FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Van nepsuiker krijgen we misschien wel suikerziekte

Nepsuiker in light producten zou de kans op suikerziekte misschien juist verhogen. Wetenschappers ontdekten dit paradoxale effect van suikervervangers op muizen. Maar het onderzoek is niet waterdicht.
Photo via Flickr user Roey Ahram

Suiker mag dan niet de duivel zelf zijn, we weten allemaal dat het niet goed is om lepel na lepel van dit zoete spul in onze mond te stoppen. Naarmate mensen steeds vaker naar zoetjes en andere nepsuikers grijpen, komt er met die toename ook steeds meer bewijs op tafel dat kunstmatige zoetstoffen misschien wel net zo schadelijk voor het lichaam zijn als suiker zelf.

Een nieuw onderzoek dat gepubliceerd werd in Nature, zorgde een maand geleden voor ophef binnen medische kringen door als eerste onderzoek een verband te leggen tussen kunstmatige zoetstoffen en stofwisselingsstoornissen als diabetes door bacteriën in je darmflora. Hoewel er genoeg onderzoeken te vinden zijn die de overmatige consumptie van frisdrank aan diabetes linken, is in die onderzoeken de invloed van maagbacteriën nooit eerder specifiek als mogelijk oorzaak onderzocht.

Advertentie

De maag- en darmflora is al sinds een tijdje de nieuwe speeltuin voor biologen, die opperen dat bacteriën die we van nature in ons spijsverteringssysteem hebben alles – van ons gewicht tot onze mentale staat – zouden kunnen beïnvloeden. Een paar jaar geleden ontdekten onderzoekers een methode voor de behandeling van een bijzonder nare vorm van diarree, door patiënten "fecale transplanten" toe te dienen – klysma's bestaande uit een soort van fecale slurry van gezonde mensen –, met het idee dat een normale verzameling bacteriën de balans in de darmen van zieke patiënten zou kunnen helpen herstellen.

De studie naar de invloed van zoetstof, uitgevoerd door een groep wetenschappers aan het Weizmann Institute of Science in Israël, richtte zich specifiek op de relatie tussen kunstmatige zoetstoffen en een intolerantie voor glucose, een conditie die onbehandeld tot diabetes kan leiden. In de eerste serie experimenten kregen muizen de gebruikelijke zoetstoffen toegediend, waaronder sacharine, sucrose en aspartaam, met als gevolg dat de glucosespiegel in hun bloed steeg. Toen de onderzoekers de muizen even later antibiotica gaven, daalde de glucosespiegel weer naar het normale niveau.

In het tweede experiment kregen gezonde muizen de fecale transplanten toegediend van muizen die zo'n sacharine-dieet hadden. Het zorgde ervoor dat ook die gezonde muizen een hogere bloedspiegel kregen.

De wetenschappers onderzochten daarnaast ook data van een doorlopend voedingsonderzoek bij vierhonderd mensen en ontdekten een correlatie tussen tekenen van stofwisselingsstoornissen en het gebruik van kunstmatige zoetstoffen. Om die correlatie zelf te testen, vroegen de onderzoekers een groep van zeven vrijwilligers om een week lang iedere dag de maximale inname van sacharine – gelijk aan ongeveer veertig blikjes frisdrank – te consumeren. Aan het einde van de week hadden vier van hen een glucose-intolerantie voor glucose ontwikkeld, en bleek dat de maagflora van de proefpersonen overeenkwam met die van de muizen die in het voorgaande onderzoek sacharine toegediend hadden gekregen.

In het laatste experiment kregen gezonde muizen de fecale transplanten van de menselijke vrijwilligers die een hoge suikerspiegel hadden ontwikkeld. Rara? De muizen ontwikkelden tevens een glucose-intolerantie.

Het is belangrijk om te benadrukken dat ook deze studie zijn beperkingen heeft, waardoor verder onderzoek nodig zal zijn. Een van de leiders van het onderzoek, Eran Elinav, bekende aan Scientific American dat de exacte relatie tussen nepsuiker en ziekte "een beetje een kip-en-ei-verhaal is." Hij voegde daaraan toe: "Als je gewicht toeneemt, is het waarschijnlijker dat je dieetproducten gaat gebruiken. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het dieetvoedsel ervoor heeft gezorgd dat je in de eerste plaats zwaarder bent geworden."

Andere wetenschappers hebben het onderzoek nog kritischer benaderd, waarbij sommige van hen opmerkte dat de sample van de proefpersonen te klein was, en het muizenexperiment te ver afstaat van mensen om de resultaten op hen te betrekken. Brain Ratcliffe, een voedingsprofessor aan de Robert Gordon University in Aberdeen, zei bijvoorbeeld tegen The Guardian: "Veel van de gevonden effecten hebben betrekking op sacharine terwijl weinig tot geen effect is gevonden voor aspartaam. Het paper had zich daarom in de titel moeten beperken tot 'sacharine' in plaats van al deze effecten aan alle kunstmatige zoetstoffen toe te schrijven."

Neem het dus allemaal maar met een korreltje zout. Of suiker.