuur slaat sneller dood dan bier in een vet glas.

Advertentie

Dat is mooi balen, want een stad zonder bruine kroeg is een spookbeeld. Er is niks mis met elk weekend heen en weer vliegen tussen verschillende festivals en anonieme pop-up barretjes, maar dat is allemaal niks meer waard als de bruine kroeg verdwijnt. Iedereen, van doorgewinterde beroepsalcoholist tot eerstejaars studenten, wil namelijk wel eens een biertje drinken op een plek waar je niet wordt afgerekend op je kledingkeuze. Af en toe wil je gewoon pretentieloos bierdrinken in plaats van modieus zuipen. Maar met een volledig gegentrificeerd horeca-aanbod zit dat er niet meer in.

Esbeekcafe3

Alle foto's door Frederieke van der Molen.

Elke bruine kroeg die zijn definitieve laatste rondje aankondigt, kan rekenen op teleurgestelde gasten. Maar over een oplossing voor het verdwijnen van onze kroegcultuur hoor je weinig. In Engeland hebben ze er wel iets op gevonden; daar waar de pub behoort tot het nationale erfgoed, is het beschermen van de kroegcultuur topprioriteit. De overheid kwam vorige maand in actie en zet meer dan vier miljoen euro opzij om kroegen te redden. Anders dan je zou verwachten gaat dat niet direct naar de noodlijdende kroegeigenaren, maar naar de mensen die er regelmatig aan de bar zitten. Met het geld worden de stamgasten geholpen om gezamenlijk de kroeg over te kunnen nemen. De coöperatieve kroeg, waar iedereen eigenaar is, lijkt er serieus van de grond te komen.

Met geld van de overheid je stamkroeg overnemen en dat samen met je vrienden – het Engelse plan klinkt te bizar voor woorden. Maar in kleine dorpen is de bruine kroeg vaak nog een van de weinige plekken om samen te komen, en in grote steden vaak de plek waar mensen aan de zelfkant van de samenleving nog rustig dronken kunnen worden naast een borrelende bankier.

Advertentie
Esbeekcafe1

Een gezonde gemeenschap heeft dus een (ongezonde) gezellige kroeg nodig. Han Bolijn, inwoner van het Brabantse dorp Esbeek en bestuurslid van de gelijknamige coöperatie, weet dat. Ruim voor het Engelse reddingsplan, was hij onderdeel van een grote groep Esbekenaren die via een coöperatie café Schuttershof wilde redden. Deze laatste kroeg in het dorp werd in 2007 verkocht door de toenmalige eigenaar, en volgens Han was vrijwel iedereen in Esbeek bang dat de kroeg werd overgenomen door een projectontwikkelaar die er een of ander wokrestaurant van zou maken. Daarmee zou de enige ontmoetingsplek voor de 1200 inwoners verdwijnen. "Dat zou voor ons echt het doemscenario zijn," vertelt Han.

Zo kwam hij op het idee om een coöperatie op te richten. Met de verkoop van certificaten werd geprobeerd genoeg geld in te zamelen om de Schuttershof met de coöperatie te kunnen overnemen. Er werd bijna drie ton verzameld, en dus kon de koop doorgaan. Iedereen met een certificaat neemt deel aan de coöperatie en heeft daarmee een aandeel in het café. Inmiddels doet ongeveer de helft van het dorp mee, dus telt de kroeg nu 600 eigenaren.

Esbeekcafefoto

De overname vond al een tijd geleden plaats, dus kan de balans nu opgemaakt worden. Werkt het om een paar honderd kroegbazen te hebben? Café Schuttershof bewijst van wel. Het ziet er in ieder geval uit zoals je verwacht van een kroeg: de houten bar is bruiner dan bruin en het bierassortiment zorgt voor behoorlijk wat keuzestress. "Omdat iedereen betrokken is en wil helpen, hebben we drie verschillende grote verbouwingen kunnen doen. Van tegelzetten tot de veranda leggen – iedereen kan en wil wat bijdragen aan het café. Zelfs het kloppend hart van de kroeg, de bar, is gemaakt door twee meubelmakers uit het dorp."

Advertentie

Gemeenschappelijk klussen is natuurlijk leuk, maar een kroeg is pas een kroeg als het er ook gezellig is. Volgens Han zit dat wel goed. "De deelnemers van de coöperatie zijn tegelijkertijd een soort ambassadeurs voor café Schutterhof," zegt Han. "Als er wat te vieren valt, denken alle kroegeigenaren gelijk aan het café als locatie – bruiloften tot begrafenissen." Ook de verenigingen uit het dorp gebruiken de bar als ontmoetingsplek, of er komen bandjes repeteren.

In een kroeg waar het bier rijkelijk vloeit, is een goede barbezetting een vereiste. Betekent dat voor alle 600 eigenaren dat zij bardiensten moeten draaien, zoals bij een sportvereniging? "We willen juist niet dat buurt- of clubhuisidee, dat is amateuristisch en trekt minder mensen," zegt Han. "Daarom hebben we de kroeg verhuurd aan een uitbater in het dorp. Die regelt zaken als het personeelbeleid gewoon op een professionele manier. Wat dat betreft voelt het als een normale kroeg." De pachters verdienen dus geld aan café Schuttershof. Die financiële prikkel is er niet voor de 600 eigenaren. Alleen de kroegeigenaren die certificaten van 1000 euro of meer hebben gekocht ontvangen daar rente op, verder worden er geen opbrengsten verdeeld. Het voortbestaan van café Schuttershof is voor de kroegeigenaren winst genoeg.

Buitenkant cafe Esbeek

Het opzetten van de coöperatieve kroegstructuur in Esbeek vergde best wat voorbereiding en inspanningen. "Alleen het vooraf uitzoeken hoe alles het beste geregeld kan worden nam al een klein jaar in beslag," herinnert Han zich. In tegenstelling tot in Engeland zijn er in Nederland geen organisaties die je ondersteunen bij het opzetten van een coöperatieve kroeg. Han weet niet of het opzetten van zoiets in een andere omgeving dan Esbeek, bijvoorbeeld in een stad, makkelijk gaat. "Bij ons was het doemscenario van een dorp zonder kroeg heel dichtbij. In een stad is er altijd wel weer een andere kroeg iets verderop. Daarom zal het veel moeilijker zijn om mensen zover te krijgen om mee te doen."

Of Han daar gelijk in heeft of niet, de coöperatieve kroeg als redding van onze kroegcultuur lijkt een uitstekend idee. Het voortbestaan van de buurtcafés is een publieke zaak, en daarbij past publiek eigenaarschap. Niet klant is koning, maar klant is kroegbaas.