De foto van het verdronken Syrische vluchtelingenjongetje Alan Kurdi, die op een Turks strand met zijn gezicht in het zand ligt, ging vorig jaar de hele wereld over. Dat tragische beeld is al gauw wat we voor ons zien als we aan de migrantencrisis denken. Fotograaf Tamara Abdul Hadi, wiens werk is gepubliceerd door de New York Times, de Guardian en Reuters, wil een andere, minder voorspelbare kant laten zien: niet het onmenselijke leed, of zelfs de dood, maar juist de menselijke kant van migranten, in de bloei van hun leven.
Als een Iraakse Canadees die is geboren in de Verenigde Arabische Emiraten, begrijpt Hadi als geen ander hoe complex het gevoel van een eigen identiteit kan zijn, en hoe moeilijk het is om in een wereld te leven waarin migratie steeds omvangrijker is geworden. Om die reden is haar werk over migranten enorm oprecht en uniek; je ziet migranten als echte mensen, en niet alleen maar als slachtoffers van verschrikkelijke dingen.
Videos by VICE
Hadi focust niet alleen op vluchtelingen. Ze is gefascineerd door mensen die door de rest van de samenleving onbegrepen en genegeerd worden. Zo heeft ze voor haar eerdere fotoproject City of the Dead, over de levens van Egyptenaren die in de wijk Bab al-Nasr (Arabisch voor ‘poort naar de overwinning’) in Caïro wonen, honderden families gefotografeerd die al zestig jaar tussen de graven van hun voorouders leven. Deze wijk – wat dus in feite een sloppenwijk midden op een begraafplaats is – wordt in de volksmond ook wel ‘begraafplaats van de levenden’ genoemd.
Hadi’s foto’s gaan vooral over de moeilijke dingen waar minderheidsgroepen mee te maken hebben. Haar laatste serie Fade to Black laat de straat Neve Sha’anan zien, vlakbij Levinsky Park in Tel Aviv. De cultuur rondom de barbershops en de mode van de Afrikaanse migranten die deze wijk als hun thuis zijn gaan beschouwen, fascineerde haar enorm. Het viel haar op dat het heel erg leek op de hiphopcultuur uit de jaren negentig, die nu dus een nieuw leven is ingeblazen in het moderne Israël. De migranten komen voornamelijk uit Ethiopië, Eritrea en Soedan, en zoeken asiel of een woning. De meesten zijn via Egypte, via het water, naar Israël gekomen. Sommigen hebben geen documenten, anderen hebben tijdelijke visa.
De serie laat zien hoe levendig de gemeenschap is. Ondanks uitzichtloze oorlogen en alle ellende die ze hebben meegemaakt, hebben ze een plek gevonden waar ze creatief bezig kunnen zijn. Ze hebben eten, mode en tradities uit hun land meegenomen naar Israël en daarmee de wijk een compleet eigen karakter gegeven. Door hier op te focussen, gaat Hadi lijnrecht in tegen het clichébeeld van de zielige, hulpeloze migrant.
Dit artikel verscheen eerder in de Amerikaanse versie van ons magazine.