Harcelement
Identiteit

Intimidatie op het werk: de journalistiek is een seksistische zwijnenstal

“Informatie is macht, en alle plekken van macht zijn jongensclubs – of het nu gaat om de media, de politiek of de financiële wereld.”
KW
Liège, BE

Rond 20 augustus werden verschillende vrouwelijke journalisten het slachtoffer van identiteitsdiefstal. Hun gegevens werden gebruikt om op seksueel getinte advertenties van de advertentiesite Vivastreet te reageren. Ze hadden allemaal hun gegevens opgegeven bij de Belgische organisatie AJP (Association des Journalistes Professionnels), in een poging om als freelancejournalisten meer op te vallen in de sector. Mogelijk hebben de daders hun gegevens daarvandaan geplukt. De affaire leidde tot wijdverbreide verontwaardiging, maar toch is het slechts het topje van de ijsberg.

Advertentie

“Ja, hallo, ik bel over de advertentie.” Aan de andere kant van de lijn is een stem te horen die niet echt duidelijk is. Een verkeerd nummer, misschien? Over wat voor advertentie heeft hij het? Het blijkt al snel dat de e-mailadressen en telefoonnummers uit de freelancejournalisten-database van de AJP op Vivastreet worden gebruikt, vergezeld van een foto waarop een andere vrouw frontaal naakt te zien is. In dit specifieke geval om te reageren op een advertentie van een jongeman die op zoek is naar wat gezelschap. Hij verontschuldigd zich en hangt snel op, maar niet iedereen voelde zich zo in de verlegenheid gebracht.

In de weken daarna kregen de vrouwen te maken met verscheidende reacties van andere advertenties, werd een van hun e-mailadressen gehackt en ontvingen ze een stortvloed aan obscene e-mails vol dickpics. Er werd een woedend bericht op Facebook gezet, waarop meerdere Belgische vrouwelijke journalisten reageerden dat ze ook het slachtoffer van identiteitsmisbruik waren geworden. Het is nog weer een extra manier om vrouwen in de sector te intimideren.

Hoewel gendergelijkheid wordt gerespecteerd onder stagiaires, verlaten steeds meer vrouwen de journalistiek. Volgens gegevens die in 2010 door de AJP zijn verzameld, zijn er onder professionals nog maar 33 procent vrouwen over. Dat ligt aan de gewelddadige werksfeer – waar online beledigingen, seksistische opmerkingen en ongepaste gebaren aan de orde van de dag zijn. Vrouwen houden er meestal hun mond over, omdat ze niet als lastpak willen worden gezien in de door mannen gedomineerde redacties. Dat blijkt ook onmiskenbaar uit dit artikel: van de zes journalisten die we hebben geïnterviewd, wilden er slechts drie onder hun echte naam meedoen. De anderen weigerden hun volledige naam te geven, uit angst voor professionele represailles. De vrouwen zijn slachtoffers, maar worden als schuldigen behandeld.

Advertentie

Marine*, 31, al 6 jaar sportjournalist

“Ik ben een van de journalisten wier gegevens zijn gestolen en op Vivastreet gezet. Op 22 juli kreeg ik een e-mail en een berichtje van een vreemde, die me vertelde dat ik op zijn advertentie had gereageerd en dat hij zin had in “harde seks zonder condoom”. Ik nam direct contact op met het platform Journaliste Freelance, om mijn gegevens te verbergen. Toch denk ik dat ik het in vergelijking met andere vrouwelijke journalisten goed heb gehad, want dit is pas de eerste keer in mijn zesjarige carrière dat ik online ben lastiggevallen.

“Hij kwam op mijn bureau zitten en vroeg: “Wil je me niet pijpen?”

Helaas is dat op mijn redactie niet het geval. Toen ik begon waarschuwde de hoofdredacteur me voor een oudere collega, die erom bekendstond dat hij jonge journalistes probeerde te versieren – soms zelfs op een heel aandringende manier. Hij had overigens ook een vrouw en kinderen. Op dat moment was ik blij dat de hoofdredacteur me waarschuwde; ik had het gevoel dat hij me beschermde. Maar nu ik erop terugkijk vraag ik me af waarom hij hem niet gewoon ontsloeg. Vooral omdat hij een paar maanden later, toen we terugkwamen van een reportage, op mijn bureau kwam zitten en me vroeg: “Wil je me niet pijpen?” Ik moest bijna overgeven toen hij zei dat hij serieus was, maar ik heb het niet gemeld, omdat ik zijn vrouw niet wilde kwetsen. Daar heb ik nu spijt van. Hoe dan ook, ik weet zeker dat ik alsnog de schuld zou hebben gekregen als ik het wel aan de hoofdredacteur had verteld. Ik had dan absoluut te horen gekregen dat ik vast met hém had geflirt, en waarschijnlijk was ik dan ontslagen om de ongemakkelijkheid op de redactievloer te voorkomen. Als je op een redactie wordt lastiggevallen, besef je dat je in een mannelijke omgeving zit. Je zegt maar niets, omdat je bang bent dat het zich tegen je keert, maar je bent wel het slachtoffer.”

Advertentie

Camille Wernaers, 31, al 8 jaar journalist

“We leven in een patriarchale samenleving – en zo zijn redacties ook. Ik heb bijna mijn hele carrière te maken gekregen met nare opmerkingen. Ik word gezien als de feminist van het stel, de ‘gekke’ – dus als er een seksistische grap of macho opmerking wordt gemaakt, gaat dat altijd ten koste van mij. Toen ik nog op de redactie werkte, leek het wel alsof het eeuwig Kerstmis was: omringd door dronken ooms die constant niet-grappige grappen maakten. Het is vreselijk, omdat je er bent om je werk te doen. Maar ondertussen kraken zij je af op je hersenen, je lichaam of je kleding.

Sinds ik voor Les Grenades (het feministische platform van de RTBF red.) werk, krijg ik soms zoveel beledigingen per dag dat ik er zes A4’tjes mee kan vullen. Natuurlijk let ik niet op alles, maar op een dag kwam ik in een lange jurk werken. Een collega die ik hoog heb zitten, zei toen tegen me dat hij me liever in een korte rok zag, want dan kon hij mijn benen zien. Dat deed me echt pijn, omdat ik hem als journalist waardeer – maar voor hem was ik gewoon een lichaam.

“Informatie is macht, en alle plekken van macht zijn jongensclubs – of het nu gaat om de media, de politiek of de financiële wereld.”

Het is lastig, want journalisten stellen veel dingen van buitenaf aan de kaak, maar vinden het erg moeilijk om toe te geven dat er ook binnen de redactie overschrijdend gedrag plaatsvindt. Informatie is macht, en alle plekken van macht zijn jongensclubs – of het nu gaat om de media, de politiek of de financiële wereld. Mannen beschermen elkaar en de redactie is geen veilige plek voor vrouwen. Zij durven niet naar hun manager te gaan als er problemen zijn. Vrouwen bevinden zich in een precairdere positie dan hun mannelijke collega’s, en nemen een groot risico als ze iets aan de kaak stellen.”

Advertentie

Iris*, 38, al 15 jaar tv-presentatrice

“Een paar jaar geleden deed ik een uitzending over een gevoelig onderwerp, wat ophef veroorzaakte. Een van de mensen die ik had geïnterviewd schakelde zijn netwerk in, en ik werd overspoeld met doodsbedreigingen en berichten waarin mensen zeiden dat ze me zouden verkrachten. De Belgische media bracht het verhaal op een zeer misogyne manier – haast ‘ze zal het er zelf wel naar gemaakt hebben’-achtig. Dat was het vreselijkste. Kijk, dat klootzakken me bedreigen of beledigen is niet per se verrassend, maar dat de media – waarin ik zelf werkzaam ben – de seksistische dimensie van de intimidatie niet uitlichtte, en er zelfs een schepje bovenop deed, vond ik wreed.

“Ik droomde ervan om mijn eigen programma te krijgen of hoofdredacteur te worden, maar mijn ambities vielen in duigen door alle seksistische opmerkingen en alle jongere, minder competente, mannelijke collega’s die in mijn plaats werden gepromoveerd.”

Pesterijen leiden tot andere pesterijen, en als een vrouw zegt dat ze wordt lastiggevallen, geeft dat anderen ideeën. Op een redactie werken meestal mannen en als je als vrouw over iets klaagt, zeggen ze dat je geen slachtoffer moet spelen. Maar er is in deze gevallen altijd een slachtoffer, en één of meerdere daders. Uiteindelijk is het het moeilijkst om te leven met wat er op de redactie gebeurt, omdat we echt het idee hebben dat we ten prooi vallen aan onze collega’s.

Advertentie

Toen ik begon, was ik de enige vrouw die bij het programma werkte. Ik besefte toen niet eens dat het ongepast was dat een collega me ongevraagd een schoudermassage kwam geven als ik achter mijn computer aan het werk was. Dat was toch echt nog de sfeer die op de werkvloer hing. Ik droomde ervan om mijn eigen programma te krijgen of hoofdredacteur te worden, maar mijn ambities vielen in duigen door alle seksistische opmerkingen en alle jongere, minder competente, mannelijke collega’s die in mijn plaats werden gepromoveerd. Nu heb ik een paar columns, maar ik werk niet meer als fulltime journalist – uit zelfbescherming.”

Florence Hainaut, 39, al 15 jaar journalist

“Sinds ik er dit jaar voor pleitte dat vrouwelijke studenten in Brussel gesluierd door het leven moeten kunnen gaan, word ik online geïntimideerd. Ik was twee maanden daarvoor van Twitter gegaan, en nu heb ik ook Facebook verwijderd. Het is erg nadelig om als journalist niet op social media te zitten, maar ik wilde het mezelf niet meer aandoen. Ik heb te veel beledigingen moeten ondergaan.

“Ik krijg altijd te horen dat elke medaille een keerzijde heeft. Maar welke medaille rechtvaardigt het dat ik elk weekend een hoer wordt genoemd?”

Ik klaag hier al jaren over, maar ik krijg altijd te horen dat elke medaille een keerzijde heeft. Maar welke medaille rechtvaardigt het dat ik elk weekend een hoer wordt genoemd? Geen enkele. Het is goed dat dit me nu overkomt, en niet tien jaar geleden, want ik weet niet hoe ik er dan mee was omgegaan. Nu weet ik beter hoe de zaken in elkaar steken. Ik begrijp dat ze niet mij als persoon beledigen, maar wat ik in hen losmaak – en dat is hun eigen probleem. Maar wat ik nog steeds moeilijk te relativeren vind, zijn de reacties van mijn collega’s. Het gebrek aan solidariteit. Als dit soort zaken in de media worden besproken, krijgen we altijd te horen dat het slachtoffer “zich ongefilterd uitdrukte” of “zeer openhartig” was. En de daders doen volgens de media slechts “onaangename” of “niet erg chique” uitspraken – in plaats van wat ze daadwerkelijk zijn: gewelddadig.

Advertentie

Er zijn altijd tien dezelfde mensen die het online over mijn kop hebben; dat ik moet boeten omdat ik het aura van een ‘probleemkind’ heb. Dat vind ik echt vreselijk. Dat heeft ertoe geleid dat sommige professionele deuren voor mij gesloten zijn – ook omdat ik me niet laat kisten en ik al heel lang de politieke dimensie van dit probleem laat zien. In principe hebben we het recht om te zeggen dat we beledigd zijn of iets stom vinden, maar zodra je het over de systematische kant van dit probleem hebt, zeggen mensen dat je een slachtoffer speelt en dat mijn activisme me verblindt. En dan ben ik ineens het probleem.

”We zijn altijd verbaasd als vrouwen uit redacties verdwijnen, maar natuurlijk gaan we er weg; we willen er gewoon niet meer mee geconfronteerd worden.”

Het lastigvallen van vrouwen – journalisten of niet, op het internet of elders – is geen persoonlijk conflict of persoonlijke anekdote. Dit is een politiek probleem, en het is verbijsterend dat dat tegenwoordig nog steeds wordt ontkend. We zijn altijd verbaasd als vrouwen uit redacties verdwijnen, maar natuurlijk gaan we er weg; we willen er gewoon niet meer mee geconfronteerd worden.”

Sarah Freres, 30, al 5 jaar journalist

“De eerste keer dat ik werd lastiggevallen, was ik nog maar een jonge journalist: mijn baas vroeg of ik van grote pikken hield. Ik weet nog dat ik tevergeefs probeerde grappig te antwoorden, en vroeg me af of het normaal was dat deze vraag me werd gesteld. Ik besefte niet meteen dat het seksuele intimidatie was. En omdat het midden op de redactievloer gebeurde, in het volle zicht van iedereen, zei ik tegen mezelf dat het maar een grapje geweest moest zijn. Maar de collega die naast me zat vertelde me dat ik een klacht over dit soort opmerkingen kon indienen. De ironie is dat diezelfde collega twee keer zijn hand op mijn kont legde.

Ik besef dat ik natuurlijk niet weet hoe het er op alle redacties aan toe gaat, maar als we met elkaar praten beseffen we dat de intimidatie systematisch is. Er heerst op redacties een sfeer die de voortdurende vernedering van vrouwelijke journalisten mogelijk maakt. Ik ben al eens een ‘zeurkous’ genoemd omdat ik op de voorpagina een grove fout zag en iemand daarop wees. Ik denk niet dat dat was gebeurd als mijn naam Jean-Paul was geweest. Ook zou een collega dan waarschijnlijk niet de vrijheid hebben genomen om mij een foto van mezelf te sturen, om me te vertellen dat ik ‘schitterend’ ben.

Advertentie

Als slachtoffer van seksuele intimidatie op de redactie heb je twee mogelijkheiden: zwijgen, uit angst dat je niet serieus wordt genomen of, erger nog, bang bent ontslagen te worden, of erover praten. Maar als je dat doet, word je in de categorie ‘hysterische feminazi’ geplaatst, en als je dat etiket eenmaal hebt, word je niet meer serieus genomen. Ik heb al meerdere keren van mijn meerderen gehoord dat ze echt niet seksistisch zijn, omdat ze een vrouw/dochter/zussen hebben. Hoe kun je nu zoiets zeggen? We zijn geen alibi’s.”

Louisa*, 26, is na drie jaar uit de journalistiek gegaan

“Ik werkte op de nieuwsredactie, en om de zeer krappe deadlines te halen plande ik ’s middags mijn werkafspraken. Daardoor gingen mijn collega’s over me roddelen. Sommigen zeiden dat ik mijn charmes gebruikte om te krijgen wat ik wilde, en anderen zeiden zelfs dat ik me meer moest kleden als een ‘prostituee’ om informatie los te peuteren. Mijn hoofdredacteur zei letterlijk eens tegen me: ‘Aarzel niet om je te hoereren om informatie te krijgen.’

“Pas als je niet meer op een redactie werkt, besef je hoeveel gelukkiger je dan bent.”

De roddels verspreidden zich buiten de buren van onze redactie, omdat ze werden doorverteld aan professionele contacten. Daardoor werd de ernst van mijn werk ondermijnd. ‘Ach, ik herken je ook van achteren,’ zei mijn vroegere meerdere eens iemand toen hij me uit een raam zag leunen. Ik werd op de redactie constant geobjectiveerd. Er hing een schadelijke, uitbuitende en vernederende werksfeer. Mijn hoofdredacteur belde me weleens om 5 uur ’s ochtends en werd boos als ik dan niet opnam, omdat ik ‘altijd bereikbaar moest zijn’. Pas als je niet meer op een redactie werkt, besef je hoeveel gelukkiger je dan bent.”

*Deze namen zijn wegens privacyredenen gefingeerd

Volg VICE België op Instagram.