In zijn historische State of the Union-toespraak in 1964, verklaarde de Amerikaanse president Lyndon B. Johnson de oorlog aan armoede, en beloofde hij manieren te vinden om de levens van degenen die door de Amerikaanse droom in de steek waren gelaten te veranderen. LBJ geloofde dat Amerika de middelen had om economische schaarste uit te roeien, en gebruikte militaire retoriek om het volk achter zich te krijgen. Centraal-Appalachia werd het eerste strijdtoneel van het initiatief, omdat politici vreesden dat er te weinig steun zou zijn voor het plan als het gezicht van armoede een donkere huid had.
Advertentie
Nieuwsorganisaties kwamen vanuit het hele land naar de regio, die zich langs het Appalachen-gebergte door West Virginia, Virginia, Tennessee, Kentucky, Ohio, en North Carolina uitstrekt. Journalist Charles Kuralt, en vele anderen, schilderden de regio af als een plek waar je niet dood gevonden zou willen worden. Daarmee droegen ze onbedoeld bij aan stereotyperingen van plattelandsmensen, die zich toch al buitengesloten voelden door president Johnsons "Great Society". Decennia later is het sociale vangnet dat in de regio werd opgestart voor het grootste deel ten onder gegaan aan bezuinigingen.Ik heb de afgelopen vijf jaar veel in Centraal-Appalachia gefotografeerd. De afgelopen zomer werkte ik samen met lokale schrijvers om verhalen te vertellen die een complex en genuanceerd beeld schetsen van Appalachia, vijftig jaar nadat de naam van de regio een synoniem werd voor armoede. De verhalen waren divers, maar draaiden vaak wel om dezelfde thema's: de gevolgen van de inkrimping van de kolenindustrie in Boone County (in West Virginia), systematische problemen met gezondheidszorg in de regio, de strijd tegen de vernietiging van de bergen als gevolg van mijnbouw, de drugsepidemie in West Virginia, en de stereotypes van zogenaamde rednecks en hillbilly's.Ik moest al snel accepteren dat de verhalen nooit een allesomvattend beeld van de regio zouden kunnen geven – daar is Centraal-Appalachia te uitgestrekt en gecompliceerd voor. In plaats daarvan is deze serie, gemaakt in samenwerking met schrijvers uit de regio, een manier om het proces van journalistiek te vertragen en te lokaliseren. We verdubbelden of verdriedubbelden het aantal dagen dat grote mediabedrijven aan een verhaal zouden besteden. Samen probeerden we de lezer onder te dompelen in een veelzijdigheid aan omstandigheden en zienswijzen, als tegenwicht voor de eendimensionale verslaggeving die je normaal gesproken ziet.
Advertentie
Deze serie zal heus niet in één klap alle simplistische verhalen die de media in 1964 vertelden van tafel vegen, of alle klassendiscriminatie die daarop volgde teniet doen. De verhalen zijn niet bedoeld als propaganda, om te laten zien hoe geweldig of verschrikkelijk het er is. Er bestaat geen perfecte manier om alle stemmen van de mensen te verzamelen, en het is onmogelijk om een bepaalde cultuur goed te vatten. Maar het is wel waardevol om na te denken over wat er gebeurt als we de levens van mensen proberen te veranderen door middel van sociaal beleid. Soms profiteren deze mensen ervan, soms lijden ze eronder, en soms vinden ze de kracht om zelf hun omstandigheden te verbeteren, ver weg van het beleid van een overheid die ze schijnbaar heeft afgedankt.
Linda en haar buurman Alan in het centrum van Logan. Linda kan amper de huur betalen van haar schamele appartement, waar haar twee dochters op de vloer slapen. Alan ontvangt een invaliditeitsuitkering vanwege een ongeluk in de kolenmijnen.
Deze serie is een vervolg op het project van Stacy Kranitz over Appalachia dat in juli verscheen als onderdeel van ons jaarlijkse Photo Issue. Bekijk de rest van de serie hier.