Michel Doodeman op Zoom
Sport

Ik was een wedstrijd virtueel supporter in het stadion van Aarhus

Elke keer als ik me probeerde te focussen op de Zoom-stream, raakte ik afgeleid door een man die demonstratief zijn tepel liet zien.

Nu het nog een tijdje duurt voordat we voetbalsupporters weer op de tribunes zullen zien – iets met een pandemie – zijn clubs, bonden en televisiezenders druk bezig met het verzinnen van mogelijkheden om toch de nodige sfeer door de stadions te pompen. Het bekendste voorbeeld is dat van FC Seoul, dat viral ging nadat er per ongeluk sekspoppen op de tribune waren geplaatst. Een official van de club benadrukte dat het eigenlijk “premium mannequins” waren. Kijk, als je per ongeluk één sekspop te midden van een grote hoeveelheid andere poppen in het stadion zet, kan je het nog als een fout verkopen, maar als het er dertig zijn wordt het verdacht. Dit leek gewoon op een soort sekspoppenconferentie, een bijeenkomst, dan is het geen foutje meer maar gewoon een bewuste keuze, en daar kan ik alleen maar respect voor hebben.

Advertentie

Op 8 mei zie ik een ander, interessant project voorbijkomen: het Deense Aarhus GF kondigt aan de eerste ‘virtuele tribune’ te gaan lanceren in de wedstrijd tegen de lokale rivaal Randers. Het idee is dat de club in het stadion een groot scherm neerzet, waarop alle fans (zowel uit- als thuissupporters) via Zoom te zien zijn, zo staat op de website. Het wordt een wereldwijde primeur waar maar liefst 23 mensen van Aarhus achter de schermen aan mee zullen werken.

De combinatie van Zoom – bekend van tegenvallende pubquizjes en werkvergaderingen waarbij Jochem van HR voor de zevende week op rij grapt dat hij geen broek draagt – en voetbal is een fascinerende. Dit kan een onwaarschijnlijke, perfecte match worden, maar het kan ook de sfeer krijgen van een kantoortuin op maandagmorgen. Op de gefotoshopte sfeerimpressie ziet het er in ieder geval veelbelovend uit: ik zie blije fans die met gebalde vuisten vanuit hun woonkamer juichen terwijl de spelers van Aarhus dolgelukkig op ze af rennen. Mijn eerste gedachte: dat wil ik ook.

Kaartje Aarhus

Het kaartje voor de wedstrijd.

Ik koop online een gratis ticket, waarbij ik zelfs mag kiezen op welke tribune ik zit. In de weken die volgen, krijgt Aarhus behoorlijk wat aandacht. Ik lees op de website van de NOS dat er vertraging op de videoverbinding zit, waardoor het kan zijn dat je te laat bent met juichen. The Guardian meldt dat er medewerkers van de club zijn die in de gaten zullen houden of de fans zich wel netjes gedragen, waarna ik de rest van de dag worstel met de existentiële vraag of je via Zoom ook een stadionverbod kan krijgen.

Advertentie

Op de dag zelf voel ik een paar uur voor de wedstrijd gek genoeg dezelfde opwinding als ik altijd heb voorafgaand aan het bezoeken van een voetbalstadion. Sterker nog, misschien wel meer. Vermoedelijk komt dat omdat deze wedstrijd veel meer voorbereiding vergt. Normaal gesproken ga je naar het stadion, luister je voor de aftrap afwisselend naar housemuziek en de liedjes van een volkszanger met een spraakgebrek, kijk je twee keer drie kwartier naar het veld en ga je weer naar huis. Nu heb ik het vooruitzicht van anderhalf uur naar een scherm staren, terwijl ik ondertussen zelf óók te zien ben op een scherm, wat er vermoedelijk voor zorgt dat ik een significant deel van die anderhalf uur naar m’n eigen hoofd zit te staren. Het is een compleet andere ervaring.

Een kleine greep uit de voorbereidingen die ik tref: ik reorganiseer m’n boekenkast, vervang een concertposter aan de muur voor de mooiste sportfoto aller tijden (die van Ed de Goeij op een glijbaan), ruim m’n bureau op, leg de inmiddels Ab Osterhaus-esque mat in m’n nek recht en sta lang te twijfelen over welk shirt ik aandoe. Na meerdere setjes uitgeprobeerd te hebben, valt de keuze op een neutraal, groen shirt. Als ik voor de camera ga zitten zie ik dat vrijwel alleen m’n hoofd zichtbaar is.

Rond 18.30 uur betreed ik voor het eerst m’n virtuele vak, C1-C2. Na een paar klikken zit ik in een Zoom-sessie met zo’n 150 anderen. Daar zijn we dan: de digitale tifosi, de Aarhuse internationale hooligans, het Zoom-legioen. Zodra ik ingelogd ben, komen er meteen gigantisch veel prikkels m’n kant op. Aangezien veel supporters hun geluid niet gedempt hebben, hoor ik geschreeuw van kinderen vanuit slaapkamers, rinkelende telefoons, mensen die de televisie aan hebben staan, iemand die soulmuziek luistert, een Deens echtpaar dat ruzie lijkt te hebben, een liedje van Billie Eilish én de voorbeschouwing die tussendoor bezig is. En dat is de oogst van slechts zo’n tien seconden kijken.

Advertentie

Af en toe ontstaat er een gesprek – hoewel, gesprek is misschien niet helemaal het juiste woord – soms schreeuwt iemand iets en komen daar wat reacties op. Het klinkt een beetje als die dialogen tijdens het Songfestival als er punten gegeven worden.

“Hello from London”, zegt iemand.

“I am Italia!”, roept een kennelijk Italiaanse man.

“Italy! Yes!”, schreeuwt een ander.

“Hello!”

“Bologna! I Bologna!”

“Bolognaaa.”

“Corona!”

1590745960354-zoom3

Een soort Deense Bono.

Terwijl er internationale vriendschappen worden gesmeed, komt er plotseling een man met een blauwe zonnebril en een gitaar – een soort Deense Bono – in beeld. Hij staat op de middenstip van het stadion en zingt een lied, sommige fans zingen meteen mee. Ik meen iets van ontroering te zien in de ogen van een man die ik alleen ken als ‘Prebens iPhone’. Na het muzikale voorgerecht ga ik klaar zitten voor de wedstrijd, een historische aangelegenheid waarbij ik wellicht anderhalf uur naar m’n eigen hoofd ga zitten staren. En dan, net voor de aftrap… heb ik geen beeld van het stadion meer.

Na een aantal minuten waarin ik alleen de hoofden van mensen die wél naar de wedstrijd kunnen kijken op m’n scherm heb, volgt het verlossende woord in de chat: Aarhus meldt dat de wedstrijd alleen in Denemarken te zien is. Kennelijk staat dat ook in de mail, maar die heeft niemand gelezen. Paniekerig sjees ik langs websites van illegale wedkantoren om een stream te vinden, met op de achtergrond het geluid van keuvelende internationale supporters. Iemand laat een boer in de microfoon.

Advertentie
1590746225726-zoomextra

Het beeld vlak voor de aftrap van de wedstrijd.

Zo’n tien minuten later heb ik beeld, althans, een soort van. De livestream die ik gevonden heb loopt achter en is van dusdanig slechte kwaliteit dat ik alleen door het gigantische scherm naast het veld kan zien dat dit inderdaad de wedstrijd van Aarhus is. Het ziet er surrealistisch uit: een enorme monitor van 40 meter lang aan de zijlijn met daarop een grote hoeveelheid kleine hoofden en daarnaast een paar uitvergrote beeltenissen. Ergens in de drie pixels schijnt trouwens ook nog de Nederlandse rechtsback Kevin Diks te lopen. Af en toe komt een van de Zoom-schermen in beeld op televisie. Zo zien we een herhaling in slow motion van een man die vanuit zijn huis treurt om een gemiste kans, terwijl in de échte Zoom-meeting live te zien is hoe iemand Doritos eet.

1590746051946-zoom5

Een beeld uit de Zoom-meeting, met rechtsboven iemand die Doritos eet.

Ik zou graag iets willen schrijven over het niveau van de wedstrijd en spelers als Bror Blume en Johnny Thomsen, maar ik zou werkelijk waar niet weten wat. Elke keer als ik me écht probeer te focussen op de stream, die van beroerde kwaliteit is, raak ik weer afgeleid door een kind dat in de microfoon niest of een man die demonstratief zijn tepel laat zien aan de camera. Na een half uur zet ik het geluid van Zoom even uit, om kort te baden in de ruisloze luxe. Als je een wedstrijd lang hoort hoe supporters luidruchtig eten, hoesten of heen en weer schuiven op een leren stoel, ga je steeds meer verlangen naar een vuvuzela of het co-commentaar van Aad de Mos.

Advertentie

Ondertussen is er in de chat een verwoede zoektocht naar een livestream aan de gang. Sommige Deense supporters proberen de internationale leden van de tifosi te helpen door hun televisiescherm te filmen, maar daar treedt de Zoom-moderator streng tegen op. De chat is sowieso een bijzondere plek: soms ontstaan er gesprekken tussen twee mensen die in verschillende werelddelen leven, maar toch een band opbouwen doordat ze beiden vanuit hun land niét naar een Deense wedstrijd kunnen kijken. Als een groepje jonge vrouwen in beeld komt, vraagt iemand of de ‘meiden’ Snapchat hebben.

1590746139492-zoom7

Het valt me op dat er in Zoom nauwelijks gereageerd wordt op de wedstrijd, een grote tegenvaller. Als er een paar harde overtredingen achter elkaar worden gemaakt, is er niemand die schreeuwt, opspringt en naar het scherm rent. Bij het doelpunt van Randers in de 36ste minuut klinkt er geen geluid, sommige mensen houden alleen hun handen voor hun ogen. Er is niemand die in z’n handen klapt en “komaan boys, de tweede helft is voor ons” roept. Er is geen verontwaardigd gemor of gevloek. Eigenlijk verandert er niets.

“Did the other team score?”, vraagt iemand die Bill heet in de chat.

In de tweede helft raak ik steeds vaker afgeleid van de wedstrijd. Ik ontdek dat er twee soorten supporters zijn: mensen die bij elk spannend moment overduidelijk geacteerd beide handen omhoog houden en daarna met een glimlach hun glas witte wijn richting het scherm heffen, en mensen die weggedoken in hun hoekbank geen enkele keer naar de camera kijken en zich samen met hun onderkinnen op de wedstrijd focussen. Het wordt rustiger op Zoom, langzaam maar zeker verlaten steeds meer fans de sessie.

Advertentie

“Was there a goal?”, vraagt Bill tijdens de tweede helft in de chat.

De moderator van Aarhus reageert afgemeten: “No, Bill”.

Terwijl ik nietsvermoedend naar de slotfase van de wedstrijd kijk, hoor ik opeens een soort droge schreeuw vanuit de meeting. Ik vergroot het Zoom-scherm en zie alleen de buik van iemand die in z’n woonkamer voor de camera staat. Daarna klinkt nog een juichkreet, een schreeuw, het gegil van een paar kinderen, kortom, 1-1 in de blessuretijd (denk ik). Het is fascinerend: een voor een begint iedereen te juichen, de haperende streams zorgen ervoor dat iedereen het doelpunt op een ander moment ziet. Zelf zie ik de goal helemaal niet; als ik terugschakel naar de wedstrijd is er alweer afgetrapt, terwijl op het scherm naast het veld nog steeds juichende mensen te zien zijn.

1590746257438-zoom4

De haperende stream.

Twee minuten later valt, haast symbolisch, m’n internet uit. Ik hoop dat de andere fans van Aarhus niet gezien hebben hoe ik scheldend naar m’n KPN Experia Box sprint. Als ik terugkeer is zowel de wedstrijd als de Zoom-meeting afgelopen. Eerlijk gezegd overheerst de teleurstelling, ik had er meer van verwacht. Het grootste gedeelte van de wedstrijd heb ik gekeken naar hoofden van mensen die ik niet ken en vooral veel woonkamergeluiden gehoord.

Tegelijkertijd begrijp ik door het late doelpunt pas waarom het me niet kon interesseren: ik voel geen band met de club en de competitie. De mannen en vrouwen die in Aarhus-shirts juichend door de keuken renden, hebben vermoedelijk een topavond gehad. “When you go to football, it’s a community experience. That is lacking right now because of coronavirus. This is a chance for people to get together,” zei Søren Carlsen van Aarhus voor de wedstrijd.

Ik hoopte dat dit voor elke voetbalfan een bescheiden feestje zou worden, maar zo werkt het natuurlijk niet. Het is een bijeenkomst voor gelijkgestemden die voor het eerst in tweeënhalve maand tijd eindelijk weer eens met elkaar kunnen juichen. Misschien zal ik later nog eens een voetbalwedstrijd via Zoom bezoeken. Maar dan wel alleen als ik Lex Immers, de trappen van stadion De Koel of een boze Dick Advocaat zie, anders hoeft het van mij niet.

-

Dit is een verhaal uit de serie Voetbalgeschiedenis met Doodeman. In deze serie belicht Michel Doodeman bijzondere teams of individuen uit de sportgeschiedenis. Zie hier alle verhalen uit deze serie. Naast onze geschreven verhalen en video's hebben we nu ook een podcast: De Wereld van VICE Sports. De afleveringen zijn hier te luisteren bij Apple of hier op Spotify:

Tagged:voetbal